Leefregels na een borstamputatie

U heeft een borstamputatie ondergaan. U zult merken dat na de operatie uw conditie achteruit is gegaan. Dit komt onder andere door de narcose, de wond en eventueel bloedverlies. In deze folder vindt u adviezen voor de eerste periode thuis.

Nazorg

  • Wondverzorging: De huidkleurige pleisters (hechtpleisters) mogen gewoon blijven zitten en nat worden. De pleisters worden bij de eerstvolgende poliklinische controle verwijderd. Controleer de wond dagelijks op roodheid, zwelling, warmte en wondvocht
  • Seroomvorming: Op de plaats van de wond kan zich vocht ophopen. Dit kan op de polikliniek met een naald (meestal pijnloos) verwijderd worden.
  • Pijnbestrijding: Het wondgebied kan de eerste weken gevoelig zijn en het dragen van een bh kan vervelend zijn. Bij pijnklachten raden we u aan, tenzij anders voorgeschreven, om regelmatig paracetamol (maximaal 4 x 1000 mg per dag) te gebruiken. Een goede pijnbestrijding kan uw herstel positief beïnvloeden.

Leefregels

  • Rustmomenten: ‘Luister’ goed naar uw lichaam en neem rust als dat nodig is. U merkt vanzelf wanneer u activiteiten zoals werken en sporten weer op kunt pakken.
  • Emoties: Angst, onzekerheid, onrust en verdriet om verlies zijn veel voorkomende emoties na een borstoperatie. Als u over deze emoties wilt praten, kunt u terecht op de mammapolikliniek, bij uw huisarts en/of bij lotgenoten (zie de folder van de Borstkanker Vereniging Nederland).
  • Sporten: Een week na de operatie kunt u het sporten geleidelijk aan proberen op te bouwen.
  • Douchen: Twee dagen na de operatie mag u weer kort douchen. U mag pas weer in bad of zwemmen als de wond dicht is
  • Gebruik van deodorant en ontharen van de oksel: Twee of drie weken na de operatie (als de wond goed dicht is) mag u weer deodorant gaan gebruiken. Gebruik bij voorkeur een neutrale deodorant (zonder alcohol). Tot die tijd kunt u ongeparfumeerde talkpoeder gebruiken. Ook ontharen van de oksel mag weer na twee of drie weken. Gebruik bij voorkeur een ladyshave.
  • Autorijden en fietsen: De eerste 2 of 3 weken na de operatie raden wij u aan om zelf geen auto te gaan rijden. Dit is afhankelijk van de armfunctie en seroomvorming.

Controleafspraak

Zeven tot tien dagen na de operatie heeft u de eerste poliklinische controle en krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek van uw medisch en/of verpleegkundig specialist.

Follow-up-gesprek

Na ongeveer vijf weken heeft u een afrondend gesprek (een follow-up-gesprek) met de mammacareverpleegkundige. Zij bespreekt met u hoe het met u gaat en kan u adviseren over ondersteuning. Zij vraagt u naar uw ervaringen tijdens de opname in het ziekenhuis en de periode erna. Onderwerpen die aan de orde komen zijn de uitslag van het onderzoek, eventuele nabehandelingen, de wondgenezing, pijnklachten, het dragen van de tijdelijke prothese, armfunctie, moeheid en emoties. Ook informeert zij u over een blijvende prothese. Natuurlijk is er ruimte voor het stellen van uw vragen.

Contact opnemen

Neem in de onderstaande gevallen contact op met het ziekenhuis. U kunt een afspraak maken bij uw arts of verpleegkundig specialist via de mammapolikliniek. Buiten kantoortijden neemt u contact op met de Spoedeisende hulp.

  • Als u koorts boven de 38,5 graden Celsius heeft.
  • Als u toenemende pijn heeft die met paracetamol niet verdwijnt.
  • Bij veranderingen aan de wond (roodheid, zwelling, warmte en/of vocht uit de wond). 

Vragen

In geval van vragen kunt u contact opnemen met de mammacareverpleegkundige of de mammapolikliniek.

Telefoonnummers

Mammapolikliniek
088 250 5030

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 15 december 2023

Code: M11