Opname van uw te vroeg geboren baby

Uw baby is te vroeg geboren (prematuur) en daarom opgenomen op de afdeling Neonatologie van het Diakonessenhuis. In deze folder vindt u informatie over prematuriteit en de behandeling in het ziekenhuis. Meer informatie over de opname vindt u ook in de folder ‘Afdeling Neonatologie (couveuseafdeling)’. We hopen u met deze folders een beeld te geven van wat u van deze periode kunt verwachten.

Wat is prematuriteit?

Algemeen

Een baby wordt een prematuur genoemd als hij/zij geboren is voor de 37e zwangerschapsweek. Hoe jonger de baby is bij de geboorte, des te groter de kans dat de baby ondersteuning nodig heeft op verschillende gebieden.

Oorzaken

Mogelijke oorzaken van een vroeggeboorte zijn:

  • een infectie
  • voortijdig breken van de vliezen
  • een auto-ongeluk of val
  • meerlingzwangerschap waardoor de baarmoeder extra uitzet
  • de aanwezigheid veel vruchtwater waardoor de baarmoeder uitzet
  • bloedverlies als gevolg van een voorliggende placenta of losgelaten placenta
  • afwijkingen van de baarmoeder of baarmoedermond
  • eigenschappen van de moeder zoals hogere leeftijd en/of een hoge bloeddruk (al dan niet vóór de zwangerschap ontstaan) of een eventuele infectieziekte
  • als de moeder eerder een vroeggeboorte heeft gehad 
  • leefgewoonten zoals roken, alcohol en drugsgebruik

Soms is de oorzaak niet duidelijk.

Kenmerken van een premature baby

Gewicht
Het gewicht van een premature baby hangt af van het aantal zwangerschapsweken. Hoe vroeger in de zwangerschap de baby geboren wordt, des te lager het gewicht. Alle baby’s verliezen na de geboorte ongeveer 10% van hun gewicht.

Huid en haar
Premature baby’s hebben vaak weinig onderhuids vetweefsel. Dit vormt zich pas tijdens de laatste weken van de zwangerschap. De huid is vaak zeer dun en doorzichtig. Hierdoor zijn de onderliggende bloedvaten, spieren en vooral de ribben goed te zien.  

Veel baby’s hebben witte puntjes op de neus en kin die we milia noemen. Dit zijn nog niet volgroeide zweetkliertjes.

Voor de 32ste zwangerschapsweek hebben baby’s een fijn laagje donshaar op hun lijfje wat we lanugo noemen. Het bevindt zich vooral op rug, schouders armen en voorhoofd. Vanaf de 32ste zwangerschapsweek verdwijnt deze beharing geleidelijk.  

Gehoor
Uw te vroeg geboren baby kan al horen en is erg gevoelig voor harde geluiden. Praat dus zachtjes met uw baby zodat hij/zij u leert kennen of herkennen.

Ogen
Uw baby ziet alleen nog maar zwart/wit en alleen contouren. Hij/zij ziet het best op 20 cm afstand.

Maag-darmstelsel
Het maag-darmstelsel van een premature baby is volledig ontwikkeld, maar nog onrijp. De maag is klein en kan daarom maar kleine hoeveelheden voeding verteren. De zuig- en slikreflex zijn vóór de 34ste zwangerschapsweek meestal nog onderontwikkeld. Vanaf de 34ste zwangerschapsweek leert de baby hoe de coördinatie verloopt van het ademen, zuigen en slikken.

Mogelijke onderzoeken

Tijdens opname voeren we verschillende onderzoeken bij uw baby uit. Hieronder vindt u informatie over de meest voorkomende onderzoeken.

De hielprik (PKU)

Dit is een bevolkingsonderzoek dat bij alle pasgeborenen in Nederland wordt gedaan. Door het bloed (dat via een hielprik op dag 4 wordt afgenomen) te onderzoeken, wordt al in een vroeg stadium nagegaan of uw baby een aangeboren stofwisselingsziekte heeft.

Bloedonderzoek

Vooral de eerste dagen na de geboorte wordt er regelmatig bloedonderzoek bij uw baby gedaan door de verpleegkundige of een laborant. Dit is om onder andere het bloedsuikergehalte, eventuele infecties en het hemoglobinegehalte (ijzergehalte) te controleren.

