Voedingsadviezen bij (tijdelijk) hartfalen

Tijdens uw opname op de afdeling Cardiologie is de diagnose (tijdelijk) hartfalen gesteld. Bij de behandeling van hartfalen is een gezonde leefstijl van groot belang. De hartfalenverpleegkundige zal u hierover uitgebreid informeren op de hartfalenpolikliniek. In deze folder vindt u vast een aantal belangrijke voedingsadviezen voor de komende tijd. Wij adviseren u deze adviezen op te volgen.

Weeg u dagelijks

Om zelf goed in de gaten te houden of u teveel vocht vasthoudt en zo ja hoeveel, is het belangrijk dat u zich dagelijks weegt. Doe dit op een vast moment van de dag (bij voorkeur ’s ochtends) zonder kleren en onder dezelfde omstandigheden. Als uw gewicht één kilo in een dag of twee kilo in drie dagen tijd toeneemt terwijl u normaal eet, dan houdt uw lichaam waarschijnlijk vocht vast. Neem in dat geval contact op met uw huisarts of de hartfalenpolikliniek. Aan de hand van onder andere uw gewicht kan de arts of hartfalenverpleegkundige goed inspelen op uw klachten. Ook overgewicht dat niet komt door het vasthouden van vocht, vormt een extra belasting voor het hart. Houd daarom uw gewicht op het juiste niveau.

Let op zout

Het zout dat ons lichaam nodig heeft, zit van nature in ons voedsel. Zout toevoegen is overbodig. Zout bevat natrium. Natrium houdt  vocht vast en dit zorgt voor vochtophoping in het lichaam. Bij hartfalen moet u deze vochtophoping zoveel mogelijk vermijden. Daarom is het van belang dat u het gebruik van zout (natrium) beperkt en hier bij de keuze van uw voedingsmiddelen rekening mee houdt. Hoe ernstiger uw vorm van hartfalen, hoe minder zout u mag gebruiken. Vaak wordt bij hartfalen een licht natriumbeperkt dieet voorgeschreven.

Een licht natriumbeperkt dieet

In een licht natriumbeperkt dieet past het volgende:

  • brood (normaal)
  • ongezouten boter of margarine
  • licht gezouten vleeswaren 
  • licht gezouten kaas
  • melk en melkproducnten (normaal)
  • warme maaltijd zonder zout bereid
  • beperkt gebruik van snacks

Tips voor maaltijden en tussendoortjes

Hieronder vindt u enkele tips voor het bereiden en het samenstellen van de verschillende maaltijden en tussendoortjes.

Melk- en melkproducten
Melk bevat van nature natrium. Gebruik niet meer dan een halve liter melkproducten per dag.

Broodmaaltijd
De broodmaaltijd kunt u als volgt samenstellen:

  • Gewoon brood.
  • Ongezouten boter/margarine/halvarine.
  • Licht gezouten vleeswaren: fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet, rosbief en lichtgezouten rookvlees. Koop eventueel natriumarme vleeswaren.
  • Kaas bevat veel natrium. Neem daarom niet meer dan 1 à 2 keer per dag een snee brood met kaas. Kies bij voorkeur minder zoute kaassoorten, zoals Maaslander- en Maasdammerkaas.
  • Ander broodbeleg:
    • Zoet beleg, zoals jam, honing, appelstroop, pindakaas en hagelslag bevatten weinig tot geen natrium. 
    • Groente en fruit bevatten weinig natrium. 
    • Ei bevat van nature weinig natrium. Voeg in plaats van zout kruiden toe aan het ei.

Warme maaltijd
De warme maaltijd kunt u als volgt bereiden:

  • Bereid de warme maaltijd bij voorkeur zonder zout.
  • Gebruik bij voorkeur geen kant en klare soep of bouillon, omdat deze veel natrium bevatten. Maak zelf soep of bouillon of gebruik eventueel natriumarme bouillon of soep. Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout.
  • Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken. Ook zure haring bevat veel zout.
  • Zuurkool bevat van nature veel natrium. Gebruik daarom natriumarme zuurkool.
  • Jus: als u vlees bakt in natriumarme dieetmargarine dan is de jus ook natriumarm.
  • Gebruik bij voorkeur verse groenten en diepvriesgroenten zonder saus. Deze zijn natriumarm in tegenstelling tot groenten uit blik en diepvriesgroenten met saus, die veel zout bevatten.
  • Kant en klaar producten, zoals gepaneerd vlees en sauzen en kant en klaar maaltijden bevatten veel zout. Beperk het gebruik hiervan.
  • Nagerecht: neem een portie fruit. Vla en yoghurt kunnen ook zolang deze passen binnen de halve liter melkproducten per dag.

