Te veel melk bij borstvoeding
Als u borstvoeding geeft, kan het zijn dat u meer melk aanmaakt dan uw baby nodig heeft. Te veel melkaanmaak noemen we ook wel overproductie of hyperlactatie. In deze folder leest u welke verschijnselen u ziet, wat de oorzaken zijn en wat u eraan kunt doen.
In de kraamperiode komt de melkproductie op gang door hormonen die vrijkomen als de baby aan de borst drinkt. Als de melkproductie op gang is gekomen, verandert dat. De melkproductie wordt dan vooral geregeld via vraag en aanbod. Hoe vaker de baby aan de borst drinkt, hoe meer melk wordt aangemaakt. Het kan een paar weken duren voordat vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd zijn. Daardoor kan er in het begin tijdelijk meer melk zijn dan de baby nodig heeft.
Als u merkt dat na een aantal weken de melkproductie te hoog blijft, kan er sprake zijn van een overproductie. Zowel voor u als voor uw baby kan dit vervelend zijn.
Wat merkt u bij te veel melkaanmaak
Wat ziet u bij uzelf
- Gespannen, pijnlijke borsten
- Volle borsten, ook na het voeden
- Lekkende borsten tussen de voedingen
- Sterke, soms pijnlijke toeschietreflex
- Pijnlijke tepels door aanlegproblemen
- Vaak last van harde plekken, roodheid in de borst en (beginnende) borstontsteking (mastitis)
Wat ziet u bij uw baby
- Moeite met aanhappen door spanning op de tepelhof (aanlegproblemen)
- Klokkend drinken en zich vaak (bijna) verslikken door de snelle melkstroom
- Vastklemmen of bijten op de tepel om te proberen de melkstroom te verminderen
- Veel spugen en/of refluxklachten
- Onrustig drinken, vaak de borst loslaten
Te veel melksuikers
In moedermelk zitten van nature veel melksuikers (lactose). De hoeveelheid is bijna altijd hetzelfde. Het maakt niet uit wat de moeder zelf eet. Het is een belangrijke bron van energie en belangrijk voor de afweer van de baby.
Als je veel melk aanmaakt, zijn de borsten na een voeding nog (vrij) vol. De vetten in de melk zetten zich af tegen de wand van de melkkanalen. Bij een volgende voeding is de melk die de baby in het begin van de voeding drinkt daarom minder vet. Tijdens de voeding stromen met de ‘verse’ melk ook de vetdeeltjes mee die waren blijven kleven aan de melkkanalen. Tijdens de voeding wordt de melk dus vetter. Als er veel melkaanmaak is en de baby kort aan beide borsten per voeding drinkt, krijgt hij naar verhouding meer melksuikers dan vetten. De darmen hebben moeite om zoveel melksuikers te verteren. De vetten zorgen er namelijk voor dat de melk goed verteerd wordt. Uw baby kan de volgende klachten hebben:
- Darmkrampen/winderigheid
- Luieruitslag
- Groene, schuimende ontlasting en veel natte luiers
- Veel onrust en veel zuigbehoefte
- Een snelle of juist langzame groei
Oorzaken
Te veel melkaanmaak kan veroorzaakt worden door:
- Extra kolven terwijl de baby volledig aan de borst drinkt en goed groeit
- Gebruik van (siliconen) lekschalen op de borst om melk op te vangen; deze stimuleren extra melkaanmaak
- Aanleggen volgens een vast tijdschema in plaats van op verzoek van de baby
- Wisselen van borst tijdens een voeding na een bepaald aantal minuten in plaats van als de baby aangeeft dat hij klaar is met drinken
- Als u alleen kolft: te veel en/of te lange kolfmomenten
- Bewust of onbewust gebruik van kruiden of medicatie die de melkaanmaak stimuleren
- Lichamelijke aanleg, bijvoorbeeld door de hoeveelheid klierweefsel (dat is niet hetzelfde als de grootte van de borst)
Wat kunt u doen
Een speciaal stofje (het eiwit FIL: Feedback Inhibitor of Lactation) regelt de melkaanmaak in de borst. Als de borsten vol zijn, is er veel van deze stof aanwezig. De melkaanmaak wordt dan geremd. Als borsten ’leeg’ zijn, is er juist weinig van de stof aanwezig en wordt er meer melk aangemaakt.
U kunt de melkaanmaak langzaam verminderen door de borsten vaker vol te laten zijn. Dat kunt u doen door onderstaande stappen te volgen. U begint met het advies van stap 1. Na 2 tot 3 dagen kijkt u hoe het gaat. Zo nodig gaat u verder naar de volgende stap.
Als u nog veel last heeft van stuwing of harde plekken en/of roodheid kunt u beter nog even wachten tot de spanning meer is afgenomen.
Als u uw baby alleen borstvoeding geeft
Stap 1
Geef overdag één borst per voeding. Als uw baby na een uur weer wil drinken, leg hem dan weer aan dezelfde borst aan. In de nacht geeft u beide borsten per voeding.
Stap 2
Blokvoeden. Deel de dag op in blokken van 3 tot 4 uur. U geeft tijdens een blok steeds dezelfde borst, u wisselt dus niet van borst. Het volgende blok geeft u de andere borst en zo verder. U mag uw baby zo vaak laten drinken als hij wil, maar per blok steeds aan dezelfde borst.
Stap 3
Soms kan het nodig zijn om de borsten als het ware opnieuw in te stellen (resetten). Dat doet u door aan het begin van een blok (in de ochtend) de borsten leeg te kolven. Daarna legt u uw baby aan en gaat u verder met blokvoeden (zie stap 2). Het is meestal niet nodig om de hele borstvoedingsperiode door te gaan met 1 borst per voeding en blokvoeden. Na een tijdje kunt u weer gaan voeden op verzoek. Of bijvoorbeeld als de baby niet (meer) goed groeit. U kunt dan weer beide borsten per voeding aanbieden. U wisselt van borst als de baby niet meer actief drinkt.