Röntgenonderzoek

Als de arts het noodzakelijk vindt, kan er een röntgenfoto gemaakt worden van de longen. Dit noemen we een thoraxfoto. Ook kan het nodig zijn een röntgenfoto van de buik te maken (bijvoorbeeld als er darmproblemen optreden). Dit noemen we een buikoverzicht.

Echo-onderzoek

Als de arts het noodzakelijk vindt, kan het zijn dat bij uw baby een echo-onderzoek moet plaatsvinden. Bij een echo-onderzoek worden via geluidsgolven afbeeldingen gemaakt van de binnenkant van de hersenen(via de fontanel), de buik en de borstkas. De geluidsgolven zijn onschadelijk.

Fototherapie

Uw baby kan een aantal dagen na de geboorte geel gaan zien (=hyperbilirubinaemie). Als de 'bili' te hoog is, krijgt uw baby fototherapie. Meer informatie vindt u in de folder 'Fototherapie bij geelzien'.

Oogonderzoek

Prematuren hebben kans op een beschadiging van het netvlies van de ogen. Dit heet R.O.P. retinopathie van de prematuur). De oogarts controleert daarom de ogen van uw baby. Meer informatie vindt u in de folder 'Onderzoek naar oogaandoeningen bij te vroeg geborenen (ROP screening)'.

Behandeling in het ziekenhuis

De behandeling is afhankelijk van het functioneren van uw baby en eventuele klachten die zich voordoen. Bij alle baby’s bewaken we de hartslag, de ademhaling en het zuurstofgehalte in het bloed (saturatie) en soms de bloeddruk. Hieronder vindt u informatie over veelvoorkomende behandelingen op de afdeling Neonatologie.

Behandeling van ademhalingsproblemen

We leggen uw kindje aan de monitor en saturatiemeter om het goed in de gaten te kunnen houden. We meten de hartslag, ademhaling en zuurstofspanning in het bloed. En we letten erop dat uw baby niet vermoeid raakt. Als dit wel het geval is, kijken we hoe we uw baby verder kunnen helpen.

Als eerste geven we uw baby een zuurstofbrilletje in de neus. Als dat niet voldoende is, gaan we over op de Continue Positive Airway Pressure (CPAP). Hierbij krijgt uw kindje een zuurstofbrilletje of kapje op de neus waarmee druk in de longen wordt gecreëerd. Zo blijven de longblaasjes open en kan het vocht eruit. Hierdoor kost het uw baby minder energie om te ademen en raakt het minder vermoeid. Zie ook folder 'Opname van uw baby vanwege ademhalingsproblemen'.

Ook kunnen we uw baby coffeïne geven (zie 'Medicatie').

Behandeling van bloedarmoede

Het kan zijn dat uw baby bloedarmoede krijgt. Uw baby ziet dan bleek en is snel moe. Bloedarmoede kan ontstaan doordat uw baby sneller groeit dan dat de hoeveelheid bloed toeneemt. Meestal is het geven van het medicijn ferrofumaraat (via de mond) voldoende. In sommige gevallen is een bloedtransfusie nodig.

Behandeling van infecties

Prematuren zijn heel vatbaar voor infecties. Zij hebben nog onvoldoende afweerstoffen opgebouwd. Het voorkomen van een infectie is dan ook heel belangrijk. Goede hygiënische maatregelen zijn noodzakelijk. Er zijn ernstige en minder ernstige infecties. Enkele infecties die op kunnen treden zijn:

Sepsis
Een totale infectie van het lichaam. De baby is ernstig ziek. Uw baby krijgt antibiotica en een infuus.

Meningitis (hersenvliesontsteking)
Hersenvliesontsteking ontstaat vaak vanuit een sepsis. Om dit aan te tonen wordt een ruggenprik gedaan. Hierna krijgt uw baby antibiotica via een infuus.

Pneumonie (longontsteking)
Bij een longontsteking heeft de baby moeite met de ademhaling. Via röntgenonderzoek wordt vastgesteld of uw baby inderdaad een longontsteking heeft. De behandeling bestaat uit het toedienen van antibiotica via een infuus.

