Neurostimulatie met een percutane lead

De pijnspecialist heeft met u besproken dat u mogelijk in aanmerking komt voor neurostimulatie met een percutane lead. Dit zorgtraject bestaat uit twee stappen: 1) een proefplaatsing om te kijken of neurostimulatie voor u een geschikte behandeling kan zijn en 2) definitieve plaatsing als de proefplaatsing het gewenste effect heeft. In deze folder vindt u informatie over het hele zorgtraject. Het is goed dat u zich realiseert dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. Tijdens een eerste intakegesprek informeren we u uitgebreid over het zorgtraject en kunt u al uw vragen stellen.

Over deze behandeling

Wat is neurostimulatie met een percutane lead?

Neurostimulatie is een vorm van pijnbestrijding waarbij zwakke elektrische signalen (stroom) aan het ruggenmerg of de zenuwwortel worden gegeven. Deze signalen zwakken pijnsignalen af voordat ze de hersenen bereiken. 
Voor deze behandeling wordt een speciale geleidingsdraad (de ‘lead’) geplaatst in het wervelkanaal. De lead is verbonden met een apparaatje dat de elektrische signalen afgeeft. Tijdens de proefplaatsing is dit een klein kastje dat u op de huid draagt. Bij definitieve plaatsing is dit een batterij onder de huid. 

Waarom een proefplaatsing?

De proefplaatsing is om te beoordelen of neurostimulatie voor u een geschikte behandeling kan zijn. De proeffase duurt ongeveer twee weken. Als tijdens de proefperiode blijkt dat u de stimulatie als prettig ervaart en het duidelijk leidt tot pijnvermindering, kunnen we overgaan op definitieve plaatsing van het neurostimulatie-systeem. 

Wanneer wordt neurostimulatie gebruikt?

Neurostimulatie werkt bij zogeheten neuropathische pijn. Dit is pijn die veroorzaakt wordt door een beschadiging of verandering van een (deel) van het zenuwstelsel. Bijvoorbeeld door chronische irritatie van de zenuw of als gevolg van littekenvorming na een of meerdere rugoperatie(s). De neuropathische pijnklachten die met neurostimulatie kunnen worden onderdrukt zijn:

  1. chronische rug- en beenpijn, bijvoorbeeld na een rugoperatie (hernia)
  2. chronische nek- en armpijn na een nekoperatie (hernia)
  3. bepaalde zenuwletsels, zoals bij posttraumatische dystrofie
  4. perifere neuropathie door diabetes mellitus of dunne vezel neuropathie

Voorwaarden voor neurostimulatie

Om in aanmerking te komen voor neurostimulatie, gelden de volgende voorwaarden. 

  1. Behandelingen die u tot nu toe heeft gehad werken onvoldoende of geven te veel bijwerkingen.
  2. U bent niet verslaafd aan medicijnen, alcohol of drugs.
  3. U heeft geen andere ziekten of lichamelijke beperkingen/afwijkingen die een behandeling met neurostimulatie in de weg staan.
  4. U heeft geen geschil met het UWV of een klachtenprocedure in andere behandelcentra.
  5. U en uw partner/familie ziet neurostimulatie als mogelijke oplossing voor vermindering van uw pijnklachten.
  6. Na de intakeprocedure (waaronder een psychologische screening en bespreking binnen het team) blijkt dat u een geschikte kandidaat bent voor neurostimulatie.  

Tijdens het eerste intakegesprek bespreken we deze voorwaarden met u. Zo nodig spreken we aanvullend onderzoek of een behandeling met u af. 

Verwacht resultaat

Voor de behandeling met neurostimulatie is het belangrijk dat u het zorgtraject in gaat met een reële verwachting. Tijdens het intakegesprek bespreken we wat u van de behandeling kunt verwachten en welke rol u daar zelf in heeft.
Voor de succeskans van de behandeling is het belangrijk dat:

  1. U en uw partner achter de behandeling en leefregels staan. Deze regels vindt u verderop in deze folder. Het is belangrijk dat u zich aan deze leefregels houdt.
  2. U actief bij de behandeling betrokken bent. U bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van de instructies en het optimaal bedienen van het systeem.
  3. U zich realiseert dat er een kans bestaat dat neurostimulatie bij u niet of niet voldoende werkt. Hoewel neurostimulatie waarschijnlijk een groot deel van uw pijn onderdrukt, blijft er meestal restpijn over.
  4. U zich realiseert dat neurostimulatie de oorzaak van uw pijnklachten niet geneest. Schade die al is opgetreden door operaties en slijtage wordt niet hersteld. 

