Operatie aan een cyste onder de tong (ranula-operatie)

Binnenkort wordt u (of uw kind) geopereerd aan een cyste onder de tong (ranula). Daarvoor wordt u tenminste een dag en een nacht opgenomen in het ziekenhuis. In deze folder leest u wat u kunt verwachten. Iedere operatie en iedere patiënt is anders. Het is dus mogelijk dat uw persoonlijke situatie anders is dan deze folder beschrijft. Algemene informatie over de opname vindt u in de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Wat is een ranula?

Een ranula is een slijmcyste uitgaande van de ondertongspeekselklier (glandula sublingualis). Een cyste is een ophoping van vocht. Deze cyste zit onder uw tong en is vaak een blauwige, transparant doorschemerende en pijnloze zwelling. Een ranula is altijd goedaardig. Een andere naam voor een ranula is kikkergezwel. Dat komt omdat de zwelling eruit ziet als de zwelling in de hals bij kikkers.

Ontstaan

U krijgt een ranula als het speeksel van de ondertongspeekselklier niet afgevoerd kan worden door een afsluiting of beschadiging van de afvoergangen van deze speekselklier. Het speeksel komt dan onder het mondbodemslijmvlies terecht en presenteert zich in de vorm van een zwelling. Het kan zijn dat de ranula door de mondbodemspier heen zakt en zich presenteert als een zwelling in de hals. Dit wordt een 'plunging' ranula genoemd.

Klachten

U kunt moeite hebben met eten. Ook kan de zwelling groter worden en gaan ontsteken. Als de zwelling op te grote spanning komt te staan of de wand beschadigd raakt, kan er speeksel uitkomen. De zwelling is dan tijdelijk minder, maar komt eigenlijk altijd terug. Het is ook mogelijk dat u behalve de zwelling geen andere klachten heeft.

Behandeling

Een ranula moet operatief verwijderd worden. Tijdens deze operatie worden de slijmcyste en de daaraan verbonden ondertongspeekselklier weggehaald. Het weghalen van de ondertongspeekselklier is nodig: als deze niet verwijderd wordt, is de kans op terugkeer van de ranula ongeveer 50%.

Het verwijderde weefsel wordt door de patholoog onderzocht om de diagnose van een ranula te bevestigen.

Als u voor de operatie een infectie van de ranula heeft, moet deze eerst genezen. We stellen de operatie uit tot de ranula weer helemaal tot rust gekomen is.

U wordt via de mond of via de hals geopereerd. De hals is een ingewikkeld gedeelte van het lichaam. Daarom wordt u behandeld door een ervaren KNO-arts of hoofd-halschirurg.

Voorbereidingen

Voorbereidingen thuis

Lees de folder 'Algehele en regionale anesthesie'. Hierin leest u hoe u ervoor zorgt dat u nuchter bent voor uw narcose. En wat u moet doen als u medicijnen gebruikt.

Meenemen naar het ziekenhuis

  • uw identiteitsbewijs;  
  • een actuele lijst met medicijnen die u gebruikt: u vraagt deze op bij uw apotheek.

Verhindering

Bent u verhinderd voor de operatie? Laat ons dat dan zo snel mogelijk (uiterlijk 48 uur voor uw opname) weten. U belt hiervoor met de polikliniek KNO-heelkunde. Als wij op tijd weten dat u niet kunt, kan iemand anders uw plaats innemen. Bovendien kunt u direct een nieuwe afspraak maken. Bent u verkouden of heeft u griep of koorts? Bel ook in dat geval met de polikliniek KNO-heelkunde. Het kan nodig zijn uw operatie uit te stellen.

Opname en operatie

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling.

Verdoving

De operatie wordt uitgevoerd onder algehele verdoving. Uw behandelend arts bespreekt dit vooraf met u. De medische term voor verdoving is anesthesie. Informatie over de verdoving vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

Gang van zake tijdens de operatie

Nadat u verdoofd bent, verwijdert de arts de ranula via uw mond of via een huidsnee in uw hals. U krijgt een wonddrain voor de afvoer van wondvocht en bloed. Daarna sluit de arts de wond.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer één uur.

Na de operatie

De uitslaapkamer

U wordt wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Deze kamer noemen we ook wel de recovery. U blijft hier tot u voldoende hersteld bent. Daarna gaat u terug naar de verpleegafdeling. Wordt uw kind geopereerd? U mag meteen na de operatie bij uw kind zijn.

Terug op de afdeling

Eten
Als u via uw mond geopereerd bent, krijgt u eerst alleen koud en vloeibaar eten. Bij een operatie via uw hals mag u op de afdeling een lichte maaltijd gebruiken.