Ooginfecties
Deze komen bij prematuren vaak voor. Meestal is het niet ernstig, maar het kan soms lang duren voor de ogen weer mooi schoon zijn. De ogen worden schoongemaakt met steriel water en eventueel behandeld met een oogzalf.

Darminfecties
Deze uiten zich meestal in diarree en/of een bolle buik. Behandeling bestaat meestal uit een voedingspauze en/of antibiotica. Uw baby krijgt dan vocht toegediend via een infuus.

Huidinfecties
Deze zijn meestal goed te zien. Door de besmettelijkheid kunnen ze zich snel uitbreiden en kan de baby heel ziek zijn. Er kan ook een sepsis uit ontstaan. Uw baby wordt goed geobserveerd en krijgt zo nodig antibiotica via een infuus.

Doordat bij een te vroeg geboren baby de ademspanning grote druk zet op de buik, komen lies- en/of navelbreuken nogal eens voor. Navelbreuken, groot of klein, verdwijnen vanzelf na verloop van tijd. In geval van een liesbreuk vindt meestal als de baby wat sterker is een operatie plaats.

Pijn en pijnbestrijding

Vanaf de 24e zwangerschapsweek worden pijnsignalen aan de hersenen doorgegeven. Als een pasgeborene pijn voelt, reageert hij/zij daarop door terugtrekken van arm of been, grimassen maken en huilen. Een pasgeborene heeft nog niet geleerd om met pijn om te gaan en kan daarom heel sterk reageren.  

Op de afdeling meten we meerdere keren per dag of uw baby pijn ervaart. De verpleegkundige let hierbij op de volgende signalen: verhoogde hartslag, daling van het percentage zuurstof in het bloed, onrustig bewegen met de armen en benen, wenkbrauwen fronsen, soms ook zweten van de handpalmen. Baby’s die langdurig pijn hebben gaan echter weinig bewegen, reageren weinig op prikkels en zijn stilletjes. Ook dat zijn dus signalen voor pijn.  

Als we pijn signaleren bij uw baby, geven we hem/haar pijnbestrijding via een zetpil (bijvoorbeeld paracetamol). Zelf kunt u de pijn verzachten door uw baby te laten zuigen op een fopspeen, te wiegen, door tegen uw baby te praten of een hand op het hoofdje en/of de billetjes te leggen en zacht te wiegen.  

Als bij een baby bloed moet worden afgenomen of een infuus moet worden geprikt, geven we als pijnstilling vooraf wat sucrose in de mond. Dit is een suikeroplossing die pijn en stress vermindert. De sucrose wordt via de mond toegediend en geeft geen bijwerkingen.

Medicatie

Bij prematuriteit worden onderstaande medicijnen/voedingssupplementen regelmatig voorgeschreven: 

  • Antibiotica: bij een infectie kunnen diverse soorten antibiotica worden gegeven.
  • Coffeïne: stimuleert het nog onrijpe ademhalingscentrum. Wordt gegeven als uw baby regelmatig een korte ademstop (apneu) heeft.
  • Ferrofumaraat: 'ijzer', wordt gegeven bij bloedarmoede.
  • Vitamine D: wordt aan alle baby’s gegeven voor een goede botontwikkeling.
  • Vitamine K: wordt bij alle baby’s (eenmalig) toegediend direct na geboorte om (hersen)bloedingen te voorkomen. Vitamine K is aan kunstvoeding toegevoegd en wordt bij borstvoeding in druppelvorm gegeven.

Voeding

Algemeen

Na de geboorte valt elke baby af in gewicht. Bij een premature baby kan dit gewichtsverlies langer aanhouden. Het is dus belangrijk dat de baby vanaf de geboorte voldoende voedingsstoffen binnen krijgt.

