Translate website
Disclaimer
Nederlands: U vraagt Google Translate Services om onze teksten te vertalen. Daardoor kunnen er fouten in de teksten zitten. Automatische vertalingen zijn niet perfect, ons ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor mogelijke vertaalfouten. Heeft u vragen over uw gezondheid? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Meer weten? Lees de toelichting vertaalbeleid
English: You ask Google Translate Services to actively translate our texts. Therefore they may contain errors. Automatic translations are not perfect. Diakonessenhuis is not responsible for possible translation errors. Do you have questions about your health? Then always contact your doctor.
Want to know more? Read the explanation of translation policy
Hangend bovenooglid (ptosis)
U wordt binnenkort geopereerd aan een hangend bovenooglid. Deze operatie vindt plaats in dagbehandeling. Deze folder geeft informatie over de gang van zaken rond de operatie. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie voor u anders kan zijn dan beschreven is. Meer informatie over een dagbehandeling kunt u vinden in de folder ‘Opname op de dagbehandeling’.
Algemeen
Wat is een hangend bovenooglid?
Bij het openen van de ogen gaat het bovenste ooglid omhoog. De levatorspier, een spier die vanuit de top van de oogkas naar het ooglid loopt, zorgt hiervoor. Deze spier loopt naar het ooglid toe uit in een dunne peesplaat. Deze peesplaat zit vast aan een bindweefselplaat in het ooglid (zie afbeelding).
Wanneer de levatorspier aanspant, gaat het bovenooglid omhoog (het oog gaat open). Ontspant de spier weer dan zakt het ooglid omlaag (het oog gaat dicht). Trekt de levatorspier het ooglid niet voldoende omhoog dan ontstaat een hangend bovenooglid. In medische termen wordt dit een ptosis genoemd. Een hangend bovenooglid komt meestal aan één oog voor. Soms treedt het verschijnsel aan beide ogen tegelijkertijd op.
Oorzaken
Een hangend bovenooglid is meestal het gevolg van het losraken van de aanhechting van de levatorspier in het ooglid. Ook kan het pezige deel van de spier uitrekken waardoor de verbinding tussen de spier en het ooglid verslapt. Door het loslaten of uitrekken, kan de spier het ooglid niet meer (voldoende) omhoog trekken. Dit is het gevolg van:
- Veroudering, waardoor het weefsel verslapt. Het langdurig dragen van harde contactlenzen. Ongeveer 10% van de mensen die langer dan 10 jaar harde contactlenzen draagt, krijgt een hangend ooglid.
- Oogoperaties.
- Ernstige oogontstekingen of ongevallen waarbij veel zwelling van de weefsels van het ooglid is opgetreden.
- Een spierziekte. Hierop gaat deze folder niet in. De oogarts heeft ook vastgesteld dat dit niet op u van toepassing is.
Klachten
Een hangend bovenooglid geeft de volgende klachten:
- irritatie van de ogen;
- verslechtering van het zien, doordat het ooglid voor de pupil zakt;
- ogen die 's avonds dichtvallen.
Naast bovenstaande klachten heeft een hangend bovenooglid invloed op het uiterlijk.
Doel van de operatie
Een hangend bovenooglid
Tijdens de operatie wordt de levatorspier ingekort, waardoor het bovenooglid niet meer hangt.
Huid teveel in het bovenooglid
Soms heeft iemand met een hangend bovenooglid ook een teveel aan huid in het bovenooglid. Voor een goed resultaat wordt dit tegelijkertijd met het hangende ooglid gecorrigeerd. Is dit bij u het geval, dan heeft de oogarts dit met u besproken. U heeft dan ook de folder 'Huidteveel in de bovenoogleden. Dermatochalasis' gekregen.
Voorbereidingen
Voorbereidingen thuis
De verzekering
Niet alle verzekeraars vergoeden deze operatie.
Voordat de operatie kan plaatsvinden, moet eerst toestemming gevraagd worden bij uw verzekeraar voor de vergoeding. Uw oogarts vraagt deze toestemming digitaal aan bij uw zorgverzekeraar. U kunt alvast zelf informeren bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling wordt vergoed.
Tijdelijk stoppen met (bloedverdunnende) medicijnen
Ooglidoperaties worden liever niet verricht als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (zoals Ascal, acetylsalicylzuur of medicijnen van de trombosedienst). Gebruikt u deze medicijnen, overleg dan (ruim voor de opname) met uw oogarts.
Eten en drinken
Op de operatiedag mag u 's ochtends een licht ontbijt gebruiken. Daarna mag u tot na de operatie niets meer eten of drinken.
Geen make-up
Gebruikt u op de operatiedag geen make-up.
Vervoer regelen
Na de operatie mag u niet zelf autorijden. Regelt u daarom een taxi of iemand die u naar huis brengt.
