Ontwikkelingsgerichte zorg

Uw baby verblijft op de afdeling Neonatologie van het Diakonessenhuis. Op deze afdeling werken we volgens het principe van ‘ontwikkelingsgericht zorg’. Dit houdt in dat we de zorg zo veel mogelijk afstemmen op de conditie en mogelijkheden van uw baby. Dit doen we om stress bij uw baby te voorkomen of te verminderen. In deze folder leest u hierover meer en wat u hier zelf in kunt betekenen.

De ontwikkeling van uw baby

De groei en ontwikkeling van uw baby waren in de baarmoeder in volle gang. De omgeving waarin uw baby zich nu bevindt is nieuw: er is licht, geluid, zwaartekracht en er zijn aanrakingen. De ontwikkeling en groei gaan verder, maar anders dan in de baarmoeder. Dit betekent dat uw baby extra steun nodig heeft. Wij bieden die steun onder andere door licht en geluid te dempen en goed naar het gedrag van uw baby te kijken en de zorg daar op af te stemmen.

Waarom ontwikkelingsgericht zorg?

In de baarmoeder is het donker en wordt het geluid gedempt. In het vruchtwater heeft uw baby nog geen last van zwaartekracht en kan hij/zij vrij bewegen. Hij/zij hoort steeds de gedempte stemmen van zijn ouders. Het grootste gedeelte van de tijd brengt uw baby slapend door. Hij/ij heeft geen pijn of stress. De darmen hoeven nog geen voeding te verwerken. Naarmate uw baby groeit wordt de ruimte kleiner en komt uw baby vanzelf in een gebogen positie. De baby voelt zich gesteund door de wanden van de baarmoeder. Ook zorgt de baarmoeder voor een constante temperatuur. 

Als uw baby (te vroeg) wordt geboren, komt hij/zij in een omgeving die niet optimaal bij de ontwikkelingsfase past. Zo moet uw baby (veel eerder) leren zelf te ademen en voeding te verteren. Ook wordt uw baby blootgesteld aan allerlei indrukken die stress kunnen opleveren. Bij te vroeg geboren baby’s kan dit invloed hebben op de ontwikkeling, met name van de hersenen.

Met ontwikkelingsgerichte zorg willen we stress verminderen en de relatie tussen ouder en baby bevorderen. Zodat uw baby zich prettig voelt en zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen.

Veroorzakers van stress

De omgeving van een (te vroeg) geboren baby bestaat met name uit veel licht en geluid. Uit onderzoek blijkt dat beide een negatief effect op de baby kunnen hebben. Zo beinvloedt licht het slaap-waakritme en kan te veel geluid leiden tot overmatige prikkeling. Dit kan uiteindelijk leiden tot verminderde groei. Door de baby te beschermen tegen licht en geluid vermijden we onnodige prikkeling.

Licht

Een pasgeboren baby wordt aan een veel hogere lichtintensiteit blootgesteld dan in de baarmoeder. De ogen van een baby zijn pas met 34 weken volledig ontwikkeld. Tot die tijd kan uw baby geen licht filteren. Uw baby heeft ook nog geen andere beschermende vermogens, zoals het wegkijken van de lichtbron of het toeknijpen van de ogen.

Zelfs als de oogleden het merendeel van de dag nog gesloten zijn, bereikt 33% van het witte licht het netvlies, doordat de oogleden nog zo dun zijn. 

Om uw baby zoveel mogelijk te ‘beschermen’ tegen het licht op de afdeling, gebruiken we doeken om couveuses af te dekken of een hemeltje bij een wieg. In een donkere omgeving zal uw baby eerder zijn ogen openen en proberen contact te maken. 

In een donkere omgeving slapen baby’s dieper en langer en zijn er minder stressreacties. In de baarmoeder is het immers ook donker. Veel fel licht kan uw baby stress geven en heeft een negatief effect op het slaap-waak ritme. Denk bij fel licht ook aan het flikkerende licht van een TV of het licht van een telefoon of tablet.

Afhankelijk van de toestand en de leeftijd van uw baby dekken we de couveuse (gedeeltelijk) af met een couveusedoek. Naarmate de toestand van uw baby verbetert of uw baby ouder wordt en de oogjes beter ontwikkeld zijn, kunnen we meer licht aanbieden door de couveusedoek af te bouwen. 

Geluid 

Op de afdeling is veel geluid, zoals alarmen van monitoren, verschuiven van stoelen, openen en sluiten van de couveuse, telefoons die afgaan en gesprekken. 

Geluid veroorzaakt stress omdat een zieke of premature baby zich niet kan afsluiten van teveel prikkels. Prikkels worden hierdoor niet verwerkt. Er kan schrikachtig gedrag ontstaan en een verstoring van het slaap-waak ritme. Soms krijgen baby's een versnelde hartactie.

