Gebroken pols bij volwassenen

In deze folder vindt u informatie over de behandeling van de polsbreuk. Een polsbreuk is een van de meest voorkomende botbreuken. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Algemeen

De pols

De pols is het gewricht dat wordt gevormd door de handwortelbeentjes in de hand en de twee onderarmbotten, het spaakbeen en de ellepijp (afbeelding 1).

afbeelding gebroken pols 1

De breuk

Bij een polsbreuk is er een breuk van het spaakbeen, ellepijp of beide botten nabij de pols. Soms betreft het alleen een scheurtje in het bot, maar vaak is er verplaatsing van de botstukken (zie afbeelding 2). Behalve een letsel van het bot is er ook altijd letsel van de zogeheten weke delen, zoals pezen, spieren en eventueel vaten en zenuwen.

afbeelding gebroken pols 2

De behandeling

Als er geen belangrijke verplaatsing van de botstukken is, dan wordt alleen een gipsspalk aangelegd. Als de botstukken te veel verplaatst zijn, dan moet het bot worden ‘gezet’ (teruggeplaatst). Dit gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. In het gebied van de breuk wordt verdovingsvloeistof gespoten. Deze verdoving werkt minimaal een uur. Na het zetten van het bot wordt een gipsspalk aangelegd en wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of een juiste stand is bereikt. Als een juiste stand niet wordt bereikt, is soms een tweede ‘zetpoging’ of een operatie nodig.

Mogelijke complicaties

De kans bestaat dat de botstukken na enkele dagen alsnog of opnieuw verplaatst zijn, waardoor de breuk niet meer goed staat. Dit blijkt bij de volgende poliklinische controle en röntgencontrole. De pols moet dan opnieuw gezet worden of operatief behandeld worden.

Ook is er kans op het ontstaan van een posttraumatische dystrofie (zie de folder Posttraumatische dystrofie voor meer informatie). Dit is een ziektebeeld dat gepaard gaat met pijn, zwelling en verkleuring van de hand en vingers. Het is van belang dat een aangepaste behandeling snel wordt gestart als dit probleem lijkt te ontstaan. Als u denkt dat het niet beter gaat maar juist slechter, neem dan contact op met de polikliniek Chirurgie of de Gipskamer. Telefoonnummers vindt u aan het eind van deze folder.
 

Na de behandeling

Rust

U gaat naar huis met een draagdoek (mitella), zodat de arm rust krijgt en de arm voldoende hoog gehouden wordt om de gevolgen van een gestoorde doorbloeding (zwelling) op te vangen. Deze draagdoek kan 's nachts af en om uw arm dan rust te geven, kunt u deze op een kussen leggen.

Pijn

U krijgt een recept mee voor een pijnstiller. Let op: wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit aan de arts melden. De arts houdt daar dan rekening mee bij het voorschrijven van een pijnstiller. De volgende dag is de pijn meestal verminderd. Als de voorgeschreven pijnstilling niet voldoende is of als u na drie dagen nog steeds niet zonder kunt, wordt u verzocht contact met de Spoedeisende hulp op te nemen.

Verdere adviezen

  • Door de breuk ontstaat een bloeduitstorting. Deze kan naar de elleboog en vingers toe uitzakken met als mogelijk gevolg dat de vingers dik en blauw worden. Door de arm hoog te houden en de vingers te bewegen neemt de zwelling af. 
  • Bewegen is goed (vuist maken en vingers spreiden en sluiten). Belangrijk hierbij is dat u tijdens het bewegen geen pijn heeft. Daarom mag u met de vingers en de hand doen wat het gips toelaat. 
  • Als u merkt dat de mitella niet meer nodig is en uw hand niet dik is, dan hoeft u de mitella niet meer te gebruiken. Dit is vaak al na een aantal dagen het geval. 
  • Het is goed de elleboog en de schouder voldoende in beweging te houden. Echter ook hierbij geldt: het mag geen pijn veroorzaken. 
  • Om posttraumatische dystrofie te voorkomen, adviseren wij u om gedurende 50 dagen vitamine C 500 mg te gebruiken (zie de folder ‘Preventie van post- traumatische dystrofie bij een gebroken pols’). 

In de folder ’Gips om een arm of een been’ leest u meer informatie over het gips. 

Hoeveel weken gips?

Het is afhankelijk van het soort breuk hoe lang u gips nodig heeft. Dit varieert van drie tot zes weken.

Wat u verder nog moet weten

Houd er rekening mee dat u meer dan zes weken nodig heeft, voordat u de pols weer redelijk goed kunt gebruiken. Volledig normaal en pijnvrij gebruik van de pols wordt meestal pas na drie maanden bereikt. Soms is na de gipsbehandeling hulp van een fysiotherapeut nodig. 

Problemen thuis

Doen zich na de gipsbehandeling thuis problemen voor, dan kunt u contact opnemen met de Gipskamer, de polikliniek Chirurgie of de Spoedeisende Hulp. Telefoonnummers vindt u aan het eind van deze folder.

Controleafspraak

U krijgt voor over één week een afspraak mee voor controle op de Gipskamer en de polikliniek Chirurgie. Meestal wordt bij deze eerste controle het gips vernieuwd en aansluitend een röntgenfoto gemaakt.

Onderzoek

Om te kijken hoe uw herstel verloopt, vragen we u op drie momenten een vragenlijst in te vullen: na 6 weken, na 3 maanden en na 1 jaar. Met de vragenlijsten verzamelen we algemene informatie (zoals leeftijd, geslacht, werk en hulpbehoefte) en informatie over de functie van uw pols, de terugkeer naar werk en sport en uw kwaliteit van leven.

Op onze polikliniek stellen we de gegevens van patiënten met een gebroken pols ook beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Dit betekent dat onderzoekers de gegevens kunnen gebruiken. Hiervoor hebben zij  toestemming gevraagd bij een medisch ethische commissie die goedkeuring heeft gegeven. De onderzoekers gebruiken de gegevens anoniem. Dat betekent dat zij niet kunnen zien dat de gegevens bij u horen.

U beslist zelf of uw gegevens gebruikt mogen worden voor onderzoek. Als u dat niet wilt, kunt u zich afmelden door een mail te sturen aan arts-onderzoeker L. van Rossenberg, [email protected] met in cc [email protected]. Afmelden kan op elk moment. U hoeft geen reden op te geven en uw afmelding heeft geen gevolgen voor uw behandeling. De vragenlijsten ontvangt u nog wel, maar uw antwoorden worden alleen gebruikt voor het volgen van uw herstel.

Met vragen of klachten over de verwerking van uw gegevens kunt terecht bij arts-onderzoeker L. van Rossenberg, [email protected]. Of neem contact op met de functionaris Gegevensbescherming via [email protected]. Met klachten kunt u ook terecht bij de klachtenfunctionaris via 088 250 6143 (op werkdagen van 9.00 tot 12.30 uur)  of online via
www.diakonessenhuis.nl/klachten.

Vragen

Heeft u vragen over uw behandeling, dan kunt u contact opnemen met de Gipskamer, de polikliniek Chirurgie of met de Spoedeisende hulp.

Telefoonnummers

Gipskamer Utrecht
088 250 6213

Gipskamer Zeist
088 250 9438

Polikliniek Chirurgie
088 250 5333

  • toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
  • toets 2 voor vragen rond opname
  • toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
  • toets 4 voor overige vragen

Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, 088 250 8888.

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 29 september 2023

Code: GIPS07