Totaalruptuur

Bij de bevalling heeft u een zogenoemde 'totaalruptuur' opgelopen. In deze folder vindt u informatie over wat een totaalruptuur is, hoe dit behandeld wordt en wat u zelf kunt doen om uw herstel te bevorderen.

Wat is een totaalruptuur?

Een totaalruptuur is een grote inscheuring rond de vagina en anus, ontstaan tijdens de bevalling. Bij ongeveer 3 op de 100 bevallingen ontstaat een totaalruptuur. De kans is het grootst bij de eerste bevalling. De meeste vrouwen herstellen volledig na een totaalruptuur. Het herstel duurt meestal 4 tot 6 weken maar dat kan oplopen tot een half jaar. Soms ontstaan later (opnieuw) klachten.

Hoe ontstaat een totaalruptuur?

Tijdens de bevalling passeert de baby de bekkenbodem. Dit is een groep spieren die als een hangmatje onder in het bekken ligt, tussen het schaambeen, het heiligbeen en het staartbeen (zie afbeelding 1). Deze spierlaag wordt bij de bevalling fors opgerekt en kan scheuren. 

Als alleen de huid of het onderliggende weefels van de vagina scheuren, spreken we van een ruptuur. Als ook de kringspier van de anus is gescheurd, spreken we van een totaalruptuur. 

De kans op een totaalruptuur is verhoogd bij:

  • een bevalling van een grote baby
  • langdurig persen 
  • een kunstverlossing (tang, vacuümpomp)
     
Afbeelding - Ligging van de bekkenbodemspieren in het bekken

Afbeelding 1 - Ligging van de bekkenbodemspieren in het bekken

Behandeling

Een totaalruptuur wordt altijd meteen gehecht. Dit gebeurt meestal op de operatiekamer onder algehele verdoving of met ruggenprikverdoving. Bij deze operatie hechten we de scheur in de kringspier met oplosbare hechtingen. Meestal zijn de hechtingen na zes weken opgelost.

Klachten na een totaalruptuur

De meeste vrouwen herstellen volledig van een totaalruptuur. Als u de eerste weken na de bevalling klachten heeft, hoeft u zich hierover geen zorgen te maken. Het herstel kost tijd. 

Het kan zijn dat u klachten blijft houden of dat u langere tijd na de bevalling (opnieuw) klachten krijgt. De meest voorkomende klachten zijn:

  • moeite met het ophouden van ontlasting 
  • ontlastingsverlies 
  • moeite met het ophouden van winden 
  • gevoel van verzakking 
  • verlies van urine 
  • pijn bij het vrijen 
  • pijn in bekkenbodem bij langdurig staan en/of zitten

Verderop in deze folder leest u wat u zelf kunt doen voor een goed herstel en welke ondersteuning een bekkenfysiotherapeut u kan geven.

Weer thuis

Adviezen voor de eerste dagen thuis

Vlak na de bevalling zult u ongemak ervaren. Hieronder vindt u tips voor de eerste dagen thuis.

  • De eerste dagen na de bevalling hebben de wond en uw bekkenbodem rust nodig. Probeer veel te liggen, afgewisseld met kleine stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar. Uw lichaam geeft aan wat u kunt. 
  • U kunt het beste zitten op een stevige zitting, en zo ontspannen mogelijk. Bouw het zitten rustig op van kort naar steeds langer. 
  • Spoelen met de douchekop of een kan lauw water tijdens het plassen kan het plassen makkelijker en minder pijnlijk maken. 
  • Probeer de ontlasting vanzelf te laten komen door goed te ontspannen. Pers eventueel voorzichtig mee. Om de ontlasting zachter te maken, krijgt u een recept voor Movicolon mee. Meestal is 1 à 2 keer per dag 1 à 2 zakjes voldoende om de ontlasting zacht te houden. Als de ontlasting nog te hard is, kunt u de dosering ophogen totdat de ontlasting zacht is. 
  • Tegen pijn en zwelling rond de hechtingen kan een koud kompres helpen. U kunt hiervoor een bevroren nat maandverband in een plastic zakje in een washandje gebruiken. Zo nodig kunt u paracatemol nemen om de pijn te verzachten.

Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis?

Neem contact op met de afdeling Triage (088 250 6459) als u:

  • binnen 48 uur na de operatie geen ontlasting heeft gehad; 
  • koorts heeft (temperatuur boven 38,5°C); 
  • pussige afscheiding heeft; 
  • toename van pijn en/of zwelling heeft, die niet te controleren zijn met de maatregelen in deze folder.

Controleafspraak

Als u dat wilt of als de arts u dit adviseert kunt u binnen 4 tot 6 weken na de bevalling een afspraak maken voor een nagesprek/controle bij de gynaecoloog die bij uw bevalling is geweest. De afspraak wordt door de zorgverzekering vergoedt als deze plaatsvindt binnen 42 dagen na uw bevalling.

