Te vroeg geboren baby

Het gewicht van een te vroeg geboren baby hangt af van het aantal zwangerschapsweken. Hoe vroeger in de zwangerschap je baby geboren wordt, hoe lager het geboortegewicht. Alle baby’s verliezen na de geboorte ongeveer 10% van hun gewicht.

Vaak zijn de longen van een baby pas helemaal klaar (rijp) bij 32 tot 34 weken zwangerschap. Als het er naar uitziet dat de baby te vroeg geboren wordt, krijgt de moeder medicatie 

om de longen sneller te laten rijpen. Premature baby’s hebben soms hulp nodig om goed te ademen, bijvoorbeeld met een kapje op de neus waar lucht doorheen gaat. 

Soms kan een te vroeg geboren kind nog niet zelf te drinken uit de borst of de fles. We geven de baby dan voeding via een maagsonde. 

Een premature baby is nog niet in staat om zich op temperatuur te houden. Daarom hebben we daar extra aandacht en hulpmiddelen voor. 

Te vroeg geboren baby’s hebben vaak een dunne, kwetsbare huid. Ze hebben weinig onderhuids vetweefsel waardoor de huid wat doorzichtig is. Je ziet daardoor de onderliggende bloedvaatjes.

Veel premature baby’s hebben witte puntjes op de neus en kin. Dit zijn nog niet volgroeide zweetkliertjes die je milia of gerstekorrels noemt.

Vóór de 32ste zwangerschapsweek hebben baby’s een fijn laagje donshaar op hun lijfje. Dit noem je lanugo. Je ziet het vooral op de rug, schouders, armen en het voorhoofd. Vanaf de 32ste zwangerschapsweek verdwijnen deze haartjes langzaam.

Een te vroeg geboren baby hoort al en is erg gevoelig voor harde geluiden. Praat dus zachtjes tegen je baby. Zo leert hij of zij je op een prettige manier kennen.

Een premature baby ziet alleen nog maar zwart-wit en vormen (contouren). Hij of zij ziet het best op 20 centimeter afstand.

Het maag-darmstelsel van een te vroeg geboren baby is volledig ontwikkeld, maar nog onrijp (niet klaar om goed te werken). De maag is klein en kan daarom maar kleine beetjes voeding verteren. 

Tijdens een opname op de afdeling Neonatologie voeren we verschillende onderzoeken bij je baby uit. Denk bijvoorbeeld aan een echo van de hersenen of bloedonderzoek. Lees meer over de mogelijke onderzoeken.

De behandeling die je baby krijgt, hangt af van hoe het met je kindje gaat en wat er nodig is. We houden de hartslag, de ademhaling en het zuurstofgehalte in het bloed (saturatie) in de gaten. Soms meten we ook de bloeddruk. Lees meer over behandelingen op de afdeling Neonatologie.

Te vroeg geboren of zieke baby’s houden zichzelf vaak moeilijk warm. Je baby ligt daarom tot de 34ste week in een couveuse. Een couveuse is een doorzichtig, afgesloten bedje waarin we je baby goed kunnen bekijken. De temperatuur en de vochtigheid in de couveuse passen we aan de behoefte van de baby aan. Als de temperatuur van je kind stabiel is, krijgt je kind een warmtewiegje. Dat is een gewone wieg, met een warmwatermatras.