Fysiotherapie na het plaatsen van een knieprothese

In deze folder staan de oefeningen die de fysiotherapeut met u doorneemt. Daarnaast vindt u er adviezen voor een juist gebruik van een knie waarin een prothese is geplaatst en hoe om te gaan met pijn en zwelling.

Oefeningen

Algemeen

De kracht van de spieren rondom de knie is door de artrose en de operatie vaak verminderd. Ook de beweeglijkheid van de knie is vaak afgenomen. Daarom is het belangrijk dat u na de operatie regelmatig oefent. Op de dag van de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om onderstaande oefeningen met u door te nemen tenzij u later op de middag geopereerd wordt. De informatie in dit hoofdstuk kunt u gebruiken bij het zelfstandig oefenen.

Adviezen voor tijdens de oefeningen

  • Voer de oefeningen in een rustig tempo uit.
  • Herhaal elke oefening tien tot vijftien keer.
  • Rust na elke oefening even.
  • Oefen minimaal twee, maximaal vijf keer per dag.
  • Doe alleen die oefeningen die u met uw fysiotherapeut heeft doorgenomen.
  • Blijf goed doorademen tijdens de oefeningen (sommige mensen zijn geneigd hun adem in te houden tijdens het oefenen).

Oefeningen vanaf de eerste dag na de operatie tot aan het ontslag

Uitgangshouding
Ga recht in bed zitten met de rugsteun in een voor u comfortabele stand, liefst zo plat mogelijk. De oefeningen die u zelfstandig kunt oefenen, worden hieronder door de fysiotherapeut aangekruist.

Oefeningen
0   Oefening 1: trek de voorvoet/tenen zover mogelijk naar u toe. Houd de knie hierbij gestrekt.
0   Oefening 2: buig de knie en strek hem weer rustig. Doordat er een drukverband om de knie zit, zult u de knie nog niet zo ver kunnen buigen.
0   Oefening 3: span de bovenbeenspieren aan door de knieholte op het bed te duwen.
0   Oefening 4: probeer het been over het matras naar buiten te schuiven, terwijl u de knie gestrekt houdt.
0   Oefening 5: span de bilspieren aan.

Bekijk de video over oefening 1

Bekijk de video over oefening 2

Bekijk de video over oefening 3

Bekijk de video over oefening 5

Oefeningen vanaf de tweede dag na de operatie tot aan het ontslag

Uitgangshouding: zittend op een stoel
Ga hierbij zover mogelijk naar achter zitten met de rug tegen de rugleuning aan en met de voeten op de grond.

Oefeningen
0   Oefening 6: buig de knie door de voet over de grond naar u toe te schuiven. U kunt uw voet hierbij op een stukje papier zetten. Uw voet glijdt dan makkelijker over de vloer.
0   Oefening 7: strek de knie zover mogelijk, zodat de voet loskomt van de grond.

Bekijk de video over oefening 6

Bekijk de video over oefening 7

Uitgangshouding: staand aan het voeteneinde of bij de leuning op de gang
Ga aan het voeteneinde van het bed staan, met uw gezicht naar het hoofdeinde. Houd met uw handen de achterkant van het bed vast. Zorg dat u rechtop staat.

Oefeningen
0  Til de hak van het geopereerde been van de grond terwijl de tenen contact met de grond houden. Tijdens deze beweging in de voet zal de knie buigen. Zet vervolgens de knie weer recht.
0   Plaats het geopereerde been iets achter uw goede been. Herhaal deze oefening.

Opstaan, (trap)lopen en gaan zitten

Opstaan

  1. Steun bij het opstaan met uw handen op de stoelleuning of op de rand van het bed (nooit op het rekje of de krukken).
  2. Zet uw niet-geopereerde been dicht bij het bed of de stoel en steun vooral op dit been tijdens het opstaan. Houd hierbij het geopereerde been een stukje naar voren.
  3. Sta rustig op.
  4. Pas als u goed rechtop staat, pakt u het rekje of de krukken vast.
  5. Plaats het geopereerde been naast het niet-geopereerde been.

Lopen

  1. Zet eerst het rekje of de krukken een stukje naar voren.
  2. Zet de voet van het geopereerde been tussen de achterste pootjes van het rekje of tussen de krukken.
  3. Strek de knie van het geopereerde been nu goed.
  4. Maak een pas met het niet-geopereerde been.

Gaan zitten

  1. Ga met uw rug naar de stoel of het bed staan (achterkant van de benen tegen de stoel of het bed).
  2. Schuif het geopereerde been naar voren.
  3. Steun met de handen op de leuning van de stoel of op de rand van het bed (nooit op het rekje of de krukken) en ga rustig zitten.

Traplopen

Wanneer u goed met krukken kunt lopen, leert u zo nodig traplopen.

Trap op

  1. Houd met één hand de trapleuning vast en neem in de andere hand de kruk (eventueel kunt u ook de tweede kruk in deze hand meenemen).
  2. Plaats als eerste het niet-geopereerde been op de volgende traptrede.
  3. Plaats vervolgens het geopereerde been en de kruk ernaast.

Bekijk de video 'Trap op lopen'

Trap af

  1. Houd met één hand de trapleuning vast en neem in de andere hand de kruk (eventueel kunt u ook de tweede kruk in deze hand meenemen).
  2. Plaats als eerste het geopereerde been en de kruk een traptree lager.
  3. Plaats vervolgens het niet-geopereerde been ernaast.