Begeleiding tijdens het zorgtraject

De Spinal Cord Stimulation (SCS) verpleegkundige en de Physician assistant (PA) Pijnbehandeling begeleiden u tijdens uw behandeling. Indien nodig overleggen zij met de pijnspecialist. Tijdens uw behandeling gaat u regelmatig voor controle naar het spreekuur van de SCS-verpleegkundige of de PA. Wilt u een afspraak maken of een afspraak wijzigen, neem dan contact op met het secretariaat Pijnbehandeling. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Voor meer informatie over de werkzaamheden van de Physician assistant verwijzen wij u naar de folder Physician assistant pijnbehandeling | Diakonessenhuis

Soms verwijzen we u voor specialistische begeleiding door. Bijvoorbeeld naar een:

  • klinisch psycholoog
  • revalidatiearts
  • cesartherapeut
  • fysiotherapeut
  • neuroloog

Voorbereidingen

De proefplaatsing en het aansluitende traject (definitieve plaatsing van de lead en interne pulse generator of het verwijderen van de percutane lead) is een intens traject. Daarom vindt er een uitgebreide voorbereiding plaats. Hiermee willen wij u zo goed mogelijk voorbereiden op wat u kunt verwachten.

Eerste intake

Om goed inzicht te krijgen in uw situatie en u voor te lichten krijgt u een afspraak voor een eerste intake met de SCS-verpleegkundige of PA. Tijdens dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • Wat is neurostimulatie en hoe verloopt de behandeling?
  • Welke behandelingen/onderzoeken heeft u al gehad en wat waren de resultaten? Aan de hand daarvan bekijken we of neurostimulatie een behandeling kan zijn voor uw pijnklachten.
  • Uw pijngebieden worden nauwkeurig in kaart gebracht.
  • De leefregels en eventuele complicaties van de behandeling.
  • Uw en onze verwachtingen ten aanzien van het uiteindelijke resultaat van de behandeling.
  • De plaats van de batterij.
  • Uw huidige medicatie. Neem een actuele medicijnlijst van de apotheek mee naar het eerste intakegesprek.
  • Bij de intake vult u enkele vragenlijsten in waaronder een psychologische screening.
  • Ook krijgt u een aantal formulieren mee zoals een informed consent formulier (toestemmingsformulier voor het uitvoeren van de ingreep).

MRI-onderzoek

Om te beoordelen of het mogelijk is om de lead te plaatsen, kan een MRI onderzoek van de rug nodig zijn. Hierbij worden met zeer sterke magneet- en radiogolven afbeeldingen van het lichaam gemaakt. Dit onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie van het Diakonessenhuis.

Psychologische screening

Een psychologisch onderzoek (screening) is een verplicht onderdeel van het traject. Dit omdat lichaam, geest en welbevinden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. U krijgt hiervoor een vragenlijst. Zo nodig krijgt u een oproep voor een gesprek met een psycholoog van het ziekenhuis.

Neuromodulatie-overleg

Na de psychologische screening en eventueel het MRI-onderzoek worden alle gegevens van de intake bij elkaar gevoegd. In een overleg bespreken de verschillende pijnspecialisten, PA, SCS-verpleegkundigen en de psycholoog of u in aanmerking komt voor neurostimulatie en welk systeem het beste bij u en uw klachten past. Na dit overleg nodigen we u uit voor een tweede intakegesprek bij de PA of SCS-verpleegkundige.

Tweede intake

Tijdens de tweede intake bespreekt de SCS-verpleegkundige of PA-er met u de uitslag van de onderzoeken en het neuromodulatie overleg. Ook krijgt u uitleg over het neuromodulatiesysteem dat bij u geïmplanteerd gaat worden. Na het tweede intakegesprek maken we voor u een afspraak voor een preoperatieve screening.

