Translate website
Disclaimer
Nederlands: U vraagt Google Translate Services om onze teksten te vertalen. Daardoor kunnen er fouten in de teksten zitten. Automatische vertalingen zijn niet perfect, ons ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor mogelijke vertaalfouten. Heeft u vragen over uw gezondheid? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Meer weten? Lees de toelichting vertaalbeleid
English: You ask Google Translate Services to actively translate our texts. Therefore they may contain errors. Automatic translations are not perfect. Diakonessenhuis is not responsible for possible translation errors. Do you have questions about your health? Then always contact your doctor.
Want to know more? Read the explanation of translation policy
TVT-operatie
U ondergaat binnenkort een TVT-operatie tegen inspanningsincontinentie. Uw behandelend arts heeft al enkele zaken met u besproken. In deze folder vindt u informatie over de ingreep en uw (dag)opname in het ziekenhuis. Het kan zijn dat uw persoonlijke situatie anders is dan wordt beschreven.
Wat is inspanningsincontinentie?
Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten of springen. Men spreekt ook wel van stressincontinentie. Met ‘stress’ wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook bij hoesten, niezen en lachen. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt.
Wat is een TVT-operatie?
TVT is een afkorting van 'tension-free vaginal tape'. We noemen deze behandeling ook wel 'midurethrale sling'.
Bij een TVT-operatie maken we het afsluitmechanisme van de blaas steviger. De incontinentie ontstaat doordat de urinebuis wat naar beneden is gezakt en weinig steun heeft. Tijdens de operatie trekt de arts de urinebuis weer omhoog. Dat gebeurt met een bandje van ongeveer 1cm breed. De arts legt het bandje als een hangmatje onder de plasbuis. De urine stroomt hierdoor minder gemakkelijk uit de blaas weg.
Het bandje is gemaakt van een fijngeweven kunststof (niet-oplosbaar) hechtmateriaal. Er zijn verschillende soorten bandjes en verschillende manieren om een bandje te plaatsen. Uw behandelend arts bespreekt deze met u.
In vergelijking met andere operaties is deze operatie weinig belastend. De kans is groot dat de klachten verminderen. Meer dan 90% van de patiënten heeft na de ingreep geen last meer van de incontinentie. Ongeveer 80% van de patiënten verliest na de operatie zelfs geen druppel urine meer.
Single Incision Methode® of ‘Mini-sling’
We maken gebruik van de Single Incision Methode®. Bij deze methode maakt de arts één sneetje onder de plasbuis in de voorwand van de vagina. Het bandje wordt daarna in de richting van de liezen ingebracht en vastgezet in het bekken. Na de operatie heeft u alleen een klein wondje in de vagina.
Single Incision Method
De operatie wordt uitgevoerd op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik of onder sedatie (kortwerkend slaapmiddel) eventueel gecombineerd met een plaatselijke verdoving.
Voorbereidingen
Preoperatieve screening
Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.
Voorbereidingen thuis
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u hier in overleg met uw arts enkele dagen voor de operatie mee stoppen.
Op de dag van de operatie moet u nuchter naar het ziekenhuis komen. Meer informatie hierover vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'. U krijgt de folder tijdens het intakegesprek met de verpleegkundige. U vindt deze folder ook op onze website.
Verhinderd
Als u verhinderd bent voor de operatie wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Opname en operatie
Melden
Op de dag van de operatie meldt u zich op het afgesproken tijdstip nuchter op de verpleegafdeling. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling. Hier krijgt u operatiekleding aan.
De operatie
Een verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling. De anesthesioloog en anesthesiemedewerker brengen u naar de operatiekamer. Op de operatiekamer ziet u de gynaecoloog en het operatieteam. Na een korte check krijgt u de verdoving die met u is afgesproken. Dan wordt u geopereerd. Tijdens de operatie krijgt u een antibioticum om (blaas)ontstekingen te voorkomen.
Na de operatie
Uitslaapkamer en verpleegafdeling
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer om bij te komen. Vanuit de uitslaapkamer gaat u terug naar de verpleegafdeling. Bij een dagopname kunt na ongeveer 3-4 uur weer naar huis. Als u een nachtje blijft slapen, gaat u de volgende dag weer naar huis.
