In gesprek over uw behandelwensen

Welke zorg en behandeling past het best bij u in de laatste jaren of maanden van uw leven? Wat wilt u nog wél, en wat niet meer? Het is goed om hierover op tijd na te denken en met uw naasten over te praten. Ook in het ziekenhuis praten wij hierover met u. Dit heet proactieve zorgplanning (PZP). In deze folder leggen wij uit waarom dit belangrijk is en hoe zo’n gesprek gaat.

Waarom een gesprek?

Praten over de laatste fase van het leven is vaak moeilijk. Toch zijn er ook in deze periode veel keuzes. Als u daar op tijd over praat, geeft dat rust. Niet alleen voor uzelf, maar ook voor uw naasten en uw zorgverleners. Zij weten dan beter wat u wilt en hoe ze u kunnen helpen.

Bekijk ook de video over proactieve zorgplanning

Gesprek met uw behandelaar

Uw arts of verpleegkundig specialist nodigt u uit voor het gesprek over proactieve zorgplanning. U kunt hier ook zelf om vragen. 

Eerst vult u een vragenlijst in. Daarna plannen we het eerste gesprek. Dat duurt ongeveer 45 minuten. We raden aan om samen met een familielid of andere naaste naar het gesprek te komen.

Soms maken we een vervolgafspraak. Uw situatie en wensen kunnen in de loop van de tijd immers veranderen. 
Misschien vindt u het lastig  om erover te praten. Weet dat het vaak rust geeft als u uw wensen besproken heeft.

Waar praten we over?

We bespreken wat u belangrijk vindt en wat uw wensen zijn voor de tijd die voor u ligt. U kunt denken aan vragen zoals:

  • Wat vindt u belangrijk in uw leven?
  • Hoe ervaart u uw gezondheid nu?
  • Wat wilt u in de toekomst nog graag doen?
  • Zijn er dingen waar u bang voor bent?
  • Wat vindt u van zware behandelingen?
  • Wat vindt u van reanimatie, beademing of een opname op de IC?
  • Waar wilt u de laatste dagen van uw leven doorbrengen?

U kunt hierover vooraf ook al met uw naasten praten.

Behandelgrenzen

In het gesprek hebben we het ook over wat u niet meer wilt. Dit noemen we behandelgrenzen. 

Welke behandelgrenzen zijn er?

Altijd alles doen
U wilt dat artsen in een noodsituatie altijd alles doen om u in leven te houden.

Sommige behandelingen niet meer
Sommige behandelingen kunnen uw kwaliteit van leven verslechteren. Misschien wilt u niet alle behandelingen meer. Hieronder staan de belangrijkste keuzes:

  • Wel of niet reanimeren
    Reanimatie is het op gang brengen van ademhaling en hart als die plotseling stoppen. Dat gebeurt met hartmassage, beademing, medicijnen en soms elektrische schokken. Na reanimatie komt u op de intensive care (IC) en krijgt u beademing via een machine. Er is kans op schade aan het lichaam, bijvoorbeeld door zuurstoftekort.
    U kunt daarna veel zorg nodig hebben.
  • Wel of niet beademen
    Beademen betekent dat een machine de ademhaling overneemt. Zo blijft er genoeg zuurstof in het bloed. Dit is geen genezing, maar geeft het lichaam tijd om te herstellen. Dit gebeurt op de IC.
  • Wel of geen opname op de IC
    Op de IC krijgt u intensieve zorg, zoals beademing of steun voor hart en nieren.
  • Wel of geen zware behandelingen
    Denk aan chemotherapie, nierdialyse of grote operaties. Deze behandelingen kunnen zwaar zijn.
  • Liever niet meer naar het ziekenhuis
    Misschien wilt u niet meer naar het ziekenhuis en krijgt u zorg liever thuis.
  • Andere keuzes
    Bijvoorbeeld geen bloedproducten of geen antibiotica.

Geen behandelingen meer
U wilt dat uw leven niet meer verlengd wordt door een behandeling. Bijvoorbeeld omdat u ouder bent of ernstig ziek. U krijgt dan nog wel zorg voor comfort, zoals pijnstilling en hulp bij benauwdheid. Het doel is dat u zich zo prettig mogelijk voelt.

Wie bepaalt de behandelgrens?

  • Uzelf
    U beslist als u bepaalde behandelingen niet wilt. Bijvoorbeeld omdat u niet volledig kunt herstellen, of omdat u geen zware behandelingen meer wilt.
  • Uw arts
    Soms heeft een behandeling geen kans van slagen. Dan kan uw arts besluiten dat de behandeling medisch niet zinvol is.
    De arts bespreekt dit met u en uw naasten.

Wensen en grenzen vastleggen

Uw wensen en grenzen leggen we vast in uw medisch dossier. Uw huisarts en/of instellingsarts krijgen hier ook bericht van. Zo weten al uw zorgverleners wat uw wensen (en grenzen) zijn. 

Als uw wensen zijn vastgelegd, kunnen zorgverleners in een spoedgeval de juiste keuzes maken. Keuzes die passen bij wat u zelf wilt, bijvoorbeeld rond reanimatie. Uw keuzes kunt u altijd herzien en opnieuw bespreken met uw zorgverlener. Dit kan nodig zijn als uw gezondheid verandert of als u er anders over gaat denken.

We blijven in gesprek

We vinden het belangrijk om samen met u in gesprek te blijven, zodat de zorg goed blijft aansluiten. Uw situatie kan veranderen, en daarmee uw behandelwensen en -grenzen. In overleg met u maken we een vervolgafspraak.

Vragen

Met vragen kunt u terecht bij uw behandelaar.

Bijgewerkt op: 2 oktober 2025

Code: DIAK25