Vervolg

De eerste stap na de voorbereidingen is de proefplaatsing. Hiervoor wordt u een dag opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de proefplaatsing wordt de percutane lead geïmplanteerd. Deze ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving.

De stimulatieduur tijdens de proefplaatsing duurt één tot twee weken. Hierna beoordelen we samen met u het resultaat van de behandeling en verwijderen we de lead.

Gaat u over op een definitieve plaatsing van het neuromodulatiesysteem? Dan krijgt u een tweede ingreep voor plaatsing van het systeem. Dit vindt plaats op de operatiekamer.

In het volgende hoofdstukken vindt u meer informatie over beide ingrepen.

    Proefplaatsing

      Voorbereiding thuis

      Neuszalf en shampoo
      Mensen dragen een bepaalde bacterie met zich mee die na de behandeling een infectie kan veroorzaken. Voor de ingreep krijgt u een recept mee voor een en micro-organisme dodende neuszalf neuszalf en shampoo. Deze moet u vanaf vijf dagen voor de ingreep gebruiken volgens voorschrift.

      Nuchter zijn
      Voor de ingreep moet u nuchter zijn. Houdt u zich daarom aan onderstaand schema:

      • Tot zes uur voor de opname mag u een lichte maaltijd gebruiken, bijvoorbeeld twee beschuiten of twee sneetjes brood met mager beleg.
      • Tot twee uur voor de opname mag u alleen water drinken.
      • Hierna mag u niets meer eten of drinken. Uw eigen medicijnen en de medicatie die u krijgt op de afdeling mag u met één slok water innemen. 

      Melden

      Voor de proefplaatsing wordt u een dag opgenomen op locatie Zeist van het Diakonessenhuis. Op de dag van de behandeling meldt u zich bij de receptie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer waar u een bed en een kledingkast krijgt toegewezen. U krijgt operatiekleding en medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Als u aan de beurt bent, wordt u vanaf de verpleegafdeling naar de afdeling Pijnbehandeling gebracht.

      Voorbereiding op de ingreep

      Op afdeling Pijnbehandeling krijgt u een infuus en eventueel medicijnen ter voorbereiding op de ingreep. Tijdens de proefbehandeling wordt u aangesloten op apparatuur die het zuurstofgehalte en de hartslag in het bloed meet.

      De ingreep

      Een verpleegkundige brengt u met bed naar de behandelkamer. Nadat u heeft plaatsgenomen op de behandeltafel, wordt de plaats van de lead bepaald met röntgendoorlichting. Hierna maken we het operatiegebied schoon met desinfecterend middel en dekken we het operatiegebied af met steriele doeken.

      Gedurende de ingreep ligt u op uw buik. Nadat de huid is verdoofd wordt een klein sneetje gemaakt op de rug. Via het sneetje brengen we een holle naald in waarmee de lead wordt ingebracht in de epidurale ruimte in het wervelkanaal. De epidurale ruimte bevat vetweefsel en kleine bloedvaatjes.

      De stimulatie

      Als de lead op zijn plaats ligt, start SCS-verpleegkundige of de PA de stimulatie. Het is belangrijk dat u goed vertelt of en op welke plek u merkbare veranderingen waarneemt. Dit kunnen tintelingen, druk, warme of koude sensaties (of veranderingen) zijn. We proberen diverse stimulatiemogelijkheden uit totdat de meest optimale situatie is bereikt.

      De lead wordt vervolgens vastgezet met één hechting en een fixatiepleister. Tevens wordt de lead aangesloten op een uitwendig kastje (externe pulse stimulator). U draagt dit kastje tijdens de proefperiode bij u op de huid.

      Na de ingreep

      Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer van de afdeling Pijnbehandeling voor controle en bewaking en om rustig bij te komen van de ingreep. Hierna gaat u terug naar de verpleegafdeling.

      Het is belangrijk dat u na de implantatie van de lead 4 uur plat op de rug blijft liggen om het risico op verschuiven van de lead te verkleinen.

      Na het implanteren van de percutane lead en/of het definitieve neurostimulatie systeem gelden leefregels. Zie het hoofdstuk ‘Leefregels’. Deze gaan meteen na de operatie in.