Wonddrain
Als u via uw hals geopereerd bent, krijgt u een wonddrain. Dit slangetje zorgt ervoor dat wondvocht en bloed uit uw wond weg kunnen zodat de wond goed kan genezen. U houdt de drain één tot drie dagen. U mag meestal met de wonddrain naar huis. Als uw wond minder dan 10 ml wondvocht maakt in 24 uur, verwijderen we de drain. U komt hiervoor naar de polikliniek.

Bij- en nawerkingen

Pijn en gevoelloosheid
Na de operatie heeft u meestal niet veel pijn. De pijn die u eventueel voelt, wordt veroorzaakt door de wond of door de houding van uw hoofd tijdens de operatie. U kunt de verpleegkundige om een pijnstiller (Paracetamol) vragen.

Vaak heeft u last van een tijdelijke gevoelloosheid. Bijvoorbeeld aan een kant van uw tong of in uw hals. Deze gevoelloosheid trekt na enkele weken weg.

Zwelling
In het wondgebied heeft u vaak een kleine zwelling. Deze verdwijnt na enkele weken weer. Heeft u een grote zwelling? Dan kunt u een ontsteking hebben of een bloeduitstorting.

Litteken
Als we u via uw mond opereren ziet u na uw herstel eigenlijk niets meer van de operatie. Als we u via uw hals opereren maken we een wond in een al bestaande huidplooi. Ook hier ziet u na enkele maanden bijna niets meer van.

Risico's en mogelijke complicaties

Net als aan iedere operatie zijn ook aan deze operatie risico’s verbonden. De volgende complicaties komen af en toe voor.

Nabloeding
Hiervan is sprake als er veel bloed via de wonddrain afloopt. Of als het operatiegebied dikker wordt. Meestal moeten we de wond dan opnieuw onder verdoving openen om een nog bloedend bloedvat dicht te maken. De kans op een nabloeding is ongeveer 1%.

Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied pijn doen. Of het wondgebied zwelt op en doet pijn. De huid rond uw wond is dan vaak rood. Neem in dat geval contact op met uw KNO-arts. U kunt last hebben van een wondinfectie. Een wondinfectie behandelen wij vaak met antibiotica.

Zenuwuitval
Uw speekselklier is nauw verbonden met twee belangrijke zenuwen. Deze zenuwen verzorgen de gevoeligheid en smaak (nervus lingualis) en de motorische functie van de tong (nervus hypoglossus). Het is mogelijk dat een of beide zenuwen beschadigd kan raken. U krijgt dan last van:

  • pijn
  • een dof of veranderd gevoel
  • een veranderde smaak
  • een verminderde beweging aan een kant van uw tong

De kans op zenuwuitval is heel klein.

Recidief
Recidief betekent terugkomen van klachten. De kans dat uw klachten na deze operatie terugkomen is heel klein. Toch komt het af en toe voor. Als dat het geval is, kijken we wat de beste behandeling is. Het kan zijn dat we besluiten dezelfde operatie nog een keer te doen. Vaak via een andere weg: via uw hals in plaats van uw mond of andersom.

Ontslag

Naar huis

U mag meestal de dag na uw operatie naar huis. Het kan zijn dat u de drain dan nog heeft. In dat geval moet u de dag na uw ontslag terugkomen op de polikliniek voor een controle van de wond en het verwijderen van de drain.

Vervoer

U kunt beter niet zelf naar huis rijden. Regel daarom vooraf een taxi of iemand die u naar huis brengt.

Adviezen voor thuis

  • Ook thuis heeft u waarschijnlijk niet veel pijn. Mocht u toch pijn hebben, neem dan een Paracetamol. 
  • De pleisters moet u tot uw eerste controleafspraak droog houden en laten zitten.
  • Doe het de eerste week rustig aan.

Controleafspraak

Ongeveer een week na uw operatie komt u terug op de polikliniek KNO-Heelkunde voor een controle en het verwijderen van de hechtingen.

Problemen thuis

  • Als u problemen heeft, kunt u binnen kantoortijden altijd bellen met de polikliniek KNO-heelkunde.
  • De eerste avond en nacht na uw operatie belt u naar de Spoedeisende hulp als u problemen heeft.
  • Heeft u na de eerste 24 uur buiten kantoortijden problemen, neem dan contact op met uw huisarts of de huisartsenpost.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met uw KNO-arts of uw hoofdhalschirurg.

(Patiënten)organisaties

Meer informatie vindt u op de websites kno.nl en facial-plastic-surgery.nl.

Telefoonnummers

Polikliniek KNO Utrecht/ Zeist
088 250 5026

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 17 augustus 2020

Code: KNO42