Naar huis met uw baby (na bevalling)

Als het goed is heeft u in het ziekenhuis contact gehad met uw eigen kraamorganisatie en heeft u afgesproken hoe laat de kraamverzorgende bij u thuis is. Is de kraamverzorgende er bij thuiskomst nog niet? En heeft u een vraag die niet kan wachten? Neem dan contact op met uw eigen verloskundige. 

Algemeen 

• Doe rustig aan en probeer met de baby mee te slapen als dit kan.

Eten en drinken

• Eet gezond, vezelrijk en drink voldoende. Dit houdt in 2 tot 2,5 liter per 24 uur. Tip: Drink bij elke voeding een glas water.

Toiletgang

• Was uw handen voor en na de verzorging van uzelf en de baby.

• Verwissel bij ieder toiletbezoek het kraamverband. Het is normaal dat het kraamverband elke 3 uur helemaal doordrenkt is met bloed. Naast helderrood bloedverlies kunt u ook één stolsel verliezen zo groot als een vuist. Verliest u meerdere stolsels ter grootte van een vuist, neem dan contact op met uw verloskundige.
• Plas voor iedere voeding. Spoelen met lauw water tijdens en na het plassen kan de pijn verzachten.

Hechtingen

• Hechtingen kunnen pijnlijk zijn. Een ijskompres of coolpack kan verlichting geven. Leg dit nooit direct op de huid. Doe een washandje om het ijskompres of coolpack heen voordat u deze tegen de huid plaatst.

Pijn

• Heeft u pijnlijke naweeën of pijn van de hechtingen dan kunt u 2 tabletten paracetamol van 500mg per stuk innemen met tussenpozen van 6 uur. Gebruik maximaal 8 tabletten paracetamol per 24 uur.

Temperatuur

• Meet de temperatuur van de baby bij iedere verschoning van de luier. De temperatuur van de baby moet tussen de 36,5 ˚C en 37,5 ˚C zijn.
• Voor het meten van de temperatuur legt u uw baby op zijn/haar zij. Via de anus van de baby brengt u de gehele zilverkleurige punt van de thermometer voorzichtig in. Wacht totdat de thermometer klaar is met meten en noteer de temperatuur.
• Is de temperatuur te hoog of te laag? Voer dan 1 van de volgende acties uit. En controleer de temaperatuur van uw baby na een uur opnieuw. Als de temperatuur te hoog of te laag blijft, overleg dan met uw verloskundige.
• Zie voor het klaarmaken van een kruik de instructies die u van uw kraamorganisatie heeft ontvangen.

Voeding

• Als u borstvoeding geeft; Voed op verzoek van uw baby en leg uw baby in ieder geval iedere 3 uur aan. Dit bevordert de melkproductie. Voeden op verzoek houdt in dat u alert bent op voedingssignalen van de baby zoals smakken en sabbelen op zijn/haar vuist. Huilen is een laat voedingssignaal.
• Als u flesvoeding geeft; geef uw baby elke 3 á 4 uur een fles met 10 ml per keer in de eerste 24 uur na de geboorte. Volg de instructies op de verpakking om de voeding klaar te maken. Druppel enkele druppels melk op de binnenkant van uw pols en voel of de voeding niet te warm is.
• Het is niet erg als je baby de eerste 24 uur een voeding niet wil doordat hij/zij misselijk is of blijft slapen. Probeer het gewoon elke 3 uur opnieuw.
• Probeer bij flesvoeding na iedere voeding de baby te laten boeren door de baby rechtop te houden op uw schouder en zachtjes over de rug te wrijven of te kloppen.
• De baby kan door de bevalling misselijk zijn. Soms braakt de baby roestbruin slijm op. Dit kan geen kwaad. U kunt uw baby dan even rechtop houden of op de zij leggen zodat hij/zij het slijm beter kwijt kan. Een baby die misselijk is, heeft minder trek. Dit is niet erg, maar blijf wel regelmatig proberen of de baby wil drinken. In het geval dat uw baby helderrood bloed/slijm braakt, neem dan contact op met uw verloskundige.
• Noteer in onderstaande tabel de tijdstippen waarop de baby gedronken heeft.

Verschonen

• Verschoon uw baby bij elke voeding en kijk of hij/zij gepoept en/of geplast heeft. noteer dit in onderstaande tabel. Bij twijfel kunt u de luiers bewaren tot de kraamverzorgende er is.

Als uw baby is geboren met een vacuümpomp of een tang kan hij/zij hoofdpijn hebben of misselijk zijn. Zorg voor zo veel mogelijk rust voor je baby. Laat uw baby de eerste 24 uur bijvoorbeeld alleen vasthouden door u en uw partner. Bekijk het hoofdje van uw baby zo nu en dan en kijk of de zwelling van de kunstverlossing afneemt.

Het kan zijn dat de baby wat geel gaat zien. De kans hierop is iets groter als de baby is geboren met een vacuümpomp.

Neem in geval van ongerustheid contact op met uw verloskundige.

Wanneer belt u de verloskundige voor uw baby? Als:

• Uw baby een temperatuur heeft onder 36,5 ˚C of boven de 37,5 ˚C en bovenstaande acties helpen niet.
• Uw baby na 24 uur nog steeds niet heeft geplast of na 48 uur nog niet heeft gepoept.
• Uw baby druppelsgewijs of meer bloed uit de navelstomp verliest.
• Uw baby kreunt aanhoudend klagerig.
• Uw baby een bleke kleur heeft of de lippen, tong en/of binnenkant van de mond een blauwpaarse kleur hebben.
• Uw baby helderrood bloed/slijm braakt of gifgroen braaksel heeft.

Wanneer belt u de verloskundige voor uzelf? Als:

• U 6 uur na de bevalling nog niet heeft kunnen plassen.
• U 2 doordrenkte maandverbanden met bloedverlies heeft binnen één uur.
• U 2 stolsels of meer ter grootte van uw vuist in één uur verliest.
• U koorts heeft boven de 38,0 ˚C rectaal gemeten.
• U hevige pijn heeft die niet met paracetamol te verhelpen is.
• U zich zorgen maakt.

In het geval van vragen en/of zorgen die niet kunnen wachten tot de volgende dag kunt u contact opnemen met uw eigen verloskundigenpraktijk. Voor meer aandachtspunten kunt u de signalenkaart op de website www.deverloskundige.nl inkijken.

Triage Gynaecologie en verloskunde
088 250 6459

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].