Behandeling van een grote niersteen (percutane nefrolitholapaxie)

U ondergaat binnenkort een nefrolitholapaxie (PNL) in verband met een niersteen. Na deze ingreep blijft u minimaal een nacht in het ziekenhuis. In deze folder vindt u informatie over de ingreep en over de gang van zaken rond de opname. Voor algemene informatie over een opname in het Diakonessenhuis verwijzen wij u naar de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Percutane Nefrolitholapaxie

Percutane Nefrolitholapaxie (PNL) betekent letterlijk ‘steenverwijdering uit de nier door de huid heen’. De nier wordt door de huid heen aangeprikt met een naald, waarna een hol buisje met een diameter van ongeveer één centimeter in de nier wordt gebracht. Via dit buisje kan de uroloog de steen met speciale instrumenten verwijderen. Andere behandelingsmethoden voor nierstenen zijn bijvoorbeeld niersteenvergruizing, ureterorenoscopie of een ‘open chirurgische methode’. De keuze van behandeling hangt van meerdere factoren af zoals de grootte van de niersteen. De arts bespreekt met u de keuze van behandeling. 

Voorbereidingen

Pre-operatieve screening

De ingreep vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Meer informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Medicatie

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden bij de uroloog. In overleg met de uroloog zult u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie moeten stoppen. Na de operatie overlegt u met uw uroloog wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van deze medicijnen.

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'. 

Opname en ingreep

Tijdstip en afdeling van opname

U hoort een dag voor de opname hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht. U wordt hiervoor tussen 13.30 en 17.00 uur gebeld.

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt. 

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

De operatie

De operatie vindt plaats op de operatiekamer. Hier wordt u onder narcose gebracht. U wordt op uw zij/buik gedraaid en de radioloog begint met plaatsen van een voerdraad (een draad die de route naar de steen aanwijst) in de nier. Met een echoapparaat brengt de radioloog de nier in beeld en prikt deze aan met een dunne holle naald. Vervolgens brengt de radioloog door de holle naald de voerdraad aan. Hierna gaat de uroloog verder.

Over de voerdraad plaatst de uroloog een ballon die wordt opgeblazen (dilatatieballon). Door het opblazen van deze ballon wordt het kanaal naar de nier opgerekt en kan de uroloog een holle buis van ongeveer 1 cm rechtstreeks in de nier plaatsen. De uroloog kan de nier nu onderzoeken en de steen verwijderen. Is de steen groter dan de doorsnede van de buis, dan moet de steen eerst met speciale apparatuur (laser, lithotryptor) verkleind worden. Daarna worden de deeltjes weggenomen.

Soms is de steen zo groot dat hij een groot gedeelte van het verzamelsysteem in de nier opvult. Men spreekt dan van een afgietselsteen. De complete steen kan niet altijd in een keer worden verwijderd. De reststenen worden dan meestal door de niersteenvergruizer verkleind waarna de deeltjes uitgeplast worden. Soms is een tweede nefrolitholapaxie nodig.

Een afbeelding van een niersteen verwijdering

Duur van de operatie

De operatie duurt 45 tot 90 minuten, afhankelijk van de grootte en hardheid van de steen.

Na de operatie

De uitslaapkamer

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer controleren uw bloeddruk, polsslag en temperatuur.

Op de verpleegafdeling

Als u goed wakker bent en de controles goed zijn, gaat u naar de verpleegafdeling. Ook hier worden uw bloeddruk, polsslag en temperatuur regelmatig gecontroleerd. U heeft een infuus en een blaaskatheter. Deze worden in principe de dag na de operatie verwijderd, tenzij de arts anders beslist.

De meeste patiënten die deze operatie ondergaan, ervaren weinig pijn. U kunt wel last hebben van een gevoelige flank. Het is belangrijk dat u pijn meldt bij de verpleegkundige. Vaak is dit eenvoudig te verhelpen.

Na de operatie is meestal een nierkatheter (nefrostomie) aanwezig die door het operatiekanaal is aangebracht en via de rug naar buiten komt. Deze katheter blijft na de ingreep minimaal een nacht zitten. Als de urine helder is, wordt de nierkatheter afgesloten en verwijderd. De opening in de huid sluit spontaan. Een tot twee dagen na de verwijdering van de katheter kan er nog wat urine lekken, dit stopt vanzelf. Als de nierkatheter is verwijderd en u heeft geen pijn en geen koorts, dan kunt u in principe naar huis.

Mogelijke complicaties

Over het algemeen is een percutane niersteenverwijdering een veilige methode voor het verwijderen van nierstenen. Op de volgende pagina vindt u mogelijke complicaties. Deze komen zelden voor.

  • Soms lukt het niet de nier op de juiste manier aan te prikken om bij de steen te komen. Heel soms is dan toch een open chirurgische operatie nodig om de steen te verwijderen. Bij een open chirurgische operatie is de wond veel groter omdat de nier wordt blootgelegd.
  • Bij het plaatsen van de voerdraad komt het heel soms voor dat andere weefsels geraakt worden. Er kan bijvoorbeeld een bloeding ontstaan of een darm of long geraakt worden. In dat geval is een hersteloperatie noodzakelijk.
  • Er wordt een kanaal gemaakt van de nier tot buiten het lichaam waardoor de kans bestaat op een urineweginfectie. Om dit te voorkomen wordt meestal tijdens en na de operatie antibiotica gegeven.
  • Kleine deeltjes van de steen kunnen in de urineleider komen. Meestal verdwijnen deze deeltjes spontaan uit het lichaam, maar soms moeten ze later verwijderd worden.

Weer thuis

Leefregels en adviezen

  • U mag een week niet baden. Douchen mag wel.
  • De eerste 2 weken mag u niet fietsen en zelf autorijden.
  • De eerste 4 weken mag u geen zware lichamelijke arbeid verrichten.
  • De eerste 4 weken mag u niet sporten.
  • Drink de weken na de operatie extra vocht zodat u per 24 uur 1500 cc (anderhalve liter) uitplast. Controleer dit met een maatbeker.

Pijn

Na de operatie kunt u pijn voelen in het gebied van de nier. Er kunnen nog kleine stukjes steen via de urineleider naar de blaas gaan, waardoor u last krijgt van pijn en kolieken (heftige pijnaanvallen). Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Zo niet, dan kunt u een pijnstiller nemen (maximaal 3 x per dag 1000 mg paracetamol, of andere, in het ziekenhuis afgesproken pijnstil­ling).

Problemen thuis

Bij vragen of twijfel binnen 24 uur na ontslag kunt u bellen met de verpleegafdeling. Als u na 24 uur last heeft van een van onderstaande problemen, neem dan contact op met de polikliniek Urologie (tijdens kantoortijden) of met de (dienstdoende) huisarts (buiten kantoortijden).  

  • Als u koorts boven de 38.5 °C krijgt.
  • Bij pijn die niet reageert op de pijnstillers.
  • Als het wondje blijft bloeden, of als de urine rood (niet roze) van kleur blijft.
  • Als u behalve bloed, ook flinke bloedstolsels, met de urine uitplast.
  • Als u zoveel moeite heeft met plassen, dat u het gevoel heeft de blaas niet helemaal leeg te kunnen plassen.

Controleafspraak

Ongeveer twee weken na de operatie heeft u een controleafspraak bij de uroloog op de polikliniek. Meestal wordt er dan een röntgenfoto of echo gemaakt.

Vragen

Heeft u nog vragen? Neemt u dan gerust contact op met de polikliniek Urologie. Het telefoonnummer vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'.

Telefoonnummers

Polikliniek Urologie
088 250 6327

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 9 september 2022

Code: URO20