Om uw baby zoveel mogelijk af te schermen van geluid proberen we zo zacht mogelijk te praten en geen telefoon te gebruiken op de afdeling. Ook proberen we zo snel mogelijk te reageren op geluid van alarmen van de monitor, infusen en de telefoon

Houding

Bij de houding van uw baby proberen we zoveel mogelijk de begrenzende omgeving van de baarmoeder na te bootsen. We maken hiervoor gebruik van hulpmiddelen zoals een snuggle of een nestje. Hiermee kunnen we uw baby in een goede houding leggen zodat uw baby zich geborgen voelt. De verpleegkundige van de afdeling kan u uitleggen hoe u deze materialen moet gebruiken. Het is goed om uw baby onder monitorbewaking op de zij te leggen. Hij/zij voelt zich dan geborgen en kan de handen ter troost bij zijn/haar gezicht brengen.  

Voeding

Het gebied rond de mond is als eerste ontwikkeld. Op de afdeling kunnen er negatieve prikkels rond de mond zijn, zoals het inbrengen van een sonde. Uw baby kan prikkeling rond de mond dan als negatief gaan beoordelen. Daarom is het belangrijk om zoveel mogelijk te zorgen voor positieve prikkels. Voeding via de borst of fles is zo’n positieve prikkel. Als uw  baby nog niet toe is aan voeding, dan kunt u tijdens het buidelen uw baby contact laten maken met uw borst. Als hij/zij met het mondje bij uw tepel in de buurt ligt, dan ruikt zijn voeding.

Als uw baby er aan toe is kunt u uw baby aan een borst laten oefenen. Ook kunt u uw baby op een fopspeen laten zuigen, eventueel met een druppel moedermelk. Bied een fopspeen wel altijd op een positieve manier aan. Dit doet u door met het speentje over het mondje van uw baby te strijken. Uw baby zal dan zelf zijn/haar mond openen. Dan kunt u de speen aanbieden. Zie ook de folder ‘Van buidelen naar borstvoeding’. 

Zieke kinderen kunnen niet altijd direct drinken. Soms hebben ze te weinig energie of zijn ze nog niet in staat om tegelijk te ademen, te zuigen en te slikken. Ook als uw baby flesvoeding krijgt is het goed om alert te zijn op tekenen van voedingsbereidheid. Als uw baby een fles drinkt en hij is niet voedingsbereid kan dit leiden tot onnodige stress

Slaap

Naast buidelen is slaap de belangrijkste activiteit van uw baby. Slaap zorgt ervoor dat uw baby zich goed kan ontwikkelen. Met name de hersenen moeten zich nog verder ontwikkelen. Dat gebeurt tijdens de slaap. Daarom is het belangrijk dat u uw baby zo weinig mogelijk stoort tijdens het slapen. Dus niet aanraken en niet te luid spreken. Laat uw baby het ritme bepalen.

Lichaamstaal: stress en ontspanning herkennen

Op de afdeling Neonatologie vinden verschillende handelingen plaats door zowel artsen als verpleegkundigen. Deze handelingen zijn niet altijd vervelend maar kunnen wel stress opleveren voor uw baby. Daarom proberen wij de handelingen zoveel mogelijk achter elkaar te doen en met twee verpleegkundigen te doen. Zo kan de één de handeling uitvoeren en de ander troost bieden. Artsen en andere zorgverleners overleggen met de verpleegkundige wanneer ze uw baby kunnen bekijken of behandelen. Zo kunnen we deze momenten combineren met een verzorgingsmoment. Hierbij letten we op hoeveel uw baby aankan. Daarnaast plannen we bij te vroeg geboren baby’s rustdagen in zodat zij een hele dag niet onnodig gestoord worden. U als ouder kunt dan natuurlijk wel buidelen.

Om goed aan te sluiten bij de ontwikkeling en de gemoedstoestand van uw baby letten wij op stress-signalen;

  • snelle ademhaling
  • verandering van hartslag en kleur
  • huilen
  • trillen
  • verandering van spierspanning
  • kokhalzen
  • gapen
  • fronzen
  • overstrekken en/of zwaaien met armen en benen
  • het spreiden van tenen of vingers of het ‘stopteken’ geven
  • dichtknijpen van de ogen
  • vermijden van contact (wegkijken)
  • hikken of niezen 

Ook kunnen we zien wanneer uw baby comfortabel is:

  • Uw baby is rustig en wakker en kijkt rond of het heeft zijn/haar ogen ontspannen gesloten.
  • Hij/zij maakt bewegingen met zijn mond en tong en glimlacht ( een ‘oh’ gezicht).
  • Hij/zij sabbelt op een fopspeen, zijn eigen handje of de tepel.
  • Uw baby heeft een mooie huidskleur, een regelmatige hartslag en ademhaling en de saturatiewaarden zijn goed.
  • De ledematen zijn ontspannen, de bewegingen zijn vloeiend.
  • De gezichtsuitdrukking is zacht en ontspannen.
  • Hij/zij maakt tevreden geluidjes maken.

Zelf kunt u ook op de stress-signalen letten. Ziet u stress? Bied uw baby dan troost totdat hij zich ontspant voordat u verdergaat met de handeling.

Hoe helpen we bij de ontwikkeling van uw baby?