Katheter
Tijdens de operatie is er een katheter via de plasbuis in de blaas gebracht. Via deze katheter loopt de urine direct in een opvangzak. Zo wordt de blaas tijdens en na de operatie ontlast. Na de operatie wordt de katheter weer verwijderd. U wordt dus wakker zonder katheter in de blaas. Na de operatie kijken we of u zelf goed kunt plassen en of checken we of er niet te veel urine in de blaas achterblijft.
Complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico. Zo is er bij deze operatie een normale kans op complicaties zoals een nabloeding, wondinfectie, longontsteking en trombose.
Pijnklachten
Thuis kunt u enkele dagen tot weken last hebben van pijn in de liezen, heupen of onderrug doordat u tijdens de operatie met gebogen benen op de operatietafel heeft gelegen. Dit is hinderlijk maar niet schadelijk en gaat vanzelf weer over. U kunt hiervoor eventueel paracetamol nemen.
Een blaasontsteking
Door de katheter kan er een blaasontsteking optreden. Dit is lastig en pijnlijk, maar goed te behandelen met antibiotica.
Een kleine bloeduitstorting
Bij een bloeduitstorting ziet u een rode bult van opgehoopt bloed onder de sneetjes. Vaak verdwijnt dit vanzelf.
Het lukt niet om te plassen
Bij sommige vrouwen lukt het na de operatie niet om te plassen. Een tijdelijke blaaskatheter is dan noodzakelijk. U gaat dan met de katheter naar huis of u leert zelf uw blaas te ledigen met een katheter. Meestal lukt het plassen na een paar dagen wel, maar bij enkele vrouwen (minder dan 1%) blijft de klacht bestaan. In dat geval leegt u zelf de blaas telkens met een katheter. In zeer zeldzame gevallen is het nodig het bandje los te maken. Dit gebeurt dan pas na enige maanden om te voorkomen dat er anders weer ongewenst urineverlies optreedt.
Een beschadiging van de urinebuis of de blaas
In zeldzame gevallen raakt de blaas of urinebuis beschadigd. Dit wordt direct hersteld. U krijgt dan een blaaskatheter en moet langer in het ziekenhuis blijven. Een beschadiging van de blaas of urinebuis geneest meestal goed, zonder restverschijnselen.
Aandrangincontinentie
In de eerste dagen en weken na de operatie ontstaat soms een nieuwe klacht: aandrangincontinentie. U heeft dan zeer vaak aandrang om te plassen. Meestal is dit tijdelijk. Sommige vrouwen hebben het gevoel 'over een weerstand' te plassen. Deze klachten kunnen een aantal maanden aanhouden maar verdwijnen meestal vanzelf.
Naar huis
Ontslag
Meestal kunt u op dezelfde dag weer naar huis. Op de dag van ontslag heeft u een ontslaggesprek met de verpleegkundige. U krijgt informatie over de herstelperiode en de nazorg thuis. De leefregels en adviezen kunt u hier teruglezen.
Controleafspraak
Bij ontslag krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek, ongeveer zes weken na de operatie. U heeft dan ook de gelegenheid voor het stellen van vragen. Neem bij die afspraak ook de toegestuurde vragenlijst mee.
Problemen thuis
Als u thuis niet kunt uitplassen, neem dan contact met ons op:
- tijdens kantooruren: polikliniek Gynaecologie 088 250 6178
- buiten kantooruren: triageafdeling Gynaecologie 088 250 6459
Resultaten van de TVT-operatie
De meeste patiënten zijn zeer tevreden na een TVT-operatie. De kans dat het urineverlies helemaal verdwijnt, is ongeveer 86%. Bij 8% van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zij zijn niet helemaal droog. Bij 6% van de vrouwen helpt de operatie niet. Bedenk dus dat er geen garantie op succes is.
(Patiënten)organisaties
Voor meer informatie over bekkenbodemklachten verwijzen wij u graag naar patiëntenvereniging Bekkenbodem4all.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 20 januari 2025
Code: GYN09