Oorsuizen (tinnitus)

In deze folder vindt u informatie over oorsuizen (tinnitus) en over diagnostiek en behandeling door de KNO-arts in het Diakonessenhuis.

Wat is tinnitus?

De medische naam voor oorsuizen luidt tinnitus aurium (kortweg: tinnitus), naar de Latijnse woorden “tinnire” (wat bellen of rinkelen betekent) en “aures” (oren). Tinnitus betekent dus letterlijk bellen of rinkelen in de oren.

Klachten

We spreken van tinnitus als u geluid waarneemt zonder dat er een geluidsbron aanwezig is. U hoort bijvoorbeeld ruisen, piepen, sissen, brommen of zoemen. Deze geluiden kunnen variëren van hard tot zacht, van hoog tot laag en van continu tot af en toe. Het gehoororgaan of de zenuwbanen geven signalen door die in de hersenen de betekenis ‘geluid’ krijgen zonder dat er werkelijk geluid is.

Oorzaken

Tinnitus is geen ziekte op zich, maar een symptoom of gevolg van een achterliggende oorzaak. Beschadigingen in het laatste gedeelte van het gehoororgaan of veranderingen in de zenuwbanen of de hersenen kunnen tinnitus veroorzaken. Ook spiertjes rond het oor die zich samentrekken of problemen in het middenoor kunnen tinnitusklachten veroorzaken. Andere oorzaken zijn afwijkingen aan bloedvaten in het hoofd of een hoge bloeddruk.

Ook gehoorverlies gaat vaak samen met tinnitus: ongeveer driekwart van de slechthorende volwassenen heeft tinnitus. Verder hangt tinnitus samen met hersenfuncties als aandacht en geheugen en met psychische factoren als emoties en stress.

Gehooraandoeningen waarbij tinnitus kan voorkomen, zijn:

  • Ouderdomsslechthorendheid (hardhorendheid). Meer dan de helft van de mensen boven de 70 jaar ondervindt in het dagelijkse leven last van ouderdoms-slechthorendheid. Door slijtage van de zintuigcellen in het binnenoor worden met het toenemen van de leeftijd hoge tonen steeds slechter waargenomen.
  • Afsluiting van de gehoorgang door bijvoorbeeld oorsmeer, water of een watje.
  • Ontsteking van het middenoor bij een verkoudheid. Hierdoor kan bij een niet goed functionerende buis van Eustachius vocht gaan ophopen in het middenoor waardoor gehoorverlies optreedt.
  • Chronische middenoorontsteking. Dit gaat gepaard met oorafscheiding en gehoorverlies.
  • Lawaai. Bij herhaalde blootstelling aan lawaai kan beschadiging optreden aan het binnenoor waardoor hoge tonen niet meer goed worden gehoord.
  • Otosclerose. Dit is een aandoening waarbij de stijgbeugel (een onderdeel van het oor) door abnormale botvorming niet meer goed functioneert met gehoorverlies tot gevolg.
  • Beschadiging van het gehoor door een ongeval.
  • Ziekte van Ménière. Dit is een evenwichtsziekte in het binnenoor die gepaard gaat met duizeligheid en aanvallen van gehoorverlies.
  • Medicatie. Er zijn geneesmiddelen die kunnen leiden tot schade aan het binnenoor, zoals kinine (malariabehandeling), cisplatinum (chemotherapeuticum) en gentamycine (antibioticum).
  • Plotselinge doofheid. Dit is een acuut optredende doofheid of ernstige slechthorendheid aan één of beide oren die veroorzaakt kan worden door een ontsteking of verminderde bloedstroom in het binnenoor.
  • Brughoektumor. Dit is een goedaardig gezwel uitgaande van de omhulling (zenuwschede) van de gehoor- en evenwichtszenuw. Door groei van de tumor ontstaat druk op de zenuw en dit kan leiden tot duizeligheid en gehoorverlies.

Gevolgen

De mate van ervaren klachten verschilt van persoon tot persoon maar over het algemeen voelt 5% van de patiënten zich ernstig door tinnitus beperkt. Concentratieproblemen, slapeloosheid, gevoelens van angst en depressie zijn veel voorkomende, aan tinnitus gerelateerde klachten.

Diagnostische onderzoeken

Tinnitus kan vooralsnog niet met een medicijn of medische ingreep verholpen worden. Wel kan tinnitus, zoals zojuist besproken, een medische oorzaak hebben die behandeld moet worden. Daarom zal de KNO-arts u onderzoeken.

Het KNO-onderzoek bestaat uit:

  • Anamnese. Dit is een gesprek over uw voornaamste klachten, ziektegeschiedenis, leefwijze, medicijngebruik, werk, stress en slaappatroon.
  • Lichamelijk onderzoek door de KNO-arts. Beoordeling van gehoorgang, trommelvlies en middenoor met een microscoop.
  • Audiometrie (gehoormetingen). Met een gehoortest wordt uw gehoordrempel bepaald en eventueel wordt uw vermogen om spraak te verstaan, beoordeeld. Soms wordt er een tympanometrie uitgevoerd. Bij dit onderzoek worden de spanning van het trommelvlies en de druk in het middenoor gemeten. Daarnaast kan een tinnitusanalyse worden gedaan. Hierbij wordt gezocht naar de luidheid en toonhoogte van de ervaren tinnitus en wordt getest of de tinnitus kan worden overstemd door het aanbieden van een tegengeluid (tinnitusmaskering).