      Ontslag

      U kunt dezelfde dag weer naar huis. Voordat u naar huis gaat, krijgt u bezoek van de SCS-verpleegkundige of de PA. Hij/zij schakelt het systeem in en geeft u instructies over het bedienen van het systeem.

      Beoordeling van de behandeling

      De stimulatieduur tijdens de proefplaatsing duurt één tot twee weken. Na deze periode worden de lead en de externe pulse stimulator op de polikliniek verwijderd.

      Als tijdens de proefperiode uw pijn voor meer dan 50% is afgenomen en u in uw dagelijks leven verbetering ervaart, beoordelen we de proefplaatsing als positief en komt u in aanmerking voor een definitieve implantatie van een neurostimulatie-systeem. In overleg met u plaatsen we u op de wachtlijst voor deze ingreep.

      Als de behandeling niet of onvoldoende werkt, maken we een afspraak om het vervolg te bespreken.

      Definitieve plaatsing

      Het implanteren van het neuromodulatie systeem is een chirurgische ingreep. Deze vindt op de operatiekamer plaats. Hierbij implanteren we de definitieve lead(s) en plaatsen we de interne pulse generator (IPG) onderhuids in de bil. De grootte van de IPG is ongeveer 5 bij 6 cm en ongeveer 1 cm dik. De meest geschikte plaats hiervoor wordt tijdens het intakegesprek met u besproken. Deze ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving met sedatie.

      Voorbereiding thuis

      Neuszalf en shampoo
      Mensen dragen een bepaalde bacterie met zich mee die na de behandeling een infectie kan veroorzaken. Voor de ingreep krijgt u een recept mee voor een en micro-organisme dodende neuszalf neuszalf en shampoo. Deze moet u vanaf vijf dagen voor de ingreep gebruiken volgens voorschrift.

      Nuchter zijn
      Voor de ingreep moet u nuchter zijn. Houdt u zich daarom aan onderstaand schema:

      • Tot zes uur voor de opname mag u een lichte maaltijd gebruiken, bijvoorbeeld twee beschuiten of twee sneetjes brood met mager beleg.
      • Tot twee uur voor de opname mag u alleen water drinken.
      • Hierna mag u niets meer eten of drinken. Uw eigen medicijnen en de medicatie die u krijgt op de afdeling mag u met één slok water innemen. 

      Melden

      Voor de definitieve plaatsing wordt u twee dagen opgenomen op locatie Zeist (soms Utrecht) van het Diakonessenhuis. Op de dag van de ingreep meldt u zich bij de receptie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer, waar u een bed en een kledingkast krijgt toegewezen. U krijgt operatiekleding en medicijnen ter voorbereiding op de ingreep. Als u aan de beurt bent, wordt u vanaf de verpleegafdeling naar de wachtruimte van de operatieafdeling gebracht. Een anesthesiemedewerker haalt u daar op en brengt u naar de operatiekamer.

      Voorbereiding op de ingreep

      Tijdens de ingreep ligt u ongeveer een uur op uw buik met kussens onder hoofd en borst. U wordt aangesloten op apparatuur die uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed meten.  Vervolgens krijgt u de verdoving toegediend.  Via het infuus krijgt u eventuele medicijnen en antibiotica toegediend.

      De ingreep

      Er worden nieuwe lead(s) geïmplanteerd. In overleg met u is afgesproken aan welke zijde van de bil de IPG (interne batterij) wordt ingebracht. Onderhuids wordt op deze plek ruimte gemaakt voor de IPG. Afhankelijk van de plaats wordt eventueel een verlengdraad onderhuids doorgevoerd naar de IPG. De lead wordt nu op de onderhuidse IPG aangesloten. De wonden (één snee in de rug en één op de plaats van de IPG) worden gehecht met oplosbare hechtingen.

      Na de ingreep

      Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer van de operatieafdeling om rustig bij te komen van de ingreep. Als u goed wakker en aanspreekbaar bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Het is belangrijk dat u na de implantatie van de lead 4 uur plat op de rug blijft liggen om het risico van verschuiven van de lead te verkleinen.

      U blijft één nacht in het ziekenhuis.

      Na het implanteren van het definitieve neurostimulatie systeem gelden leefregels. U vindt deze verderop in deze folder onder ‘Leefregels’. Deze gaan meteen na de operatie in.