Meenemen naar het ziekenhuis
In de folder ‘Opname op de dagbehandeling’ staat aangegeven welke spullen u mee moet nemen naar het ziekenhuis.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur voor de opname) melden aan de polikliniek Oogheelkunde. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Opname en operatie
Melden
Op de afgesproken tijd meldt u zich op de verpleegafdeling.
Anesthesie
Een operatie van een hangend bovenooglid vindt plaats onder plaatselijke (lokale) verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie. Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
Voorbereidingen op de afdeling
U krijgt een operatiejasje aan. Vervolgens gaat u op een bed naar de operatiekamer.
Gang van zaken tijdens de operatie
Voor de operatie tekent de oogarts met een viltstift de plaats aan waar de snee in het ooglid gemaakt gaat worden.
Voor de verdoving van het oog krijgt u een injectie in het ooglid. Deze injectie doet kort pijn en is vergelijkbaar met de verdoving bij de tandarts.
De assistent maakt uw gezicht schoon met zeep. U krijgt steriele doeken over u heen. Uw gezicht blijft vrij. De oogarts maakt een sneetje in het bovenooglid, kort de pees in en hecht de levatorspier opnieuw vast aan het ooglid. Tijdens de operatie vraagt de oogarts u van tijd tot tijd hem aan te kijken om het effect te beoordelen.
Bij een ooglidoperatie worden geen zelfoplossende hechtingen gebruikt. Zelfoplossende hechtingen geven meer reactie van de wond, waardoor het litteken minder mooi wordt.
U voelt weinig tot niets van de operatie.
Duur van de operatie
De operatie duurt ongeveer een uur.
Risico's en mogelijke complicaties
De kans op een complicatie is gering. Echter zoals bij alle operaties, kunnen complicaties optreden, zoals een infectie of bloeding.
Een operatie van het bovenooglid kan een aantal bijwerkingen hebben. Deze komen in de praktijk zelden voor. De meest voorkomende zijn:
- overcorrectie en ondercorrectie;
- dikker bovenooglid en ongevoeligheid van het bovenooglid;
- litteken;
- inclusiecystes;
- te lage huidplooi;
- het bovenooglid van het andere oog gaat hangen;
- irritatie van het oog.
Overcorrectie en ondercorrectie
Bij ongeveer 15% van de patiënten is na de operatie sprake van een ondercorrectie (het ooglid staat nog steeds te laag), of overcorrectie (het ooglid staat te hoog). Dit komt doordat door bloedingen en verdovingsvloeistof de stand van het ooglid tijdens de operatie niet altijd goed te beoordelen is. Heroperaties kunnen dan nodig zijn. Soms is het resultaat pas goed na meerdere operaties.
Dikker bovenooglid en ongevoeligheid van het bovenooglid
Een operatie van het bovenooglid veroorzaakt een tijdelijke vochtophoping in het ooglid waardoor het ooglid dikker wordt. Deze verdikking verdwijnt geleidelijk. Het duurt vaak enige maanden voordat het ooglid weer de normale omvang heeft.
Hetzelfde geldt voor het gevoel in het bovenooglid. Tijdens de operatie worden de zenuwen in de huid doorgesneden. Hierdoor wordt het bovenooglid gevoelloos of voelt het anders aan dan normaal. Ook dit herstelt zich binnen enige maanden.
Litteken
Het litteken van de operatie komt in de huidplooi van het bovenooglid, zodat het bij rechtuit kijken niet te zien is. Hoe zichtbaar het litteken uiteindelijk is bij sluiten van het oog, is afhankelijk van het herstelvermogen van uw huid. Wanneer wondjes bij u altijd al mooi genezen, dan heeft u een grote kans op een mooi litteken na deze operatie. Ontstaan bij u na wondjes vaak duidelijke littekens dan zal ook het litteken van de oogoperatie wat zichtbaarder zijn.
lnclusiecystes
Bij de plek waar met de hechtnaald door de huid gestoken is, kunnen zich soms kleine gele bobbeltjes (inclusiecystes) ontwikkelen. Meestal verdwijnen deze spontaan.
Te lage huidplooi
Wanneer na de operatie blijkt dat de huidplooi te laag zit, kan het nodig zijn om huid uit het ooglid te verwijderen om zo de huidplooi op de goede hoogte te krijgen.
Het bovenooglid van het andere oog gaat hangen
Na de operatie kan het andere bovenooglid gaan hangen. Dit komt doordat de hersenen de spieren in beide bovenoogleden samen aansturen. Wanneer één ooglid hangt, gaan de spieren in beide bovenoogleden harder werken. Dit camoufleert dat het andere ooglid feitelijk ook al hangt. Na de operatie functioneren de spieren weer op normale sterkte. Dan kan blijken dat het andere ooglid te laag hangt. Wanneer dit verschijnsel optreedt, wordt het andere oog in een later stadium geopereerd.
