Shunt voor dialyse

Uw behandelaar heeft voorgesteld bij u een shunt te plaatsen of te vervangen om te kunnen dialyseren. In deze folder leest u wat een shunt is en hoe de operatie verloopt.

Wat is een shunt?

Een shunt is een verbinding tussen een slagader en een ader. De plaatsing gebeurt via een operatie in de pols of onderarm. Het doel ervan is dialyse via de ader mogelijk te maken. 

Dialyse kan niet via een gewone ader, omdat daar te weinig bloed doorheen stroomt. In een slagader stroomt wel genoeg bloed, maar die ligt dieper in het lichaam en is moeilijk aan te prikken. Daarom maakt de arts een shunt. Er zijn verschillende soorten shunts:

  • Cimino shunt
    Dit is een verbinding tussen een slagader en een ader op de plek van de pols. De verbinding zorgt ervoor dat de ader door de grotere bloedstroom en de hogere druk opzwelt, dit is de shunt. Na 6 weken kan de shunt worden aangeprikt voor dialyse.
  • Brachialis shunt
    Dit is een verbinding tussen een slagader en een ader op de plek van de elleboog. De verbinding zorgt ervoor dat de aderen in de bovenarm door de grotere bloedstroom en de hogere druk opzwellen, dit is de shunt. Na 6 weken kan de shunt worden aangeprikt voor dialyse.
  • Kunststof shunt
    Als bloedvaten niet geschikt zijn om een cimino of brachialis shunt aan te leggen, wordt gekozen voor een kunststof shunt. Er wordt dan een kunststof bloedvat in de onderarm (of soms bovenarm) geplaatst. Na ongeveer 2 tot 4 weken is het kunststof bloedvat volledig vastgegroeid in het weefsel en kan het gebruikt worden voor dialyse.
Illustratie van een shunt

Voor en na een cimino shunt

Voorbereidingen

Preoperatieve screening

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Verdoving

De operatie vindt meestal plaats onder regionale verdoving. De anesthesioloog geeft u informatie over de anesthesie en u kunt hierover lezen in de folder Algehele en regionale anesthesie.

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat u nuchter bent. Informatie over nuchter zijn vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’. U krijgt deze folder van de anesthesioloog. U vindt de folder ook op onze website.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden bij de polikliniek Chirurgie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achterin deze folder.

De operatie

Voorbereiding in het ziekenhuis

Op de verpleegafdeling krijgt u een operatiejasje aan en eventueel medicatie ter voorbereiding op de operatie. Daarna brengen we u in uw bed naar de voorbereidingsruimte (holding). Hier krijgt u een infuus en wordt de bewakingsmonitor bevestigd. Het infuus is nodig om vocht en medicijnen toe te dienen.

Anesthesie

De operatie vindt plaats onder lokale verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie. De anesthesioloog geeft u informatie over de anesthesie en u kunt hierover lezen in de  folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Na de operatie

Uitslaapkamer

Na de operatie brengen we u naar de uitslaapkamer. Daar blijft u tot u goed aanspreekbaar bent, de verdoving deels is uitgewerkt en uw lichaamsfuncties stabiel zijn. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer nemen dan contact op met de afdeling om u op te halen.

Terug op de verpleegafdeling

De verpleegkundigen van de afdeling brengen u terug naar uw kamer. U heeft na de operatie 

  • een infuus voor het toedienen van vocht
  • een wondpleister

 

De verpleegkundige komt regelmatig bij u langs voor de volgende controles:   

  • het meten van de bloeddruk en de polsslag   
  • nagaan of u pijn heeft
  • checken of de wond doorlekt; indien nodig krijgt u een drukverband
  • controle van het infuus
  • controle van de doorbloeding van uw shunt

 

Let op: Merkt u zelf dat uw arm doof voelt, gaat tintelen of pijnlijker wordt, vertel het dan meteen aan de verpleegkundige.

Eten en drinken

Als u goed wakker bent, mag u direct na de operatie normaal eten en drinken.

Wondpleister

De wond pleister kan na twee dagen worden verwijderd. De huidkleurige hechtpleister mag een week blijven zitten.

Douchen

De eerste 48 uur na de operatie mag u niet douchen omdat de wond droog moet blijven. Tot zeven dagen na de operatie mag u niet in bad om te voorkomen dat de wond te week wordt.

Risico’s en mogelijke complicaties

Zoals bij alle operaties is er ook bij deze operatie kans op complicaties, zoals nabloedingen, afsluiting van de shunt en ontstekingen van de wond. De arts zal met u bespreken welke vervolgbehandeling dan gewenst is.

Ontslag

Naar huis

U bent voor deze operatie 1 dag in het ziekenhuis. Soms moet u een nacht op de verpleegafdeling blijven.

Controleafspraak

De shunt wordt gecontroleerd bij de dialyse. 

Adviezen voor thuis

De arm waarin de shunt is geplaatst moet rust houden. Er mag aan deze arm geen bloeddruk worden gemeten, infuus worden geprikt of bloed worden afgenomen. De eerste week na de operatie mag u de arm met de shunt niet gebruiken. Daarna mag u de arm weer gebruiken, maar doe er geen zware dingen mee. 

Als er een kunststofshunt is geplaatst, is de kans op een infectie groter. Let op tekenen van infectie.

De shunt kan ‘gestimuleerd’ worden door met de hand van de arm waarin de shunt is geplaatst, in een zachte bal of knijpkussen te knijpen.

Problemen thuis

De eerste 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis kunt u bij problemen contact opnemen met de verpleegafdeling of met de polikliniek Chirurgie. Daarna moet u in geval van problemen contact opnemen met uw huisarts of de huisartsenpost. Bel in ieder geval bij de volgende problemen: 

  • koorts of rillingen, lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius
  • plotselinge heftige pijn
  • als de wond rood, dik, warm wordt of als er vocht uit komt
  • als u tintelingen voelt of een doof gevoel krijgt in uw arm, hand of vingers

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u terecht bij de behandelend arts of de verpleging.

Telefoonnummers

Polikliniek Chirurgie Utrecht
088 250 5333

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 7 augustus 2025

Code: CH98