Soms laat de KNO-arts vervolgonderzoek uitvoeren. U kunt denken aan:

  • bloedonderzoek;
  • MRI-scan (magnetische scan) van bepaalde delen van de hersenen;
  • BERA (Brainstem Evoked Respons Audiometrie), onderzoek naar de geleiding van geluid door de gehoorzenuw;
  • evenwichtsonderzoek;
  • medisch onderzoek door een ander specialisme dan KNO (bijvoorbeeld door een internist of neuroloog).

Behandelmogelijkheden

Afhankelijk van de oorzaak van uw tinnitusklachten stelt uw KNO-arts een behandeling voor. Gelukkig worden de meeste patiënten met tinnitus niet in hun dagelijks leven beperkt. In dat geval is aanvullende behandeling niet nodig. Als u dermate last heeft van tinnitus dat behandeling gewenst is, kan uw arts u verwijzen naar een audiologisch centrum.

Behandeling van tinnitus in een audiologisch centrum

In het audiologisch centrum krijgt u meer informatie over tinnitus, afgestemd op uw specifieke klachten en situatie. Daarnaast wordt beoordeeld of een hoortoestel voor u zinvol kan zijn. Een  hoortoestel maakt omgevingsgeluiden (weer) hoorbaar waardoor de tinnitus minder opvalt. Bovendien is een hoortoestel belangrijk om weer beter te kunnen horen zodat luisteren minder inspanning kost. Daarnaast is het mogelijk het hoortoestel een geluid te laten maken dat de tinnitus kan overstemmen (tinnitusmaskeerder).

Het audiologisch centrum beoordeelt ook of psychologische of medisch maatschappelijke hulp in uw situatie gewenst is. Deze hulp richt zich op:

  • Het verwerken en (tot op zekere hoogte) leren accepteren van tinnitus.
  • Aanpassingen in de levensstijl. Allerlei aspecten uit het dagelijks leven kunnen de klachten beïnvloeden.
  • Het verminderen van eventuele gevolgen van de tinnitus.
  • Het leren omgaan met tinnitus in relatie tot de omgeving. Het aanleren van manieren om (beter) met de klachten om te gaan, zoals gedachtetraining en aandachtafleiding.

Omgaan met oorsuizen

De meeste mensen met tinnitus ondervinden er geen of weinig hinder van. Ze horen het alleen als ze eraan denken zoals in het geval van een tikkende klok die je alleen hoort als je er bewust naar gaat luisteren. Als u zich aan geluid of aan oorsuizen gaat ergeren, nemen de klachten sterk toe. Ook kan het zijn dat u zich, door het plotselinge ontstaan ervan, door tinnitus overweldigd voelt. Tinnitus kan een beperking worden als u er het grootste deel van de dag en vooral de nacht mee wordt geconfronteerd en als het u belemmert in uw dagelijkse bezigheden. Bijkomend probleem is vaak onbegrip van de omgeving. Gezinsleden, collega’s en vrienden zien niets aan u (u bent niet ziek), terwijl u erg door de tinnitus gehinderd wordt.

Als blijkt dat het oorsuizen onschuldig is en niet behandeld kan worden, is het belangrijk dat u leert omgaan met de klachten. Oorsuizen is meestal niet de hele dag in dezelfde mate aanwezig dus u kunt nagaan welke factoren een gunstige uitwerking hebben. Een toename van het oorsuizen kan bijvoorbeeld een uiting kan zijn van lichamelijke en geestelijke vermoeidheid of van (kleine) psychische spanningen. Ook kunt u zoeken naar manieren om het oorsuizen te negeren of te overstemmen. Op een gezellig feestje met geroezemoes, muziek en afleiding hoort u het suizen misschien niet. Een zacht aanstaande radio bij het inslapen of muziek luisteren via oordopjes tijdens lezen of studeren kan het oorsuizen overstemmen.

Uiteindelijk treedt bij de meeste patiënten gewenning aan tinnitus op: de tinnitus is weliswaar niet verdwenen, maar het geeft geen hinder meer.

Vragen

Met deze folder hebben wij u zo goed mogelijk willen informeren. Het kan zijn dat u ondanks de uitleg nog vragen heeft of dat u meer informatie wilt. Aarzel dan niet contact op te nemen met uw KNO-arts.

(Patiënten)organisaties

Tinnitusloket
Voor acute hulp of vragen over tinnitus kunt u terecht bij het tinnitusloket, het landelijk loket waar men op de hoogte is van alle hulp- en begeleidingsmogelijkheden en u (rechtstreeks) kan doorverwijzen.
Telefoon: 0800-TINNITUS (0800 - 846 48 87) gratis

NVVS
Voor meer informatie en lotgenotencontact kunt u terecht bij de Stichting Hoormij.
Telefoon: 030 261 76 16
Teksttelefoon: 030 261 76 77
E-mail: [email protected]

Telefoonnummers

Polikliniek KNO Utrecht / Zeist
088 250 5026

Polikliniek Doorn
088 250 8888

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 17 augustus 2020

Code: KNO33