Voorkomen en behandelen van doorligplekken (decubitus)

U heeft doorligplekken (decubitus), een verhoogd risico op doorligplekken of bent betrokken bij iemand met een verhoogde kans hierop. In deze folder leest u wat doorliggen/doorzitten is en hoe u dit kunt voorkomen en behandelen.

Wat zijn doorligplekken?

Decubitus is de medische term voor doorliggen of doorzitten. Een doorlig- of doorzitplek is een plek waar de huid en/of het weefsel beschadigd is. Dit ontstaat als u lang in dezelfde houding zit of ligt. De bloedvaatjes in uw huid worden dan dichtgedrukt waardoor een zuurstoftekort ontstaat.

U heeft meer kans op het ontstaan van decubitus als u:

  • Minder mobiel bent waardoor u niet regelmatig van houding kunt veranderen (bijvoorbeeld wanneer u veel in bed ligt of (rol)stoelgebonden bent);
  • Onvoldoende eet en/of drinkt;
  • Verminderd gevoel heeft in uw huid waardoor u pijn niet tot nauwelijks opmerkt;
  • Verminderd gevoel heeft in de benen;
  • Suikerziekte (Diabetes mellitus) heeft;
  • Een vochtige huid heeft (bijvoorbeeld door incontinentie of overmatig zweten).

Doorligplekken komen meestal voor op plaatsen waar het bot dicht onder de huid ligt. Risicoplekken op het lichaam zijn het stuitje, hielen, zitknobbels, ellebogen, schouders, heupen en het achterhoofd.

Hoe herkent u de eerste tekenen van doorliggen?

De eerste tekenen van decubitus kunnen pijn en één of meerdere rode plekken op de huid zijn. Het gaat dan om roodheid die niet binnen 15 minuten wegtrekt.

Hoe kunt u zelf decubitus voorkomen en behandelen?

Regelmatig van houding veranderen is het belangrijkste advies om doorliggen en doorzitten te voorkomen. Ook voeding en huidverzorging zijn van belang.

Van houding veranderen

In bed

  • Wissel rugligging, buikligging, linker- en rechterzijligging af.
  • Ga als u op uw zij ligt in een houding van 30 graden liggen (afbeelding 1).
  • Voorkom dat u onderuitzakt. Om dit te voorkomen kan het voeteneinde omhoog worden gezet. Dit noemen we de Fowler-houding (afbeelding 2).
  • Zit niet te lang rechtop om te grote druk op het stuitje en de zitknobbels te voorkomen.
  • Probeer niet te schuiven in bed, maar u te verplaatsen in bed door uzelf ‘op te tillen’ met behulp van de papegaai.
  • Ga (als dat mogelijk is) nooit op een lichaamsdeel liggen dat nog rood is omdat u er eerder op gelegen heeft of waar een al doorligplek aanwezig is.

In een (rol)stoel

  • Zorg ervoor dat uw zitvlak in ieder geval elk uur even, een paar minuten, loskomt van de zitting door bijvoorbeeld naar voren of opzij te buigen.
  • Wissel tussen linker- en rechterbil of druk u even op van de zitting.
  • Zorg ervoor dat u goed achter in de stoel zit met uw voeten plat op de grond (afbeelding 3).

Vraag eventueel een familielid, mantelzorger of andere betrokkenen (bijvoorbeeld een verpleegkundige) u te helpen.

decubitus lighoudingen

Voeding en vocht

  • Probeer voldoende en gevarieerd te eten. Drink ongeveer 1,5 liter per dag.
  • Overleg met uw zorgverlener als u vermoedt dat u te weinig eet en/of drinkt. Eventueel kan er een diëtiste worden ingeschakeld.

Huidverzorging

  • Controleer regelmatig of de huid rood is. Controleer of de roodheid weg te drukken is. Als u op de plek drukt en de roodheid verdwijnt even, is de roodheid ‘wegdrukbaar’. Als de plek niet-wegdrukbaar is, is dat een eerste teken van decubitus. Probeer druk op deze plek(ken) zoveel mogelijk te vermijden.
  • Bij een getinte huid is roodheid soms moeilijk te zien. Een verschil in warmte van de huid kan duiden op het ontstaan van doorlig- en doorzitplekken. Controleer, als u een getinte huid heeft, regelmatig op lokale warmte van de huid.
  • Controleer of risicoplaatsen op het lichaam (stuitje, hielen, zitknobbels, ellebogen, schouders, heupen en het achterhoofd) pijnlijk zijn. Laat het de verpleegkundige weten als dit het geval is.
  • Zorg dat de huid niet vochtig is. Gebruik, in overleg met een deskundige, eventueel een barrièrecrème (verkrijgbaar bij de drogist en apotheek) om de huid te beschermen tegen de inwerking van vocht van bijvoorbeeld zweten of incontinentie.

Hulpmiddelen

  • U kunt met uw verpleegkundige overleggen of u een speciaal matras nodig heeft dat de druk kan verminderen.
  • Zorg voor een schone, droge en gladde onderlaag in bed. Gebruik alleen onderleggers in bed,  bijvoorbeeld voor de opvang van incontinentie, als dat echt noodzakelijk is. Zorg dat er zo min mogelijk laagjes zitten tussen het matras en uw huid.
  • Leg uw hielen vrij door een kussen onder de kuiten te leggen en de hielen te laten ‘zweven’. Zorg dat uw knieën licht gebogen zijn (zie afbeelding 2).
  • Gebruik, als u langdurig in een (rol)stoel zit, een speciaal kussen dat de druk op het stuitje en de zitknobbels kan verminderen.

Meld vermoeden van doorligplekken

Meld het aan de verpleegkundige als u denkt dat u een doorligplek heeft of krijgt. In dit geval geldt: beter het zekere voor het onzekere. Dus waarschuw ook als u er niet zeker van bent, of als u pijn en ongemak ervaart van het liggen en/of zitten.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundigen op de afdeling. Als u thuis bent kunt u uw huisarts inschakelen.

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 11 januari 2018

Code: CH76