Voedingsadviezen bij diabetes mellitus

De voedingsadviezen voor mensen met diabetes mellitus zijn gebaseerd op de adviezen voor goede voeding voor de algemene bevolking. De diëtist helpt bij het opstellen van een individueel voedingsadvies afhankelijk van medicatie, lichaamsgewicht en activiteitenpatroon. Tevens wordt er o.a. rekening gehouden met sociale factoren zoals leefstijl, wisseldiensten, weekendvariatie, uit eten, vakantie en de invloed van het gezin.

De behandeling

De voedingsadviezen bij diabetes mellitus zijn gericht op:

  • een zo normaal mogelijk glucosegehalte in het bloed;
  • een zo normaal mogelijk gehalte aan cholesterol en andere vetten in het bloed;
  • het behouden en/of bereiken van een goed lichaamsgewicht;
  • het voorkomen van complicaties op lange termijn;
  • het behouden van een goede kwaliteit van leven.

De voeding

De basis van een goede dagelijkse voeding voor volwassenen staat in de Richtlijnen Goede Voeding, ook bekend als de Schijf van Vijf (zie kader). Op deze manier krijgt u voldoende eiwitten, vetten, koolhydraten, vezels, vitamines, mineralen en vocht binnen.

Eiwitten, vetten en koolhydraten dienen als brandstof voor het lichaam en eiwitten zijn ook nodig voor de opbouw en onderhoud van het lichaam. Deze voedingsstoffen leveren energie wat uitgerukt wordt in kilocalorieën. Meestal wordt gesproken over calorieën.

Vitamines en mineralen zijn belangrijk bij het goed laten verlopen van veel processen in het lichaam.

Aandachtspunten uit de schijf van vijf

  • Eet minimaal 250 gram groente per dag en 2 stuks fruit 
  • Kies altijd voor volkorenproducten, zoals volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, bulgur en volkoren couscous. 
  • Minder vlees en meer plantaardig. 
  • Varieer met vis, peulvruchten, noten, eieren en vegetarische producten. 
  • 2- 3 porties magere of halfvolle zuivel per dag, zoals melk, yoghurt (zonder toegevoegd suiker) en kaas. 
  • 25 gram ongezouten noten per dag ( = 1 handje). Gebruik zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten. 
  • 1½ tot 2 liter vocht per dag, zoals kraanwater, thee en koffie. 
  • Niet teveel zout, suiker en verzadigd vet.

Meer hierover leest u op de site van het Voedingscentrum.

Aanvullende voedingsadviezen bij diabetes mellitus

Koolhydraten 

Voor mensen met diabetes is het belangrijk om te letten op de soort en hoeveelheid koolhydraten in de voeding. Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel, melksuiker, vruchtensuiker en suiker. 

  • Zetmeel zit o.a. in brood, aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten en deegwaren. 
  • Melksuiker zit o.a.in melk, karnemelk, vla, pap en yoghurt. 
  • Vruchtensuiker zit o.a. in fruit en vruchtensappen. 
  • Suiker zit o.a. in biet- en rietsuiker, honing, stroop, snoep, koek en frisdrank.   

Na het eten van voeding met koolhydraten komt het voedsel in de maag en darmen. Daar worden de koolhydraten afgebroken in kleine stukjes, genaamd glucose. De glucose wordt in het bloed opgenomen en vormt zo het bloedglucosegehalte, ook wel bekend als bloedsuiker. Afhankelijk van de hoeveelheid koolhydraten in de voeding zal het bloedglucosegehalte veranderen. Vloeibare koolhydraten (zoals frisdrank, sap en limonade) worden vaak sneller opgenomen dan koolhydraten in vaste voeding (zoals bijv. brood). Ook heeft de hoeveelheid eiwit en vet invloed op de snelheid waarin glucose in het bloed wordt opgenomen / terecht komt.

De insuline die uw lichaam zelf maakt of die u spuit zorgt ervoor dat de bloedglucose in de cellen van het lichaam opgenomen wordt. Daar kan de glucose dan als brandstof gebruikt worden.   

Als u tabletten of 1 tot 2 keer per dag insuline spuit, is het belangrijk om de hoeveelheid koolhydraten goed over de dag te verdelen en constant te houden. Daarbij is het belangrijk dat u op de juiste manier varieert, zodat u dagelijks ongeveer dezelfde hoeveelheid koolhydraten binnenkrijgt per maaltijd. Door de koolhydraten in uw voeding te leren tellen kunt u zelf gaan variëren. Hieronder ziet u een voor een voorbeelddagmenu met een gelijke koolhydraatverdeling. Dit is een voorbeeld van een dagmenu en is niet geschikt voor iedereen. Het is voor bedoeld om inzicht te geven in een regelmatige koolhydraatverdeling over de dag. Vraag voor persoonlijk advies om een afspraak bij de diëtist.