Met de volgende tips maakt u de warme maaltijd smakelijker:

  • Maak gebruik van verse kruiden en specerijen.
  • Kook groenten en aardappelen in weinig water en zo kort mogelijk.
  • Bak een uitje of champignon bij het vlees of knijp er wat citroen over uit.
  • Gebruik natriumarme mosterd bij vlees.
  • Wissel rauwe en gekookte groente af.
  • Wissel rijst, deegwaren en aardappelen af.
  • Bij bereiding in de magnetron, römertopf of snelkookpan wordt de smaak beter behouden.
  • Bereidingswijzen als grilleren, smoren, stomen, fonduen, gourmetten en roerbakken behouden de smaak ook meer.
  • Gebruik producten met een zeer uitkomende smaak: kruiden, specerijen, ui, prei, knoflook, paprika, tomaat, radijs en gebrande noten.
  • Maak gebruik van zoete, zure en zoetzure smaak in gerechten, zoals vlees marineren, vlees of vis bakken met banaan en ananas of gerechten bereiden met natriumarme zoetzure saus.
  • Maak aardappelpuree met nootmuskaat, peterselie, prei en peper.
  • Breng jus op smaak door ui, knoflook, tomaten, kruiden en specerijen, champignons of een scheutje wijn toe te voegen.

Tussendoor

  • Beperk het gebruik van zoute snacks (zoals chips, borrelnootjes, zoute koekjes, borrelhapjes, saté, frikadel).
  • Kies bij voorkeur voor ongezouten noten of gedroogd fruit.
  • Kies voor een zoet tussendoortje. Dit bevat minder natrium dan een hartig tussendoortje.
  • Gebruik geen drop (alle soorten). Drop bevat een bloeddrukverhogende stof bevatten. Daarnaast bevat zoute drop een grote hoeveelheid natrium.

Beperk uw vochtinname

Het lichaam heeft normaal gesproken dagelijks twee liter vocht vanuit de voeding nodig om goed te kunnen functioneren. Bij hartfalen mag u 1500 tot 1700 milliliter vocht innemen. Soms schrijft de arts een vochtbeperking voor omdat het hart te zwak is geworden om al het vocht rond te pompen. U mag dan per dag maximaal 1500 cc drinkvocht (12 kopjes van 125 ml) innemen. Het vocht van vla, yoghurt, appelmoes en soep moet u hierin meetellen. Het gebruik van één of twee porties fruit telt niet mee als vocht. Voor ieder volgend stuk fruit rekent u 100 ml.

Tips voor de vochtinname

  • Meet voorafgaand aan de vochtinname de inhoud van uw eigen kopje, schaaltje en/of soepkom. Zo weet u wat de exacte inhoud is.
  • Maak vooraf een verdeling van de hoeveelheid vocht over de dag. Zo voorkomt u dat u ’s avonds niets meer 'mag' drinken.
  • Neem uw medicijnen tijdens de maaltijd in, in plaats van apart met water.
  • Kauw goed, dat stimuleert de speekselvorming.
  • Gebruik smeuïg, smeerbaar beleg op brood.
  • Minder zout eten maakt ook minder dorstig.
  • Gebruik kleine kopjes en glazen.
  • Citroensap in thee/ mineraalwater werkt dorstlessend.
  • Zuig op een ijsblokje of een zuurtje als u dorst heeft.
  • Maak uw dagelijkse fruit schoon en verdeel het over de dag. Gekoeld fruit werkt bovendien dorstlessend.

Eet kleine porties

Mogelijk heeft u last van een voortdurend vol gevoel. Het kan dan prettiger zijn om meerdere keren per dag kleine porties te eten. Spreid de drie hoofdmaaltijden bijvoorbeeld over zes kleinere eetmomenten op de dag. Neem daarnaast ook rustig de tijd voor alle maaltijden. Dit bevordert de stofwisseling.

Contact opnemen

Neem in de volgende gevallen altijd contact op met de huisarts of de hartfalenpolikliniek:

  • gewichtstoename: één kilo in één dag of twee kilo in drie dagen;
  • dikke benen en voeten;
  • toename van benauwdheidklachten;
  • snelle en onregelmatige hartslag;
  • duizeligheid;
  • verminderde eetlust en/of vol gevoel in de bovenbuik;
  • aanhoudende diarree;
  • misselijkheid en braken;
  • een combinatie van bovenstaande klachten;
  • of als uw klachten verergeren.

Binnen kantoortijden

  • Bent u patiënt op de hartfalenpolikliniek, neem dan contact op met de hartfalenpolikliniek.
  • Bent u geen patiënt op de hartfalenpolikliniek, neem dan contact op met uw huisarts.

Buiten kantoortijden

Neem contact op met uw huisarts/ de huisartsenpost.

Verwijzing diëtist

Heeft u vragen over het dieet of wilt u een persoonlijk dieetadvies? Neem dan contact op met uw huisarts voor een verwijzing naar een diëtist bij u in de buurt.

Vragen

Met vragen naar aanleiding van deze folder kunt u contact opnemen met de afdelingsverpleegkundige.

Telefoonnummers

Hartfalenpolikliniek
088 250 9393, telefonisch spreekuur op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 3 mei 2019

Code: DIET 10