Infectie met de bacterie Clostridium difficile

Onlangs is via uw ontlasting aangetoond dat u een infectie heeft met de Clostridiumbacterie. In deze folder vindt u informatie over deze bacterie, de behandelingsmogelijkheden en de maatregelen die wij treffen om verspreiding van de bacterie binnen het ziekenhuis te voorkomen.

Verstoorde darmflora

In onze darmen bevinden zich veel verschillende bacteriën die helpen bij de spijsvertering en die weerstand bieden tegen andere schadelijke bacteriën. Deze darmbacteriën samen noemen we ook wel darmflora. Als het evenwicht in de darmflora verstoord is, kunnen ‘ongewone’ bacteriën uitgroeien en mensen ziek maken. De oorzaak van zo’n verstoorde darmflora is vaak het gebruik van antibiotica. Antibiotica werken niet alleen tegen de 'slechte' bacteriën waartegen ze zijn voorgeschreven, maar ook tegen 'goede' bacteriën. 

Clostridium difficile

De bacterie Clostridioides (Clostridium) difficile (CD) komt veel voor: 80% van alle pasgeborenen en 1 tot 3% van alle volwassenen hebben deze bacterie in de ontlasting. De bacterie zit in de darm en richt daar normaal geen schade aan. Pas als de drager bepaalde antibiotica gebruikt en zijn of haar weerstand ernstig afgenomen is, kan deze bacterie uitgroeien en gifstoffen (toxines) produceren. Van die gifstoffen kan de drager ziek worden. Dat overkomt slechts enkele mensen.

Klachten bij een infectie

De volgende klachten horen bij een infectie met de bacterie CD: diarree, soms met misselijkheid, buikpijn, krampen of koorts.

Behandeling van een infectie

Bij een infectie met Clostridium difficile (CD) proberen we het evenwicht in de darmflora te herstellen. Als het evenwicht verstoord raakte door antibiotica, kijken we of het mogelijk is om met die antibiotica te stoppen. Sommige antibiotica werken juist goed tegen de CD-bacterie. Het kan dus zijn dat u alsnog een ander soort antibiotica krijgt voorgeschreven. Deze antibiotica krijgt u in de vorm van pillen of via een infuus. Een CD-infectie is lastig te behandelen en kan soms lang duren. Zorg dat u voldoende drinkt, om uitdroging te voorkomen. 

Clostridium difficile in het ziekenhuis

Een infectie met de CD-bacterie komt alleen voor bij mensen die antibiotica gebruiken én die verzwakt zijn door ernstige ziektes, medicijngebruik of zware operaties en ouderdom. Omdat er in een ziekenhuis relatief veel mensen zijn met deze risicofactoren, komt de ziekte vaker voor in een ziekenhuis dan daarbuiten.

Dit kunt u zelf doen

Zorg dat u voldoende drinkt om uitdroging te voorkomen.
Om overdracht aan anderen te voorkomen: was uw handen regelmatig met water en zeep, zeker na toiletgebruik.

Maatregelen van het ziekenhuis om besmetting te voorkomen

In het ziekenhuis nemen we de volgende maatregelen om verspreiding te voorkomen:

  • We verplegen u op een aparte kamer.  
  • Zorgverleners dragen bij verzorging en behandeling een schort en handschoenen.
  • Zorgverleners desinfecteren hun handen met handalcohol na uw verzorging.
  • Overleg met uw verpleegkundige als u van uw kamer af wilt. Bijvoorbeeld om een rondje te wandelen over de gang. Vaak is dit mogelijk.
  • Gebruik alleen het sanitair van uw eigen kamer en niet ergens anders in het ziekenhuis.

Deze maatregelen gelden tot u 2 dagen geen diarree meer heeft. Komt de diarree weer terug tijdens uw opname? Meld dit dan bij uw verpleegkundige of arts.  

Bezoek

Uw familieleden en vrienden mogen u gewoon bezoeken. Zij hoeven geen schort en handschoenen te dragen. Wel vragen we hen het volgende:

  • Bij het verlaten van uw kamer moeten zij hun handen goed wassen met water en zeep of hun handen desinfecteren met handalcohol.
  • Na het bezoek mogen zij niet aansluitend op bezoek gaan bij een andere patiënt in het ziekenhuis. 

Doet iemand de was voor u? Dit kan op de normale manier. Nadat het wasgoed in de machine is gestopt, moet deze persoon wél de handen goed wassen met water en zeep.

Naar huis

Tijdens de behandeling kan uw arts besluiten dat u naar huis kunt. Blijf ook thuis uw handen goed wassen met zeep na elke toiletgang en voor het bereiden van maaltijden. Dit geldt ook voor uw huisgenoten. 

Als u met ontslag gaat naar een andere zorginstelling dan geeft uw arts aan de zorginstelling door dat u een infectie met de CD-bacterie heeft (gehad). De vervolginstelling kan dan ook hygiënemaatregelen nemen.  

De CD-bacterie is erg hardnekkig. Er is een grote kans dat de ziekte nog een keer terugkeert of dat het lang duurt voor het over gaat. Krijgt u na uw ontslag thuis opnieuw diarree, neem dan contact op met uw huisarts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundigen of aan uw arts. Met specifieke vragen over de bacterie kunt u contact opnemen met de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie.

Telefoonnummers

Afdeling Hygiëne en infectiepreventie
088 250 6440

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 1 juli 2025

Code: HYG4