Voorbeeld dagmenu

Vrij te gebruiken: water, koffie en thee zonder suiker, eventueel met zoetje en/of halfvolle (koffie)melk, bronwater, mineraalwater, suikervrije limonadesiroop, light frisdranken, vetarme bouillon (tenzij u een zoutbeperking heeft) en rauwkost zoals tomaat, komkommer, radijs met een magere dressing. 

* Hartig beleg =  aan te bevelen zijn vetarme vleeswaren (zoals achter/schouderham, kipfilet, kalkoenfilet, filet américain, rosbief, fricandeau, rookvlees), 20+ kaas of 30+ kaas, pindakaas, sandwichspread, zuivelspread.

** Zoet beleg  = bijvoorbeeld jam, vruchtenhagel, appelstroop, honing en met mate chocoladeproducten (1 belegging is ± 9 gram koolhydraten)

*** Tussendoortjes van ongeveer 15 gram koolhydraten zijn bijvoorbeeld:
1 portie fruit (kijk in de koolhydratentabel wat 1 portie fruit is)
2 volkoren biscuitjes  
1 snee brood met hartig beleg
2 snee knäckebröd met hartig beleg
1 snee knäckebröd met zoet beleg
Zie verder de koolhydraattabel voor meer variatie.

**** Mager vlees is bijvoorbeeld: varkensfilet, biefstuk, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderlappen, entrecote, tartaar. 

Als u 4 keer per dag insuline spuit, heeft u de mogelijkheid om uw bolus insuline (kortwerkende insuline) aan te passen aan de maaltijd. Het blijft belangrijk dat u kan inschatten hoeveel koolhydraten de maaltijd bevat. U hoeft echter niet te streven naar een constante hoeveelheid koolhydraten per eetmoment. Als u meer of minder koolhydraten eet, kunt u ook meer of minder insuline spuiten. Mocht u hiermee willen werken informeer bij uw arts, diabetesverpleegkundige of diëtist naar de mogelijkheden.

Suiker, fruit en sappen

Suiker levert naast energie oftewel calorieën, geen waardevolle voedingsstoffen, zoals vitaminen en mineralen. Daarbij maakt het geen verschil of u witte, bruine suiker, rietsuiker, kandij of honing gebruikt. Voor het lichaam zijn deze soorten gelijk. Daarom is het verstandig om gebruik van suiker te beperken en eventueel te kiezen voor zoetstof.    

Gebruik zo min mogelijk suiker of producten die veel suiker bevatten, zoals: Suikerrijke dranken, zoals frisdranken en vruchtensappen (ook als er ‘ongezoet’ op staat), snoep, biscuits, koek, gebak, chocolade, Sultana/Evergreen of andere voedingsbiscuit, mueslirepen, eierkoeken, ontbijtkoek, zoet beleg op brood, gezoete melkproducten zoals vla, vruchtenyoghurt, pudding, ijs, en gezoete zuiveldranken (bijv chocolade melk of yoghurtdranken)     

Fruit staat in de Schijf van Vijf. Fruit bevat weinig calorieën maar veel voedingsstoffen en is goed voor de gezondheid. Het advies is om minimaal twee porties (200 gram) vers fruit per dag te eten.   Vruchtensap, light vruchtensap, vruchtendrank, vruchtennectar en dubbeldrank zijn  geen fruitvervangers en worden afgeraden. Deze producten bevatten veel vruchtensuikers waardoor zij een snelle stijging van de bloedglucose veroorzaken. Daarnaast leveren ze minder voedingsstoffen dan vers fruit.   

Gedroogd fruit zoals rozijnen, krenten, gedroogde abrikozen, gedroogde vijgen, gedroogde dadels, tutti frutti, kunnen met mate worden gebruikt. Vitamine C gaat verloren tijdens het drogen en er zitten veel vruchtensuikers in gedroogd fruit. Vers fruit heeft altijd de voorkeur.

Vetten

Het is gebleken dat iemand met diabetes een verhoogd risico heeft op hart- en vaatziekten. De vetten in de voeding spelen hierbij een rol. Het is daarom belangrijk om te letten op de hoeveelheid en het soort vet in uw voeding. Gebruik meer producten met onverzadigd vet en minder producten met verzadigd vet.

