Fysiotherapie en adviezen na het plaatsen van een heupprothese, achterste benadering

In deze folder staan de oefeningen die na een heupoperatie van belang zijn. Ook vindt u adviezen voor een juist gebruik van de heupprothese en leest u hoe u dagelijkse handelingen op een veilige manier kunt uitvoeren. De fysiotherapeut neemt de oefeningen en adviezen die in deze folder staan met u door.

Oefeningen

Algemeen

Door de artrose en de operatie is de kracht van de spieren rond uw heup verminderd. Daarom is het belangrijk dat u na de operatie regelmatig oefent.  De fysiotherapie start op de dag van de operatie, tenzij de chirurg anders voorschrijft. Hieronder vindt u oefeningen voor de dag van de operatie.

Voor alle oefeningen geldt het volgende:

  • Voer de oefeningen in een rustig tempo uit.
  • Herhaal elke oefening vijf tot tien keer.
  • Rust na elke oefening even.
  • Blijf goed doorademen tijdens de oefeningen.

Oefeningen op de dag van de operatie

Uitgangshouding
Ga goed recht in bed liggen. Zet de rugsteun omlaag, zodat u zo plat mogelijk ligt. 

Oefeningen

  1. Beweeg de voet naar u toe en van u af. Houd de knie hierbij gestrekt.
  2. Span de bovenbeenspieren aan door de knieholte op het bed te duwen.
  3. Span de bilspieren aan.
  4. Buig de knie en strek hem weer rustig. Laat de hiel hierbij over het bed schuiven.

Opstaan, lopen en weer gaan zitten

In het ziekenhuis loopt u eerst met een rekje. Gaat dit goed, dan leert u met krukken lopen. Het afbouwen van het gebruik van de krukken doet u in overleg met uw fysiotherapeut die u na uw ontslag verder behandelt. Hij/zij zal bekijken wanneer de spieren rondom uw heup voldoende kracht hebben om zonder krukken, te gaan lopen.

Opstaan

  1. Steun bij het opstaan met uw handen op de stoelleuning of op de rand van het bed (nooit op het rekje of de krukken).
  2. Zet uw niet-geopereerde been dicht bij het bed of de stoel en steun vooral op dit been tijdens het opstaan.
  3. Sta rustig op.
  4. Pas als u goed rechtop staat, pakt u het rekje of de krukken vast.

Lopen

  1. Zet eerst het rekje of de krukken een stukje naar voren.
  2. Maak een pas met het geopereerde been en zet de voet tussen de achterste pootjes van het  rekje of de krukken.
  3. Strek de heup en de knie van het geopereerde been goed.
  4. Maak een pas met het niet-geopereerde been.

Gaan zitten

  1. Ga met uw rug naar de stoel of het bed staan (achterkant benen tegen de stoel of het bed).
  2. Schuif het geopereerde been wat naar voren.
  3. Steun met de handen op de leuning van de stoel of op de rand van het bed (nooit op de krukken of het rekje) en ga rustig zitten.

Traplopen

Als u goed met krukken kunt lopen, leert u zo nodig traplopen.

Trap op

  • Houd met een hand de trapleuning vast en neem in de andere hand de beide krukken
  • Plaats als eerste het niet-geopereerde been op de volgende traptrede.
  • Zet vervolgens het geopereerde been en de kruk ernaast.

Trap af

  • Houd met een hand de leuning vast en neem in de andere hand de kruk
  • Plaats als eerste het geopereerde been samen met de kruk één traptrede lager.
  • Zet vervolgens het niet-geopereerde been ernaast.

Adviezen en leefregels

Opbouwen conditie

Het is de bedoeling dat u uw conditie in de loop van de week opbouwt door  meer uit bed te komen en de afstanden die u loopt langzaam te vergroten. Het is beter regelmatig een kleine afstand te lopen, dan één keer een grote stuk.

Pijn

Vaak is de heup, met name het gebied van de wond, tijdens het oefenen gevoelig. Dit kan ongeveer zes weken duren en is normaal. Vertel wel aan uw fysiotherapeut waar u pijn heeft en hoelang deze pijn na het oefenen aanhoudt.