Het kan zijn dat uw baby in het begin nog niet alle voeding via het maag-darmkanaal kan krijgen. Uw baby wordt dan via een infuus gevoed. Daarnaast krijgt uw baby een voedingssonde (een dun slangetje dat door de neus, via de keel tot de maag wordt ingebracht en vastgeplakt op de neus), waardoor de voeding wordt gegeven. In het begin zijn dit hele kleine hoeveelheden omdat de maag nog klein is en de voeding moeilijk kan verteren. De baby kan dan gaan spugen, soms moet er dan tijdelijk gestopt worden met voeding geven. De baby krijgt dan vocht/voeding toegediend via een infuus. Soms blijft de baby misselijk omdat er nog wat vruchtwater of bloedresten zijn ingeslikt tijdens de geboorte in de maag zijn blijven zitten. De maag wordt dan via de voedingssonde gespoeld met suikerwater.

Voordat we bij uw baby een sonde inbrengen of een andere vervelende of ingrijpende handeling uitvoeren, geven we eerst sucrose aan uw baby. Dit is een suikeroplossing die pijn en stress vermindert. Het toedienen hiervan (via de mond) heeft geen bijwerkingen.

Manieren van voeden

Via een infuus
Uw baby krijgt een infuus via een bloedvat in de hand, arm, voet of het hoofd. Hiermee krijgt uw baby vocht toegediend. De vloeistof die gegeven wordt is glucose 10%. Als de baby mogelijk langere tijd problemen heeft met het verdragen van voeding via de maag wordt soms voeding via het infuus gegeven, dit is TPV (Totaal Parenterale Voeding). Hierin zitten alle voedingsstoffen die de premature baby nodig heeft. Soms wordt dan ook een groter infuus geplaatst in de navel of elleboog, dat langer kan blijven zitten dan een gewoon infuus.

Via een sonde
Via een sonde kan moedermelk of speciale kunstvoeding voor prematuren gegeven worden. Baby’s die maar weinig te vroeg zijn geboren, krijgen vaak standaard zuigelingenvoeding.

Borstvoeding/moedermelk
Het geven van moedermelk geeft voor een te vroeg geborene extra voordelen: het is voor uw baby makkelijker te verteren, de kans op darmproblemen wordt verminderd. Ook krijgt de baby op die manier antistoffen tegen infecties mee van de moeder. Uw baby zal in het begin nog niet zelf aan de borst kunnen drinken, maar u kunt de borstvoeding wel afkolven. Dan kunt u aan uw baby uw eigen melk geven via een voedingssonde. Zie voor meer informatie de folder 'Van buidelen naar borstvoeding'.

Drinken uit de borst vraagt een andere techniek van uw baby dan drinken uit de fles. Daarom moet uw baby eerst één of meerdere keren goed uit de borst hebben gedronken voordat hij een fles krijgt. Dat voorkomt zogenaamde flowverwarring. Prematuren hebben meer zuigbehoeften en uw baby kan dus prima een speen krijgen en nog wel goed uit de borst drinken.

Onvoldoende groei

Als uw baby borstvoeding krijgt en te vroeg geboren, te licht in gewicht is of onvoldoende groeit, dan wordt aan de borstvoeding BMF (Breast Milk Fortifier) toegevoegd. Dit poeder kunt u toevoegen aan de moedermelk en bevat extra calorieën en speciale voedingsstoffen, passend bij de behoefte van de prematuur.

Naar huis

Uw baby mag naar huis als hij/zij geen monitorbewaking meer nodig heeft, zichzelf warm kan houden in een gewone wieg en volledig zelf kan drinken. Ook moet de baby niet meer afhankelijk zijn van coffeïne en een eventuele infectie afdoende zijn behandeld. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor een controle bij de kinderarts, enkele weken na opname.

Voorbereiding ontslag

Als bekend is wanneer uw baby met ontslag mag, bieden wij u de mogelijkheid om samen met uw baby 24 uur te verblijven in een eigen kamer, de zogenaamde ‘rooming in’ kamer. U kunt dan zelf alle voedingen van uw baby aanbieden en de zorg op u nemen zodat u kunt wennen aan elkaar. Zo leert u ook goed om te gaan met de voedingssignalen die uw baby geeft. Zie ook folder 'Afdeling Neonatologie (couveuseafdeling)'.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan de kinderarts of kinderverpleegkundige. Ze zijn u graag van dienst.

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 26 juli 2021

Code: K18