Verzadigd vet
Verzadigde vetten zijn ongunstig omdat ze het slechte cholesterolgehalte verhogen. Verzadigd vet zit voornamelijk in dierlijke producten. Voorbeelden zijn roomboter, vet vlees en kaas. Ook snacks, gebak, chocola en koekjes bevatten veel verzadigd vet. Verzadigde vetten in margarinesoorten kunt u herkennen omdat ze bij kamertemperatuur hard blijven.

Verzadigd vet uit zuivel lijkt niet slecht voor hart en bloedvaten en mogen daarom wel gebruikt worden. Kies bij voorkeur wel voor de magere of halfvolle variant, omdat volle zuivel veel energie levert. Plantaardige producten met veel verzadigd vet zijn palmolie, cacao en kokos(melk). Deze worden afgeraden.

Onverzadigd vet
Onverzadigde vetten kunnen het slechte cholesterolgehalte verlagen en het goede cholesterol verhogen in het bloed. Kies daarom bij voorkeur voor deze vetten. Onverzadigd vet zit vooral in dieethalvarine of dieetmargarine, vloeibare bak- en braadproducten, olie, noten en vis.   

Vis bevat naast het onverzadigd vet, speciale visvetzuren, ook wel omega-3 vetzuren genoemd. Deze vetzuren hebben een gunstige invloed op de cholesterolwaarden, bloeddruk en verminderen het risico op hart- en vaatziekte. Eet daarom 1 keer per week vette vis,  zoals zalm, paling, haring, makreel, sardientjes en tonijn.  

Alcohol

Gebruik liever geen alcohol. Als u toch alcohol drinkt, beperk dit tot maximaal 1 glas per dag. Daarnaast is het advies om niet iedere dag alcohol te drinken en om niet alle alcohol ‘op te sparen’. Dus spaar niet de hele ‘weekvoorraad’ voor het weekend. Vraag uw diëtist om meer informatie over alcohol en het effect op uw bloedglucose. 

Etiketten lezen

Etiketten zijn het onderdeel van de verpakking dat informeert over een voedingsmiddel. Op het etiket staat bijvoorbeeld wat in een voedingsmiddel zit. U weet daardoor beter wat u koopt en u kunt producten onderling vergelijken. De meest eenvoudige stap om te kijken wat er in een product zit, is kijken onder het kopje ‘Ingrediënten’. De voedingsstof die als eerste wordt genoemd, daarvan zit het meeste in dat product. Als u wilt weten hoeveel koolhydraten een product bevat, kijk dan naar de totale hoeveelheid koolhydraten onder het kopje voedingswaarde of in de koolhydratentabel. Vaak wordt ook het aantal suikers vermeld, maar dit is slechts een deel van het totaal.   

Light producten
De term ‘light’ op een verpakking geeft aan dat er van één bepaalde voedingsstof/ ingrediënt minimaal 30% minder zit dan in het origineel. Dit kan gaan om de calorieën, de hoeveelheid zout (natrium), suiker of vet. Een voorbeeld: Light chips kan 30% minder vet bevatten, maar in plaats van vet zitten er meer koolhydraten in dan in de gewone variant. De hoeveelheid calorieën kan in beiden producten gelijk zijn. Kijk dus altijd goed op het etiket of het product voor u geschikt is.   

Let op porties
Op veel etiketten staat ook de voedingswaarde per portie, bijvoorbeeld per glas of koekje. Maar dat kan verwarrend zijn. Fabrikanten bepalen namelijk zelf hoe groot zo’n portie is. Zo rekent de ene fabrikant 30 gram voor 1 portie en de andere 45 gram. En nog een andere valkuil: soms zitten er twee koeken in een meeneemverpakking en wordt het aantal calorieën en/of koolhydraten gemeld van één koek. Dat lijkt namelijk gezonder.Wilt u producten vergelijken? Vergelijk ze dan per 100 gram en niet per portie, want dat is dus niet altijd hetzelfde.

Tips om valkuilen te vermijden

Laat u niet verleiden door mooie plaatjes en praatjes op de voorkant van de verpakking. De belangrijkste informatie staat juist op de achterkant. Kijk altijd in de voedingswaardetabel en ingrediëntenlijst om te weten wat er precies in het product zit.

Speciale producten voor mensen met diabetes zijn niet nodig. Hierin zijn de koolhydraten vaak vervangen voor verzadigd vet en daardoor vaak geen gezonde keuze. Ook bevatten deze producten vaak alsnog redelijk wat koolhydraten.

Vragen

Met vragen naar aanleiding van deze folder kunt u terecht bij uw diëtist.

Telefoonnummers

Afdeling Diëtetiek
088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 27 augustus 2018

Code: DIET07