Met een sonde naar huis en borstvoeding

Uw baby mag binnenkort met een voedingssonde naar huis. Hij drinkt gedeeltelijk zelf zijn voedingen en krijgt daarnaast nog sondevoeding. Als uw baby steeds meer energie krijgt om zelf te drinken, bouwt u de sondevoeding langzaam af. Deze folder gaat over de verschillende mogelijkheden en tips om zelf drinken aan de borst op te bouwen.

Algemene adviezen

  • Voed uw baby zodra hij voedingsbereid is. Gebruik in het begin de tijden van het ziekenhuis als leidraad of maak een eigen schema.
  • Begin bij voedingsbereidheid meteen met voeden, verschoon uw baby pas daarna.
  • Zorg dat het voedingsmoment (inclusief verschonen en pauzes) niet langer duurt dan 30-45 minuten, zodat uw baby ook voldoende rust krijgt.

Aanleggen aan de borst

Ligging van de baby

Kijk of uw baby goed gesteund aan de borst ligt. Ligt hij dicht tegen u aan en heeft hij een “grote hap” genomen? Dan ziet u dat zijn kin tegen de borst ligt, zijn hoofd iets achterover is gekanteld en de neus vrij is. Een baby maakt een grotere hap als de tepel bij het aanleggen wijst naar de neus/bovenlip.

Borstcompressie

Borstcompressie vergroot de melkstroom waardoor de baby gemakkelijker meer melk kan gaan drinken. Borstcompressie gaat zo:

Pak uw borst vast met uw volle hand, de vingers onderaan de borst (tegen de ribbenkast aan) en uw duim bovenop (ver van de tepelhof). Dit kan ook omgekeerd.

U geeft druk door de duim en vingers naar elkaar toe te brengen op het moment dat de baby start met zuigen. Door de druk neemt de melkstroom toe. Merkt u dat uw baby actiever gaat drinken? Hoort u hem slikken? Houd de druk vast. Probeer niet te knijpen of te masseren richting de tepel.

Ontspan de vingers als de baby na een zuigreeks een pauze neemt of als u merkt dat hij moeite heeft met de grotere melkstroom (klokkend geluid, onrust, hoofd beweegt naar achteren, melk lekt langs de mondhoek). Geef druk als hij weer begint te drinken.

Drinkt mijn baby goed aan de borst?

Door uw baby net als op de afdeling voor en na het aanleggen te wegen, kunt u meten hoeveel hij heeft gedronken. 

U kunt er ook voor kiezen om zelf in te schatten hoeveel hij heeft gedronken. Het is handig om tijdens de opname al te oefenen met het inschatten van de intake. Dan kunt u kijken of dat voor u werkt.

Aan het drinkpatroon van uw baby kunt u zien of hij goed drinkt.

  • In het begin van de voeding drinkt de baby met korte en snelle zuigbewegingen, om het toeschieten van de melk te stimuleren.
  • Zodra de melk toeschiet gaat de baby actief/effectief drinken; lange, rustige, meer ritmische zuig- en slikbewegingen, met korte pauzes tussendoor. Deze zuigreeksen kunnen in het begin kort zijn maar worden langzamerhand langer en steviger.
  • Tegen het einde van de voeding worden de pauzes steeds langer, met af en toe een (korte) zuigreeks. De baby is ontspannen en klaar met drinken. Geef hem even een pauze en kijk of hij nog aan de andere borst wil drinken.

Na het voeden kunnen de borsten leger/soepeler aanvoelen. Dat is ook een teken dat de baby goed heeft gedronken.

Als u goed kunt inschatten hoeveel uw baby heeft gedronken, of als hij vaak (ongeveer) dezelfde hoeveelheid drinkt, dan hoeft u thuis geen weegschaal te gebruiken. Drinkt uw baby nog heel wisselend en/of is het lastig om in te schatten hoeveel hij heeft gedronken, dan raden we aan de eerste tijd thuis een weegschaal te gebruiken.

Soms drinkt een baby bij ontslag nog niet of bijna niet uit de borst. Dan hoeft u pas te gaan starten met wegen als de baby actiever gaat drinken.

Weegschalen op 5 gram nauwkeurig zijn te huur bij:

Zelf drinken opbouwen

Geef uw baby de tijd om zelf te leren drinken. Meestal heeft hij in het begin nog één of meerdere keren per dag een hele voeding per sonde nodig.

Laat uw baby zelf drinken als hij voedingsbereid is. Stop het voedingsmoment bij de eerste tekenen van vermoeidheid en stress zoals dichtvallen van de ogen, fronsen, bijgeluiden, onrust, wegdraaien van hoofd/lichaam, knoeien van melk langs de mondhoek. De rest van de voeding geeft u dan per sonde.

Persoonlijk advies voor voeden en kolven

Voeden

De lactatiekundige maakt in overleg met u een persoonlijk advies en stappenplan. Er zijn verschillende mogelijkheden om de borstvoeding thuis op te bouwen, afhankelijk van de voorkeur van uw baby en u. De ene baby drinkt makkelijker aan de borst, de andere juist met de fles. Soms is er weinig verschil tussen borst of fles.

  1. De baby drinkt nog weinig aan de borst, hij drinkt beter met de fles.
    a. De nadruk ligt meer op het opbouwen van het zelf drinken met de fles en het afbouwen van de sondevoeding. Daarnaast legt u uw baby maximaal 1 a 2 x per dag aan. Zodra uw baby alle voedingen zelf drinkt, breidt u het aanleggen aan de borst verder uit.
    b. Uw baby drinkt nog weinig uit de borst, maar u wilt thuis vaker oefenen met aanleggen. U geeft uw baby sondevoeding naast het aanleggen. Uw baby krijgt niet of heel soms de fles. Na ongeveer 1 tot  2 weken kijkt  u hoe dat is gegaan. Hoe gaat het drinken uit de borst? Mocht het aanleggen (nog) niet lukken, terwijl uw baby wel de energie heeft om te drinken, dan kunt u alsnog besluiten eerst vaker de fles te geven en de borstvoeding op een later tijdstip verder op te bouwen, als hij geen sondevoeding meer nodig heeft.
  2. De baby drinkt makkelijker uit de borst dan met de fles
    De nadruk ligt hier bij op het opbouwen van het zelf drinken door vaker aan te leggen. Naar wens kunt u ook een aantal keer per week de fles aanbieden.
  3. De baby drinkt ongeveer evenveel uit de fles als uit de borst
    De nadruk ligt op het opbouwen van het zelf drinken. U kunt borst en fles even vaak aanbieden, of één van de twee vaker, net wat uw voorkeur heeft.

Kolven

Het kolven bouwt u langzaam af als uw baby vaker aan de borst gaat drinken. De lactatiekundige maakt hiervoor een stappenplan.

Begeleiding na ontslag

De lactatiekundige maakt een afspraak met u voor een telefonisch consult. Meestal is dat 1 tot 2 weken na ontslag.

Bij vragen kunt u ook zelf telefonisch contact opnemen zolang uw baby nog sondevoeding krijgt of tot aan het eerste polibezoek, via 088 250 6380.

Voor praktische begeleiding thuis kunt u een consult aanvragen bij een vrijgevestigde lactatiekundige. De praktijken zijn te vinden op www.nvlborstvoeding.nl.

Voor overige vragen/tips over borstvoeding kunt u terecht bij:
- La Leche League
- borstvoeding.com

Telefoonnummers

Secretariaat afdeling Verloskunde
088 250 6182

Afdeling Neonatologie (5B)
088 250 6136

Lactatiekundigen
088 250 6380
[email protected]

Opmerking over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 18 juni 2024

Code: VK31