Bekijk de video 'Trap af lopen'

Aandachtspunten

Opbouwen conditie

Het is de bedoeling dat u uw conditie tijdens de ziekenhuisopname opbouwt door:

  • vaker en langere tijd uit bed te komen;
  • de afstanden die u loopt langzaam te vergroten. Het is beter regelmatig een kleine afstand te lopen, dan één keer een groot stuk.

Pijn

Vaak is de knie, met name het gebied van de wond, tijdens het oefenen gevoelig. Dit kan ongeveer zes weken duren en is gebruikelijk na een dergelijke operatie. Geef aan uw fysiotherapeut door waar u pijn heeft en hoelang deze pijn na het oefenen aanhoudt.

Koelen met een ijspakking

Als uw knie erg warm, dik, rood en/of pijnlijk is, kunt u de knie koelen met een ijspakking. Twee tot vier keer per dag een kwartier is voldoende. Overleg hierover altijd eerst met de fysiotherapeut. Indien u wilt koelen, vraag dan aan de verpleegkundige een ijspakking. Om bevriezing van de huid te voorkomen moet tussen de ijspakking en de huid altijd een handdoek of kussensloop gelegd worden.

Rust

Een dikke knie kan ook het gevolg zijn van te veel belasten (dat wil zeggen: te veel staan, lopen en oefenen). Geef de knie, wanneer deze gevoelig is, regelmatig rust door:

  • een poosje op bed te gaan liggen;
  • te zitten op een stoel terwijl het geopereerde been op een andere stoel ligt, let hierbij op dat het hele onderbeen gesteund wordt.

Zwelling

Door de operatie is de knie gezwollen, ook het onderbeen kan wat gezwollen zijn. Regelmatig het geopereerde been hoog leggen is een oplossing om de zwelling te verminderen. In ernstige gevallen wordt er door de arts een steunkous aanbevolen.

Adviezen voor thuis

Inleiding

De spieren en het gewrichtskapsel rond de knieprothese hebben minimaal zes weken nodig om te herstellen. Het is belangrijk dat u zich gedurende die periode aan een aantal regels houdt.

Algemene adviezen

  • U mag het geopereerde been volledig belasten (tenzij anders met u is afgesproken).
  • Bouw de activiteiten rustig op.
  • Loop en oefen liever wat vaker en korter dan lang achtereen.
  • Uit veiligheidsoogpunt wordt u geadviseerd de eerste zes weken niet te fietsen, te zwemmen of zelfstandig auto te rijden. U mag wel meerijden in een auto.
  • Wilt u (weer) gaan sporten, overleg dan eerst met uw fysiotherapeut of specialist.

Adviezen dagelijkse activiteiten

U zult merken dat dagelijkse handelingen als douchen, lopen langs het aanrecht en in de auto stappen de eerste periode na de operatie vaak minder makkelijk verlopen. Hieronder treft u enkele adviezen aan.

Douchen
Het is aan te raden de eerste weken na de operatie zittend te douchen. Dit is veiliger, u voorkomt dat u uitglijdt op de gladde vloer. Heeft u geen douchestoeltje, dan kunt u een plastic tuinstoel of een stevige kruk gebruiken.

Lopen langs het aanrecht
U kunt zich op twee manieren langs het aanrecht verplaatsen:

  1. In de looprichting
    • Aan een kant steunt u op het aanrecht, aan de andere kant heeft u een kruk.
    • Loop nu zoals u met twee krukken gewend bent om te lopen.
    • Maak tijdens het lopen gebruik van twee steunpunten.
  2. Zijwaarts
    Neem een elleboogkruk aan de niet-geopereerde kant.
    • Lopen ‘naar de geopereerde kant’
      Verplaats de hand die op het aanrecht steunt, zet vervolgens het geopereerde been, daarna het nietgeopereerde been en als laatst de kruk.
    • Lopen ‘naar de niet-geopereerde kant’.
      Verplaats eerst de kruk, vervolgens het niet-geopereerde been, dan het geopereerde been en als laatst de hand.

In de auto stappen
Zet voor het instappen de autostoel zo ver mogelijk naar achteren. Zet ook de rugleuning wat schuiner naar achteren. Hierdoor heeft u meer ruimte om te bewegen. Het in- en uitstappen gaat als volgt: 

  1. Zet de auto ruim van de stoeprand.
  2. Ga met uw rug naar de auto staan.
  3. Ga zitten, met uw beide benen buiten de auto.
  4. Zet uw benen vervolgens in de auto. U kunt een plastic zak op de zitting leggen om het draaien te vergemakkelijken.
  5. Bij het uitstappen draait u eerst de benen uit de auto, vervolgens gaat u staan. U kunt hierbij het geopereerde been eventueel ondersteunen met de handen of het niet-geopereerde been.

Vragen

Heeft u vragen over de informatie in deze folder, dan kunt u die stellen aan de fysiotherapeut die u in het ziekenhuis begeleidt. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u met uw vragen terecht bij de fysiotherapeut die de behandeling overneemt. Zo nodig kunt u ook altijd nog contact opnemen met de afdeling Fysiotherapie van het ziekenhuis.

Telefoonnummers

Afdeling Fysiotherapie
088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected] 

Bijgewerkt op: 14 juli 2023

Code: FYSIO16