H2-ademtest bij kinderen

Met een H2-ademtest onderzoeken we of uw kind een lactose-intolerantie heeft. Lactose is een melksuiker dat in melk en melkproducten zit. Bij een lactose-intolerantie kan het lichaam de melksuiker lactose niet verteren. In de darmen wordt dan het zogenaamde waterstofgas (H2) gevormd. De klachten die daar bij horen zijn een opgeblazen gevoel, buikpijn, winderigheid, krampen en diarree. Het gas wordt opgenomen in het bloed en gaat zo naar de longen waar het wordt uitgeademd.

Met de H2-ademtest meten we de hoeveelheid waterstof (H2) in de uitgeademde lucht  voor en na het toedienen van lactose. Als de uitgeademde H2 na de toediening van lactose met een bepaalde hoeveelheid toeneemt, is er sprake van een lactose-intolerantie.

Geen antibiotica twee weken vooraf

In de twee weken voor de test mag uw kind geen antibiotica gebruikt hebben. Is dit wel het geval, overleg dan met de kinderarts. 

Geen lactulose een week vooraf

Als uw kind het laxeermiddel Lactulose gebruikt, dan moet dat een week voor de test worden gestaakt. Uw kind mag wel andere laxeermiddelen gebruiken.

Aangepast eten en drinken een dag vooraf

Eén dag vóór het onderzoek mag uw kind bepaalde voedingsmiddelen niet eten of drinken (zie de lijst hieronder). Deze producten geven veel waterstof bij vertering. De beginwaarde van de test is dan te hoog voor een betrouwbaar testresultaat.

Niet eten

• voedingsmiddelen met veel vezels zoals granen, zemelen, volle tarwe, bruin brood, volkorenbrood, roggebrood, volkoren beschuit, muesli
• kaas, pindakaas, chocoladepasta, hagelslag
• sterk gekruide sauzen, sterk gekruide jus, ei
• volkorenpasta, zilvervliesrijst, frites, chips, gekookte aardappelen, puree
• spruitjes, zuurkool, bloemkool en alle andere koolsoorten, erwten, bonen, kapucijners, linzen en andere peulvruchten, uien, knoflook, tauge, prei, radijs, paprika, champignons, tomaten, asperges, rauwkost
• mais, popcorn
• fruit, gedroogd fruit, appelmoes, noten, vruchtengebak
• melk, slagroom, yoghurt, zure room, ijs en andere melkproducten, sojamelk
• koolzuurhoudende dranken

Wel eten

• wit brood, crackers (geen volkoren), eierkoek, biscuit, beschuit, cornflakes
• mager vleesbeleg, vruchtenhagel, stroop, suiker, jam
• heldere bouillon, vetarm gebakken/ gebraden vlees, kip (ongepaneerd), vis (ongepaneerd)
• witte pasta, witte rijst
• 100 gram gekookte groente, licht verteerbaar, zoals witlof, worteltjes, spinazie
• zuurtjes, pepermunt
• ranja, heldere druivensap of appelsap, koffie, thee

Nuchter zijn 

Voor het onderzoek moet uw kind nuchter zijn. Dat wil zeggen:

• Vanaf 21.00 uur de avond voor het onderzoek mag uw kind niets meer eten en alleen nog maar water of thee (geen smaakjesthee) zonder suiker drinken. Andere dranken mogen niet.
• Op de dag van het onderzoek mag uw kind vanaf 0.00 uur geen tanden poetsen met tandpasta. Poetsen met alleen water mag wel.
• Op de dag van het onderzoek mag uw kind vanaf 0.00 uur geen kauwgom gebruiken.
• Mocht uw kind roken, dan mag dit niet meer vanaf 0.00 uur.

Contact opnemen in geval van ziekte

Neem contact op met de opnameplanner als uw kind voorafgaand aan het onderzoek ziek is geworden, koorts heeft of in aanraking is geweest met een besmettelijke kinderziekte zoals de waterpokken. Het kan zijn dat het onderzoek dan wordt verzet.

Broertjes en zusjes

Neem geen andere kinderen mee naar het ziekenhuis. Er is geen opvang en het is belangrijk dat u uw volledige aandacht kunt richten op uw kind dat het onderzoek ondergaat.

Het onderzoek wordt gedaan op de kinderdagbehandeling.

Eerst ademt uw kind op aanwijzing van de verpleegkundige door een mondstuk dat is aangesloten op het H2 ademapparaat. Dit duurt 1 minuut. Daarna krijgt uw kind een beker met lactosedrank.

Door de lactose kan uw kind, als het inderdaad een lactose-intolerantie heeft, buikpuin of diarree krijgen.

Na het drinken van de lactosedrank, moet uw kind vijf keer (steeds om het half uur) in het apparaat in- en uitademen. Soms is nog een zesde keer nodig.

Het onderzoek duurt 3 tot 4 uur. Tussen het blazen door kunt u met uw kind gebruik maken van de speelzaal van de kinderafdeling. Na de laatste keer blazen mogen u en uw kind naar huis.

Na het onderzoek mag uw kind weer eten en drinken. Dit kan eten en drinken zijn dat u zelf heeft meegenomen. Ook de verpleegkundige van de kinderdagbehandeling kan uw kind een boterham en wat te drinken aanbieden.

Zodra u een datum heeft waarop de H2-ademtest plaatsvindt, kunt u bij de polikliniek Kindergeneeskunde een afspraak maken voor een telefonisch consult voor ongeveer een week na de test. De arts bespreekt dan met u de uitslag.

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust. U kunt contact opnemen met de kinderdagbehandeling (op werkdagen tussen 13.30 en 15.00 uur) of met de polikliniek Kindergeneeskunde (op werkdagen tussen 16.00 en 17.00 uur). Ook tijdens het onderzoek zal de verpleegkundige uw eventuele vragen graag beantwoorden. Met vragen over de planning van de test kunt u terecht bij de opnameplanner. Telefoonnummers vindt u achter in deze folder.

Polikliniek Kindergeneeskunde
088 250 6326

Opnameplanner kinderafdeling/ kinderdagbehandeling
088 250 6966

Kinderdagbehandeling Utrecht
088 250 6129

Kinderdagbehandeling Zeist
088 250 9556

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].