Zwelling

Door de operatie kan het hele been wat gezwollen zijn. Leg uw been dan regelmatig hoog.

Leefregels

De spieren en het gewrichtskapsel rond de prothese hebben minimaal zes weken nodig om te herstellen. Het is belangrijk dat u zich gedurende die periode de volgende leefregels houdt: 

  • U mag het geopereerde been volledig belasten (tenzij iets anders met u is afgesproken).
  • Bouw uw activiteiten rustig op.
  • Loop en oefen liever wat vaker en kort dan lang achtereen.
  • Uit veiligheidsoogpunt wordt geadviseerd de eerste zes weken niet te fietsen, te zwemmen of zelf auto te rijden. U mag wel met iemand meerijden in een auto.
  • Als u rekening houdt met de bewegingen die u in verband met een luxatie moet vermijden, bestaat er geen bezwaar tegen seksuele activiteit.
  • Wilt u (weer) gaan sporten, overleg dan eerst met uw fysiotherapeut of specialist.

Adviezen om luxatie te voorkomen

Bij bepaalde houdingen en bewegingen kan de heupkop uit de kom raken. Dit noemen we luxatie. Het is belangrijk om deze houdingen en bewegingen te vermijden. Hieronder worden ze besproken.

1. Het buigen van de heup
Buig de heup niet verder dan 90 graden. Pas dus op met:

  • voorover reiken/buigen terwijl u zit;
  • bukken en iets oppakken van de grond;
  • het gaan zitten in een lage stoel, op een laag bed, op een laag toilet;
  • wassen en afdrogen van uw voeten;
  • kousen en schoenen aan- en uittrekken.

Enkele alternatieven voor bovenstaande risicovolle houdingen en bewegingen:

  • Gebruik zo nodig een opraaptang om iets van de grond op te rapen.
  • Veeg na de toiletgang staand de billen af. Zorg voor een hoge stoel met armleuningen en een toiletverhoger.
  • Verhoog zo nodig het bed.
  • Gebruik instapschoenen of elastische veters en eventueel een lange schoenlepel of kousenaantrekker.

2. Het sluiten/kruisen van de benen
U houdt een veilige grens aan wanneer u de knieën niet helemaal tegen elkaar houdt bij liggen en zitten. Er moet een vuist tussen de knieën passen. Dus let op bij de volgende houdingen:

  • Zitten en staan. U mag uw benen niet over elkaar doen (kruisen) terwijl u zit of staat.
  • Liggen in bed. U slaapt het veiligst op uw rug, met een dik kussen tussen de benen. Wij adviseren u dit de eerste zes weken te doen. Is slapen op de rug voor u erg lastig of onplezierig, dan kunt u na twee weken ook op uw zij slapen, met een groot, stevig en dik kussen tussen uw  knieën geklemd. Overleg eerst met uw fysiotherapeut. Oefen het op de zij draaien ook met hem/haar voordat u dit zelf doet.

3. Het naar binnen en buiten draaien van het geopereerde been
Laat uw tenen en de knieën zo recht mogelijk naar voren wijzen, draai uw voeten/benen niet naar binnen of buiten. Pas daarom op met: 

  • het draaien tijdens het lopen;
  • het draaien en/of zijwaarts reiken tijdens het zitten;
  • het draaien tijdens het liggen;
  • het gaan zitten en gaan staan.

Vragen

Heeft u vragen over de informatie in deze folder, dan kunt u die stellen aan de fysiotherapeut die u in het ziekenhuis begeleidt. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u met uw vragen terecht bij de fysiotherapeut die de behandeling overneemt. Zo nodig kunt u ook altijd nog contact opnemen met de afdeling Fysiotherapie van het ziekenhuis. Telefoonnummers vindt u achter in de folder.

Telefoonnummers

Afdeling Fysiotherapie 
 088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 23 augustus 2024

Code: FYSIO13