Translate website
Disclaimer
Nederlands: U vraagt Google Translate Services om onze teksten te vertalen. Daardoor kunnen er fouten in de teksten zitten. Automatische vertalingen zijn niet perfect, ons ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor mogelijke vertaalfouten. Heeft u vragen over uw gezondheid? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Meer weten? Lees de toelichting vertaalbeleid
English: You ask Google Translate Services to actively translate our texts. Therefore they may contain errors. Automatic translations are not perfect. Diakonessenhuis is not responsible for possible translation errors. Do you have questions about your health? Then always contact your doctor.
Want to know more? Read the explanation of translation policy
Behandeling van plasklachten veroorzaakt door een vergrote prostaat met laser (HoLEP)
In verband met een vergroting van de prostaat ondergaat u binnenkort een laserbehandeling. Deze ingreep wordt ook wel Holmium Laser Enucleatie van de Prostaat genoemd, afgekort HoLEP. Na deze ingreep blijft u in principe een nacht in het ziekenhuis. In deze folder vindt u informatie over de ingreep en over de gang van zaken tijdens en na de opname. Algemene informatie over de opname vindt u in de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'.
Wat is een HoLEP?
HoLEP is een afkorting van Holmium Laser Enucleatie van de prostaat. Bij deze ingreep maken we de binnenkant van de prostaat leeg met een laser (een lichtbron die een zeer nauwkeurige, gerichte en intensieve lichtstraal produceert). Dit gebeurt via de plasbuis. De prostaat wordt niet helemaal verwijderd, maar als het ware 'uitgepeld'. Omdat de ingreep via de plasbuis plaatsvindt, heeft u geen uitwendige wond. Wel blijven er na deze ingreep soms bloedstolsels of stukjes prostaatweefsel in de blaas achter. Deze worden na de operatie uit de blaas gespoeld. Het doel van de operatie is de vergroting van de prostaat op te heffen. Zo wordt de doorgang van de urine niet meer wordt belemmerd en zullen de plasklachten afnemen. Deze ingreep vindt plaats onder algehele verdoving.
Kinderwens
Na deze ingreep kunt u geen kinderen meer verwekken op de natuurlijke manier. Heeft u een kinderwens? Bespreek dit dan voor de ingreep met de uroloog.
Uitleg: In de testikels worden zaadcellen aangemaakt. De prostaat voegt hier vocht aan toe. Dit tezamen noemen we sperma. Het prostaatvocht houdt de zaadcellen in leven tijdens hun tocht naar de eicel. Na een HoLEP behandeling maakt de prostaat nog wel zaadvocht, maar bij een zaadlozing blijft het sperma achter in de blaas. U zult dit later ongemerkt uitplassen. Na de ingreep kunt u nog wel gewoon geslachtsgemeenschap hebben.
Voorbereidingen
Vooraf melden
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden bij de uroloog. In overleg met hem/haar moet u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie stoppen.
Preoperatieve screening
Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.
Verdoving
De ingreep vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Meer informatie over de verdoving vindt u in de folder Algehele en regionale anesthesie.
Urine afnemen
Een week voor de operatie moet u naar de polikliniek Urologie komen voor het afnemen van urine. We controleren uw urine op bacteriën. Als we weten welke bacteriën aanwezig zijn, kunnen we u voor de operatie passende antibiotica geven. Zo verkleinen we de kans op een infectie tijdens of na de operatie. Voor het maken van de afspraak voor het afnemen van urine kunt u bellen met de polikliniek Urologie via telefoonnummer 088 250 6327.
Nuchter zijn
Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.
Opname en operatie
Tijdstip en afdeling van opname
Een dag voor de opname bellen wij u tussen 13.30 en 17.00 uur. U hoort dan hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht.
Melden
Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.
Voorbereidingen in het ziekenhuis
Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en een overzicht van de medicijnen die u gebruikt mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.
Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.
In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.
Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de ingreep in de gaten te kunnen houden.