Als u alleen kolft
Stap 1
Het kolfmoment korter maken. Dan kan op verschillende manieren:
- De kolftijd korter maken. Kolf 2 minuten minder per kolfmoment. Na 2 tot 3 dagen kolft u weer 2 minuten minder als de borsten voldoende comfortabel aanvoelen. Als u ongeveer 10 tot 15 minuten per keer kolft en nog een te grote productie heeft kunt u verder gaan naar stap 2.
- Per keer een maximale hoeveelheid melk afkolven. Doe dit ook in stapjes, kolf bijvoorbeeld eerst 20% minder af dan u gewend bent.
- Op gevoel. Kolf totdat de meeste maar niet alle spanning weg is. Een eerste stap kan hierbij zijn te stoppen met kolven als de melkstraaltjes overgaan in druppels. Werk dan in stapjes toe naar de gewenste hoeveelheid.
Als u gewend bent om in de nacht een kolfpauze te hebben, kolf dan het eerste kolfmoment in de ochtend wat langer totdat de borsten soepel aanvoelen.
Stap 2
Minder vaak kolven. Laat 1 kolfmoment weg, de tijd tussen de kolfmomenten wordt langer. Bouw zo nodig elke 2 tot 3 dagen een kolfmoment af totdat er 4 tot 5 kolfmomenten overblijven.
Houd tijdens het afbouwen bij hoeveel melk u per 24 uur kolft. U kunt gebruikmaken van een kolf-app of een kolflijst. De melkaanmaak kan namelijk soms (te) snel afnemen. Bouw af tot u ongeveer de hoeveelheid kolft die uw baby in 24 uur drinkt. Als uw baby te klein of te vroeg geboren is, houd dan een hoeveelheid van 700 tot 800 ml per 24 uur aan voor een eenling (of 1000 tot 1200 ml voor een tweeling).
Als u kolft én borstvoeding geeft
Als u borstvoeding en kolven combineert omdat uw baby nog niet voldoende aan de borst kan drinken
- Geef uw baby 1 borst per voedingsmoment. Daarna kolft u beide borsten af (nakolven).
- U begint met het afbouwen van nakolven na het aanleggen aan de borst waaruit de baby heeft gedronken. Als de borst soepeler voelt na het aanleggen, halveert u de kolftijd. Als dat goed gaat kunt u stoppen met nakolven. De borst waaruit de baby niet heeft gedronken kunt u in stapjes korter gaan kolven (zie ‘Als u volledig kolft’).
- Verkort de kolftijd op momenten dat u beide borsten kolft (zie ‘Als u volledig kolft’).
Als u borstvoeding en kolven combineert en uw baby hele voedingen uit de borst drinkt
- Geef 1 borst per keer, kolf de andere in het begin kort af. Werk er naartoe dat u niet meer afkolft als u uw baby aanlegt.
- Kolf de volgende voeding beide borsten af. Verkort in stapjes de kolftijd, zie ‘Als u volledig kolft’.
- Het kan zijn dat u uiteindelijk per voedings-kolfmoment 1 borst per keer geeft en 1 borst per keer afkolft, om en om.
Wat helpt om de pijn te verminderen tijdens het afbouwen
Bij het afbouwen krijgt u in het begin meer last van stuwing. De volgende adviezen kunnen helpen tegen de pijn:
- Koel de borst met ijs of een coolpack (niet direct op de huid), na het aanleggen/kolven, 10 minuten per keer, minimaal 4x per dag of zo vaak als prettig is.
- U kunt wat druk van de borst afhalen door een beetje melk uit de borst te masseren. Doe dit zo kort mogelijk. Zie ook dit filmpje over kolven met de hand.
- Draag overdag een ondersteunende beha (zonder beugel).
- Als pijnstiller kunt u 4 x per dag 1000 mg paracetamol nemen. Dit is veilig te gebruiken bij borstvoeding.
- Saliethee kan de melkproductie remmen. Het effect hiervan is niet wetenschappelijk bewezen. Begin met 1x per dag 1 kopje. Houd hierbij goed de melkproductie in de gaten. Herhaal pas na 24 uur. Gebruik saliethee alleen als u wordt begeleid door een lactatiekundige.
Wat kunt u doen voor uw baby als hij last heeft van de snelle melkstroom
- Voor het aanleggen de toeschietreflex opwekken door te kolven met de hand. U kunt de melk opvangen of laten weglopen.
- De baby van de borst loshalen en de melk laten weglopen als in de eerste minuten na het aanleggen de toeschietreflex komt. Soms voelt u de toeschietreflex aankomen. U kunt het ook zien en horen bij uw baby. Hij neemt dan hoorbaar grote slokken. Er kan ook (een golfje) melk uit de mondhoek komen.
- Tijdens de borstvoeding kunt u uw baby pauzes geven door:
- Uw pink in zijn mondhoek te plaatsen als het te snel gaat.
- Uw baby loshalen van de borst als u ziet of hoort dat het te snel gaat.
- Uw baby vaker een pauze geven tijdens de voeding door hem van de borst te halen en hem laten boeren. - De voedingshouding aanpassen:
- achterover liggend
- rechtop voeden
- rugbyhouding. De zwaartekracht zorgt ervoor dat de melk wat minder snel stroomt.
Verschillende voedingshoudingen vindt u in dit filmpje.
Telefoonnummers
Secretariaat afdeling Verloskunde
088 250 6182
Afdeling Neonatologie (5B)
088 250 6136
Lactatiekundigen
088 250 6380
[email protected]
Opmerking over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 26 november 2024
Code: VK35