Op de afdeling beschikken we over verschillende middelen om de zorg zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de ontwikkeling van uw baby:

  • Een 'nestje' dat begrenzing en ondersteuning geeft in de couveuse of de wieg. Voor te vroeg geboren baby's gebruiken we een 'kant en klaar' nestje; voor baby's die op tijd geboren zijn gebruiken we een handdoek-rol.
  • Couveusedoek/hemeltje: Hiermee verminderen we de lichtinval in de couveuse of het wiegje.
  • Froggie: Hiermee bootsen we een hand na die op uw baby ligt. Druk van een vaste hand vindt uw baby prettiger dan aaien.
  • Early bird: Dit is een gehaakte knuffel met “sliertjes” die uw baby krijgt van de afdeling. Uw baby kan deze vastgrijpen. De sliertjes lijken op de navelstreng in de buik die de baby vastpakte ter comfort. Vanwege hygiëne gebruiken we deze knuffels niet in de couveuse.
  • Zorggesprek: Als de verwachting is dat uw baby langer dan een week opgenomen blijft, plannen wij een zorggesprek in. Hierin bespreken wij de ontwikkeling van uw baby, wat u als ouders fijn vindt in de zorg en hoe we de zorg zo goed mogelijk kunnen laten aansluiten bij de ontwikkeling van uw baby. Dit gesprek hebben we elke week zodat we de zorg  op de behoefte van uw baby en uw wensen kunnen blijven afstemmen.

De verpleegkundige legt u uit hoe u deze middelen het best kunt gebruiken.

Wat u zelf kunt doen

U als ouder bent de belangrijkste persoon in het leven van uw baby. We stimuleren dus het contact met u en uw baby. Dit doen we door u zoveel mogelijk te betrekken bij de zorg en de verzorging.

Buidelen

Tijdens de opname op de afdeling Neonatologie kunt u als ouder buidelen met uw baby. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat direct huid-op-huidcontact tussen ouder en baby veel positieve effecten heeft. Wij adviseren dit voor minimaal een uur aaneengesloten te doen. Buidelen mag meerdere malen per dag. Houd wel rekening met het slaap-waakritme van uw baby. De verpleegkundige kan hierover met u meedenken.

 Voordelen van het buidelen;

  • Uw baby raakt meer bekend  met uw stem, hartslag en lichaamsgeur. Dit is rustgevend en vermindert stress.
  • Aanraking zorgt voor een daling van stresshormonen en de aanmaak van kalmerende hormonen.
  • Uw baby kan makkelijker in een diepere slaap komen, wat weer zorgt voor betere hersenontwikkeling.
  • Het heeft een gunstig effect op onder andere de temperatuurregulatie, de ademhaling, de hartfrequentie en de bloeddruk.
  • De slaap is meer geregeld en er zijn langere slaapperiodes.
  • Het stimuleert de lichamelijke, verstandelijke en emotionele groei en ontwikkeling van de baby.
  • Het kan u als ouder zelfvertrouwen geven in het contact met uw baby.

Dagboekje

Hierin kunnen wij als verpleegkundige maar ook u als ouder regelmatig een verhaaltje schrijven over hoe het gaat en hierin leggen we mijlpalen vast. Dit kan voor later een leuk aandenken zijn maar het kan ook helpen in de verwerking.

Persoonlijke spulletjes

Het is fijn voor uw baby om zijn eigen spulletjes om zich heen te hebben. Denk aan een knuffeltje, eigen lakentjes/fopspeen en dergelijke. Let wel op dat deze materialen brandveilig zijn.

Geurdoekje

Draag een (spuug)doekje, een poosje bij u op de blote huid. Het doekje leggen we daarna bij uw baby, zodat hij/zij de vertrouwde geur van zijn/haar ouders bij zich heeft. 

De  verzorging

Als u uw baby gaat verzorgen, laat dan eerst weten dat u er bent door voorzichtig een hand op uw baby te leggen. Uw baby wordt dan rustig wakker en weet dat er wat gaat gebeuren. Haal daarna pas het laken of de snuggle weg. 
Leg geen spullen tijdens de verzorging op de couveuse. Dit klinkt voor uw baby erg hard.
Probeer indien mogelijk de verzorging samen te doen. De een kan de verzorging doen en de ander kan begrenzing bieden. De eerste keren kunt u met de verzorging meekijken en kunnen we samen kijken naar hoe uw baby reageert op de verzorging. Zelf kunt u ook op de stress-signalen letten; bied uw baby troost totdat hij/zij zich ontspant voordat u verdergaat met de handeling. 

Als u uw baby verplaatst - bijvoorbeeld van de couveuse naar moeder om te buidelen - houd uw baby dan tijdens het verplaatsten dicht tegen u aan. Op deze manier voelt uw baby geborgenheid en wordt hij/zij goed ondersteund.

Vragen

Met vragen over ontwikkelingsgerichte zorg kunt u terecht bij de verpleegkundigen van de afdeling. 

Bijgewerkt op: 11 augustus 2025

Code: K44