Op de operatiekamer
Na het toedienen van de verdoving brengt de uroloog via de plasbuis de cystoscoop (camera) naar binnen. Hiermee kan de uroloog in uw plasbuis en prostaat kijken. Via de cystoscoop brengt de uroloog de laserfiber in. Hiermee wordt de prostaatklier losgemaakt van het kapsel. Het losgemaakte weefsel komt in de blaas terecht. Het weefsel wordt vervolgens met een speciaal instrument (morcelator) in kleine stukjes gesneden (verpulverd) en uit de blaas gezogen. De stukjes weefsel gaan naar het laboratorium om te onderzoeken of er kwaadaardige cellen aanwezig zijn. Vervolgens brengt de uroloog een slangetje (katheter) in de blaas en sluit hier een spoelsysteem op aan. De katheter blijft door een ballonnetje aan het uiteinde op zijn plaats. Dit ballonnetje drukt ook het wondgebied in de prostaat dicht.
Duur van de ingreep
De ingreep duurt 60 tot 180 minuten, afhankelijk van de hoeveelheid te verwijderen prostaatweefsel.
Na de operatie
De uitslaapkamer
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Naast uw bed staat een infuuspaal met twee zakken spoelvloeistof. De spoelvloeistof wordt via de katheter de blaas in- en uitgespoeld en komt terecht in een opvangzak onder uw bed. De snelheid en de hoeveelheid van het spoelen is afhankelijk van de kleur van de urine. In het begin ziet uw urine er nog bloederig uit. De urine wordt steeds helderder. Het kan een paar dagen duren voordat de rode kleur echt verdwenen is. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer controleren uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en het spoelsysteem.
Op de verpleegafdeling
Als u goed wakker bent, gaat u naar de verpleegafdeling. Ook hier worden uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en het spoelsysteem regelmatig gecontroleerd.
De meeste patiënten die deze ingreep ondergaan, ervaren weinig pijn. U kunt wel last hebben van blaaskrampen. Dit kan komen door de ingreep zelf. Het kan ook komen doordat de katheter verstopt zit door een stolsel. Het is belangrijk dat u blaaskrampen meldt bij de verpleegkundige. Vaak is dit eenvoudig te verhelpen.
In de loop van de volgende dag stoppen we het spoelen. We kijken dan of uw urineproductie ook zonder spoelsysteem goed verloopt. Als de urine niet te bloederig is en als u geen koorts heeft, wordt de katheter de dag na de operatie rond 6.00 uur in de ochtend verwijderd. Hierna moet u veel drinken om vervolgens te kunnen plassen. Als u geplast heeft, kijkt de verpleegkundige met een echoapparaat of er niet te veel urine achterblijft in de blaas.
Complicaties en bijwerkingen
Bij elke operatie kunnen complicaties en bijwerkingen optreden. Na een HoLEP kunnen de volgende complicaties of bijwerkingen optreden:
- Kramp in de blaas of een dringende behoefte om te plassen.
- Er kan een bloeding optreden waarbij zich bloedstolsels vormen in de blaas. Meestal stopt de bloeding vanzelf na het spoelen van de blaas via de katheter. Soms is het nodig de bloeding dicht te schroeien. Dit gebeurt onder narcose.
- Als het niet lukt om te plassen na het verwijderen van de katheter of als na het plassen teveel urine in de blaas achterblijft, krijgt u een nieuwe katheter. U komt dan een week later op de polikliniek voor verdere afspraken. Het kan zijn dat de katheter op de polikliniek wordt verwijderd of dat u opnieuw wordt opgenomen. Tijdens een dagopname wordt de katheter verwijderd en wordt geobserveerd of u goed kunt plassen. U bepaalt samen met de uroloog welke mogelijkheid het beste voor u is.
- Irritatie van de urinewegen waardoor u vaker moet plassen.
- Droge zaadlozingen.
- Urineweginfectie.