Irritatie van het oog
Af en toe komt het voor dat het oog na de operatie een tijd geïrriteerd is. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Het oog kan wijder openstaan, waardoor het meer uitdroogt. Irritatie kan ook optreden wanneer de traanfilm onvoldoende van kwaliteit is of wanneer de traanproductie onvoldoende is. Soms is het nodig oogdruppels te gebruiken.
Het uiteindelijke operatieresultaat
Hoewel volledige symmetrie tussen beide oogleden niet altijd te bereiken is, blijkt ongeveer 85% van de patiënten tevreden met het resultaat van de eerste operatie. Bij ongeveer 15% van de patiënten bestaan er na de eerste operatie nog afwijkingen (meestal een te groot hoogteverschil tussen de oogleden) waardoor nog een operatie nodig is. Na de aanvullende operatie(s) wordt vrijwel altijd een goed resultaat bereikt. Verreweg de meeste patiënten zijn dan ook tevreden met het uiteindelijke operatieresultaat.
Ontslag
Naar huis
Voelt u zich goed dan kunt u naar huis. Wij raden u aan ervoor te zorgen dat iemand u op komt halen. U mag de dag van de operatie niet zelf autorijden.
Leefregels
Doe het de dag van de operatie rustig aan. Of u de dag na de operatie kunt werken, is afhankelijk van uw beroep: vermijd de eerste week zware inspanning en voorkom dat er druk wordt uitgeoefend op uw oog of tegen uw oog gestoten wordt. Voor sporten geldt hetzelfde. Een flinke wandeling of een fietstocht is geen probleem, maar voorkom zware inspanning, stoten en druk op het oog.
In principe kunt u de dag na de operatie weer normaal zien en mag u autorijden.
Pijn
De meeste mensen hebben na de operatie geen of weinig pijn en hoeven geen pijnstillers te gebruiken. Gebruik zo nodig paracetamol.
Belangrijk: Neem tot drie dagen na de operatie nooit Aspirine. Dit kan ernstige bloedingen veroorzaken.
Zwelling
Na de operatie is het ooglid gezwollen. U kunt de zwelling beperken door de wond te koelen met ijs. Hiervoor bestaan speciale ijsbrillen of stop ijsblokjes in een plastic dichtgeknoopte zak. Doe dit zakje in een vochtige washand en leg dit op het ooglid.
Bloedingen
De verdovingsvloeistof, die tijdens de operatie gebruikt wordt, bevat een vaatvernauwend middel. Dit beperkt het bloeden tijdens de operatie. Wanneer dit middel na de operatie is uitgewerkt, kunnen nabloedingen optreden. Meestal zijn die beperkt en leiden ze hooguit tot blauwe plekken in het boven- of onderooglid. De mate waarin blauwe plekken optreden, verschilt sterk per patiënt.
Komt er bloed uit de wond, druk dan tien minuten met een gaasje op de wond. Stopt het bloeden niet, neem dan contact met ons op (zie 'Problemen thuis').
Infectie
Als in de dagen na de operatie de pijn toeneemt, kan er een infectie zijn ontstaan. Neem in dat geval contact met ons op (zie 'Problemen thuis'). Vaak is een behandeling met antibiotica nodig.
Overigens zijn infecties en bloedingen die een uitpuilend oog veroorzaken zeldzaam.
Wondverzorging
Het is belangrijk dat de wond de eerste twee dagen droog blijft. Let hierop bij het baden of douchen. Wrijf de eerste dagen niet in uw geopereerde oog.
Soms heeft de oogarts een pleister op de wond geplakt. Deze wordt bij de controle op de polikliniek verwijderd. Valt de pleister er eerder af dan hoeft u geen nieuwe pleister aan te brengen.
Problemen thuis
Wanneer moet u ons bellen?
Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:
- Als er bloed uit de wond stroomt en dit na tien minuten afdrukken met een gaasje op de wond niet stopt.
- Als u toenemende pijn heeft in de dagen na de operatie. U heeft mogelijk een infectie.
- Neem direct contact op bij een bloeding die een uitpuilend oog veroorzaakt. U merkt dit aan:
- toenemende pijn in het oog;
- toenemende spanning in het oog en een drukkend gevoel;
- afname van het zicht.
Wie moet u bellen?
- Tijdens kantoortijden belt u met de polikliniek Oogheelkunde.
- Buiten kantoortijden belt u in geval van spoed het algemene nummer van het ziekenhuis: 088 250 5000.
Met vragen die kunnen wachten, kunt u terecht bij de polikliniek. Dit kan telefonisch of via de app BeterDichtbij.
Controleafspraak
Vijf tot zeven dagen na de operatie komt u voor controle op de polikliniek. De oogarts verwijdert de hechtingen en de pleister.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 10 januari 2025
Code: OOG10