Heeft u nog klachten, bespreek deze dan gerust tijdens uw afspraak. Wij vragen u bij de controle om vragenlijsten over uw ontlastingspatroon en kwaliteit van leven in te vullen om eventuele problemen tijdig te herkennen. Bij de nacontrole verwijst de gynaecoloog u in principe naar een bekkenfysiotherapeut. 

Wat is een bekkenfysiotherapeut

Een geregistreerde bekkenfysiotherapeut is een fysiotherapeut met een speciale opleiding voor de behandeling van patiënten met bekken- of bekkenbodemproblemen. Via oefeningen en voorlichting leert de bekkenfysiotherapeut u weer controle te krijgen over uw bekkenbodemspieren.

Oefeningen

Kort na de bevalling is het gevoel in uw onderlichaam waarschijnlijk verminderd. U voelt bijvoorbeeld niet goed meer of u klaar bent met plassen. Of er ontsnappen ongewild windjes. Dit is normaal. 
De bekkenbodemspieren zijn bij een totaalruptuur ingescheurd en weer gehecht. Ze werken daardoor minder goed. 

Zodra u enig gevoel terugkrijgt kunt u uw bekkenbodemspieren gaan oefenen. Door te doen alsof u uw plas ophoudt, een windje tegenhoudt of door uw vagina te 'sluiten' spant u de juiste spieren aan. Probeer dit rustig uit en bouw langzaam op. Onderstaande oefeningen zijn voor de eerste twee maanden na de bevalling.

Oefening 1: Aanspannen en ontspannen

U kunt beginnen met twee tellen aanspannen, vier tellen ontspannen. Herhaal dit enkele keren als u dit kunt. Als uw spieren moe worden, voelt u minder controle over het aanspannen en loslaten. U kunt dan beter stoppen en het een paar uur later nog eens proberen. Probeer goed door te ademen en blijf bewust ontspannen na elke aanspanning. Bij hoesten, niezen, tillen en dragen kunt u proberen uw bekkenbodemspieren in te schakelen

Oefening 2: 'Knipogen'

Als u enige controle voelt over uw bekkenbodemspieren, kunt u proberen ze snel aan te spannen en weer los te laten: u 'knipoogt' dan als het ware met uw bekkenbodemspieren.

Voeding en leefstijl

Belangrijke punten waar u op kunt letten bij verstopping en diarree zijn voeding en leefstijl. Onderstaande tips en adviezen helpen u daarbij.

Eet gezond en gevarieerd 

Een gezonde en gevarieerde voeding bevat alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig heeft. De 'Schijf van Vijf' van het Voedingscentrum vormt de basis voor het samenstellen van een gezonde maaltijd. Neem dagelijks voedingsmiddelen uit alle vijf de groepen van de 'Schijf van Vijf'. Dan weet u zeker dat u alle belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt.

Gebruik vezelrijke voeding

Vezels zorgen voor een soepele ontlasting doordat veel vezels net als een spons vocht opnemen. Ook bij diarree is het belangrijk dat u vezels blijft eten. Deze zorgen er namelijk voor dat de ontlasting de juiste dikte krijgt. Daarnaast werken vezels stimulerend voor de darmbeweging. Vezels zitten voornamelijk in volkerenproducten, groenten en fruit. Op www.vezeltest.nl kunt u testen of u dagelijks voldoende vezels eet.

Drink voldoende

Als u vezelrijke voeding gebruikt, is het verstandig om voldoende te drinken. Vezels hebben namelijk vocht nodig om goed te kunnen werken. Drink daarom dagelijks minstens anderhalf tot twee liter vocht.

Zorg voor voldoende beweging

Door regelmatig te bewegen stimuleert u de darmbeweging en kunt u verstopping voorkomen.

Gezond toiletgedrag

Ga direct naar het toilet als u aandrang heeft. Door ontlasting op te houden, dikt deze verder in. Hierdoor kan verstopping ontstaan. Neem rustig de tijd voor uw toiletgang. Zie ook de Diakonessenhuisfolder: 'Tips voor goed toiletgedrag'.

Een volgende bevalling

Als u na een totaalruptuur geen klachten heeft, is het advies voor de volgende bevalling in principe een normale vaginale bevalling. De kans dat u opnieuw een totaalruptuur krijgt, is iets verhoogd van 3 naar 5 procent. Er is geen aanwijzing dat u risico op ontlastingsverlies op de lange termijn hierdoor is verhoogd. Als het herstel niet volledig is en u nog klachten heeft bij de controle drie maanden na de bevalling, dan bespreekt uw gynaecoloog met u het advies voor uw volgende bevalling. In deze situatie wordt er vaker voor een geplande keizersnede gekozen.

Vragen

Met vragen kunt u tijdens kantooruren terecht bij de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 088 250 6178.

(Patiënten)organisaties

Als u behoefte heeft aan steun of informatie van lotgenoten, neem dan contact op met:

Stichting Bekkenbodem Patiënten
Postbus 183
2950 AD Alblasserdam

Telefoonnummers

Polikliniek Gynaecologie
088 250 6178

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 22 mei 2017

Code: GYN26