- Het is mogelijk dat door littekenvorming na langere tijd een vernauwing (strictuur) van de plasbuis ontstaat. Soms is hiervoor een nieuwe kleine operatieve ingreep noodzakelijk.
- Incontinentie: na de operatie treedt er soms urineverlies op, omdat u de urine niet goed kunt ophouden als u aandrang heeft. Dit komt omdat de sluitspier zich moet instellen op de nieuwe situatie en er een wond zit bij de uitgang van de blaas. Hierdoor kunt u een heftigere aandrang om te plassen ervaren. Dit is een normaal gevolg van de operatie en verdwijnt bij de meeste patiënten na enkele dagen tot enkele weken. Soms duurt het wat langer. Als u incontinentiemateriaal nodig heeft voor thuis kan de verpleegkundige hiervoor zorgen. Als het urineverlies niet vanzelf overgaat, kunt u dit bespreken als u voor controle bij de uroloog komt. We kijken dan naar mogelijke oplossingen met bekkenfysiotherapie en/ of medicijnen. In een enkel geval (< 5%) blijft urineverlies na een jaar nog bestaan.
Ontslag
Naar huis
Als u na het verwijderen van de katheter twee keer voldoende heeft geplast en er blijft weinig in uw blaas achter, mag u naar huis. Het kan ook zijn dat u met een katheter naar huis gaat. Meer informatie hierover vindt u in de folder Verblijfskatheter
Leefregels en adviezen
- U kunt de eerste dagen moeite hebben met het ophouden van uw plas. Gebruik in dat geval incontinentiemateriaal. U kunt hiervoor een recept meekrijgen. Deze klachten verminderen na een paar dagen, maar het kan drie maanden duren voordat u echt weer goed kunt plassen.
- De urine kan de eerste dagen nog wat rood van kleur zijn. Dit komt doordat de korstjes aan de binnenkant van de prostaat losraken. Drink dan wat meer. Als de urine donkerrood blijft, neem dan contact op met uw uroloog.
- Voorkom verstopping (obstipatie) en pers niet bij de ontlasting. Gebruik vezelrijke voeding en drink minimaal twee liter per dag.
- Neem de eerste twee weken voldoende rust. Luister naar uw lichaam. Doe geen zwaar (huishoudelijk) werk.
- Het is raadzaam om in elk geval de eerste weken geen auto te rijden langer dan 1 uur.
- Als u bloedverdunners gebruikt, moet u hier een paar dagen tot twee weken na de operatie weer mee beginnen. Dat is afhankelijk van het soort bloedverdunner. De uroloog vertelt wanneer dat in uw geval is.
- De eerste zes weken mag u geen geslachtsgemeenschap hebben. Dit veroorzaakt te veel druk op het behandelde gebied en kan daardoor bloedingen veroorzaken.
- De eerste zes weken mag u niet fietsen. Dit omdat het fietsen te veel druk geeft op het behandelde gebied.
Problemen thuis
Wanneer moet u ons bellen?
Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:
- als u duidelijk bloedstolsels plast (kleine stolsels zijn normaal);
- als het bloedverlies niet minder wordt;
- als u koorts boven de 38,5 graden krijgt;
- als u last heeft van een koude rilling (klappertanden);
- als u hevige branderige pijn tijdens het plassen heeft;
- als u niet meer kunt plassen.
Wie moet u bellen?
- De eerste 24 uur na ontslag belt u tijdens kantoortijden met de afdeling waar u behandeld bent.
- De dagen erna belt u tijdens kantoortijden met de polikliniek Urologie.
- Buiten kantoortijden belt u in geval van spoed het algemene nummer van het ziekenhuis 088 250 5000.
Met vragen die kunnen wachten, kunt u terecht bij de polikliniek. Dit kan telefonisch of via de app BeterDichtbij.
Controleafspraak
U krijgt een controleafspraak bij de uroloog op de polikliniek. Deze afspraak wordt voor u gemaakt. Tijdens deze afspraak krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]
Bijgewerkt op: 27 mei 2025
Code: URO56