Sleutelbeenbreuk

Deze folder geeft u informatie over de behandeling van een sleutelbeenbreuk, in medische termen een claviculafractuur. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Wat is een sleutelbeenbreuk?

De sleutelbeenbreuk is één van de meest voorkomende botbreuken. Het is (gelukkig) bijna altijd een gemakkelijk genezende botbreuk. Er doen zich zelden complicaties voor.

Diagnose en onderzoek

Omdat het sleutelbeen door zijn ligging makkelijk te onderzoeken is, kan de arts na een lichamelijk onderzoek meestal met zekerheid vaststellen of uw sleutelbeen gebroken is. Het is dan niet nodig om een röntgenfoto te maken. Het maakt voor de behandeling ook niet uit hoe het bot precies gebroken is.

De behandeling

De behandeling van een sleutelbeenbreuk is meestal conservatief (= geen operatie) en bestaat uit het dragen van een mitella (= draagdoek). 

Rust bevordert de genezing. Door middel van een mitella is er voldoende rust voor een goede genezing. Als er een sterk afwijkende stand bestaat, wordt dit in de loop van de eerste week meestal minder.

In het algemeen moet u de mitella drie tot vijf weken dragen. De laatste twee weken hoeft dat niet de gehele dag meer. Tijdens douchen/baden en 's nachts kunt u de mitella afdoen.

Beweging

Om verstijving van de schouder te voorkomen moet u zodra het mogelijk is draaioefeningen doen met de schouder. Dat doet u door het bovenlichaam voorover te buigen, zodat de arm in de mitella vrij komt te hangen en u draaiende bewegingen kunt maken met de schouder. Bij deze oefening lijkt het alsof u in een grote pan roert, waarbij u in de loop van de tijd 'de pan steeds groter maakt'. Ook is het verstandig tijdens de gehele periode zo nu en dan de arm uit de mitella te doen en de elleboog even te strekken.

Algemene regel: 'luister' naar de pijn. Als u geen pijnklachten meer heeft, is de mitella niet meer nodig. Alles wat mogelijk is, zonder dat dit pijn veroorzaakt, is toegestaan.

Na vier tot zes weken moet u de arm weer goed boven het hoofd kunnen bewegen. Als dit niet lukt is het raadzaam contact op te nemen met uw huisarts of specialist. Deze kan dan beoordelen of fysiotherapeutische hulp nodig is.

Na zes weken is de breuk voldoende genezen, zodat u het meeste weer mag en kan doen. Zwaar lichamelijk werk, waarbij de schouder veel wordt belast, zal misschien enkele weken langer moeten wachten.

Na de genezing van de breuk kan een verdikking van het bot ter plaatse van de breuk zichtbaar blijven. Ook kan de schouder wat verkort zijn, omdat het sleutelbeen door de breuk korter is geworden. Voor de functie van de schouder heeft dit geen negatieve invloed.

Eventuele operatie

Slechts in uitzonderingsgevallen is er een reden om te opereren. Een reden voor een operatie kan zijn dat een botstuk door de huid dreigt heen te gaan. Een (sterk) afwijkende stand alleen is in het algemeen geen reden voor een operatie. De nadelen van een operatie (narcose, risico op ontsteking) wegen niet op tegen de voordelen (standcorrectie). 

Een operatie aan het sleutelbeen gebeurt onder algehele narcose (verdoving). Meer informatie hierover vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

De chirurg zal u vertellen wat er tijdens de operatie gaat gebeuren. In de meeste gevallen wordt er een plaatje over de breuk heen geplaatst, dat vastgezet wordt met kleine schroefjes. Het plaatje kan uw leven lang blijven zitten.

Gang van zaken rond een operatie

Voor een operatie wordt u voor een aantal uren in het ziekenhuis opgenomen op de afdeling Dagbehandeling of op de verpleegafdeling Chirurgie.

Melden

De dag voor de operatie wordt u door de secretaresse van de verpleegafdeling gebeld. Zij vertelt u hoe laat u zich moet melden en hoe laat u geopereerd zal worden.

Voorbereiding in het ziekenhuis

Op de afdeling krijgt u een operatie jasje aan en zal u eventuele medicatie ter voorbereiding voor de operatie krijgen. Een verpleegkundige brengt u (met bed) naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer brengen. Hier krijgt u een operatiemutsje op, wordt de bewakingsmonitor bevestigd en krijgt u een infuus. U krijgt een infuus, waarover u u vocht, medicijnen en zonodig pijnstillers toegediend krijgt.

Na de operatie

Na de operatie komt u terug op de uitslaapkamer (recovery). Hier zult u wakker worden en gedurende ongeveer 1 uur geobserveerd worden. Uw bloeddruk wordt gemeten en u kunt indien nodig medicatie krijgen tegen pijn en misselijkheid. Terug op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken.

Naar huis

U mag naar huis als u zich goed voelt, de pijn onder controle is en u geplast heeft.

Adviezen voor thuis

Pijnstilling

Zowel bij de conservatieve behandeling als na een operatie is bij pijn een eenvoudige pijnstiller (zoals Paracetamol) meestal voldoende. U mag maximaal vier keer per dag twee tabletten Pracetamol 500 mg innemen. Voor goede pijnbestrijding raden wij u aan dit op gezette tijden in te nemen. Bijvoorbeeld rond 8.00 uur , 12.00 uur 17,00 uur en 22.00 uur.

Medicatie

Als u andere medicijnen gebruikt, mag u deze gewoon weer innemen.

Wondverzorging (na operatie)

  • Meestal is de wond onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen. Eventuele knoopjes worden tijdens de controle op de polikliniek verwijderd. Over de hechtingen zitten hechtpleisters (lichtbruin). Deze laten vanzelf los, waardoor de wond mooi geneest. Als er een witte pleister op de wond zit, mag u deze na twee dagen verwijderen.
  • De wond mag de eerste twee dagen niet nat worden. Daarna mag u kort, lauw douchen.
  • Na een week mag u weer normaal douchen en in bad.

Belasten van de arm (na operatie)

  • U mag de arm wel bewegen maar niet belasten tot aan de controleafspraak op de polikliniek.
  • U moet de mitella dragen tot aan de controleafspraak op de polikliniek.
  • Zorg ervoor dat uw schouder en elleboog niet 'vast gaan zitten'. Beweeg uw schouder en elleboog voor zover dat kan en/of op geleide van pijn.

Problemen thuis (na operatie)

Neem in onderstaande gevallen contact op met uw behandelend arts via de polikliniek (tijdens kantooruren) of via de Spoedeisende hulp (buiten kantooruren en in het weekend):

  • Als u een temperatuur van 38,5 graden of hoger meet;
  • Bij verandering aan de wond: roodheid, zwelling, warmte en/of vocht uit de wond.

Controleafspraak

U krijgt van de verpleegkundige een afspraak mee voor controle op de polikliniek.

Vragen

Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie.

Telefoonnummers

Polikliniek Chirurgie
088 250 5333

  • toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
  • toets 2 voor vragen rond opname
  • toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
  • toets 4 voor overige vragen

Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, telefoonnummer 088 250 8888.

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 23 september 2021

Code: CH54