      De SCS-verpleegkundige of PA komt de dag na de operatie langs om het vervolg van de behandeling met u te bespreken. Voordat u naar huis gaat maken we een röntgenfoto van uw rug om de plaats van de IPG en lead vast te leggen.

      Complicaties/ bijwerkingen

      Na het implanteren van de percutane lead en/of het definitieve neurostimulatie systeem kunnen de volgende complicaties of bijwerkingen optreden:

      • Ademhalingsproblemen: Hoewel sedatie veilig is, bestaat er een kans op ademhalingsproblemen met een zuurstoftekort als gevolg. In dat geval nemen we maatregelen om de luchtweg vrij te houden en krijgt u zuurstof toegediend.
      • Bloeding: Er is een kleine kans dat er in de ruimte waar de lead wordt ingebracht een bloeding ontstaat. Dit wordt met een operatie verwijderd.
      • Bloeduitstorting: Soms ontstaat er een bloeduitstorting op de plek van het infuus. Dit veroorzaakt een blauwe plek en soms pijn.
      • Bloeddrukdaling/hartslagvertraging: Tijdens de ingreep kan de bloeddruk dalen of de hartslag vertragen. Dit kan met medicijnen worden opgevangen.
      • Infectie: Na een ingreep kan altijd een ontsteking ontstaan. Soms rond de proefdraad, soms rond de batterij. Als u roodheid, meer pijn, warme huid, koorts (boven 39 graden), koude rillingen ervaart of er komt pus uit de wond, neem dan contact op met de afdeling Pijnbehandeling overdag via het secretariaat van de afdeling Pijnbehandeling en ’s nachts of in het weekend via 088 250 5000 en vraag naar de dienstdoende anesthesioloog.
      • Hoofdpijn: Er is een kleine kans dat de ruggenmergvliezen aangeprikt worden. Als dit gebeurt kan er soms een beetje hersenvocht weglekken. U kunt een bonkende hoofdpijn krijgen, die erger wordt bij rechtop komen (zitten of staan). Ook kunt u zich duizelig voelen of misselijk zijn. Als u deze klachten ervaart, meld dit dan bij de afdeling Pijnbehandeling. U kunt het beste plat blijven liggen, paracetamol innemen en veel drinken (3 liter per dag). Gebruik bij voorkeur cafeïne houdende dranken zoals koffie of cola. Als u na 3 dagen nog steeds hoofdpijn heeft, neem dan weer contact op met de afdeling Pijnbehandeling.
      • Wondlekkage bij een proefbehandeling kan voorkomen. De vloeistof die uit de wond komt is helder/ gelig van kleur. Het kan ook voorkomen dat het wondvocht helder roodgekleurd is. Neem in dat geval contact op met de afdeling Pijnbehandeling.
      • Zenuwschade: Er bestaat een kleine kans op nieuwe zenuwschade door de operatie. Dit is een zeldzame complicatie en kan doofheid van de huid (‘slapend’ gevoel) of een tijdelijke of blijvende verlamming van de benen tot gevolg hebben.
      • Verschuiving: Moeilijkheden met de apparatuur kunnen voorkomen zoals breuken, losraken of verschuivingen van de lead. Dit wordt met een ingreep hersteld.
      • Allergie: er is een zeer kleine kans (minder dan 3%) dat u allergisch reageert op één van de onderdelen van het neurostimulatie systeem. Heeft u hier in het verleden ervaring mee gehad, meld dit dan tijdens het intakegesprek met de PA of SCS-verpleegkundige.

      Leven met een neurostimulator

      Medicijnen

      Pijnstillers die u gebruikt bouwt u in overleg met uw behandelaar af in de weken na de ingreep. Bouw pijnstillers niet zelfstandig af in verband met bijwerkingen, zoals ontwenning.

      Batterij

      De batterij (IPG) verbruikt langzaam energie. De levensduur varieert tussen de twee en tien jaar. Dit wordt bepaald door het soort neuromodulatie-systeem, het stroomverbruik en de instellingen. Als de batterij leeg is, is een ingreep nodig om deze te vervangen.

      Herstelperiode

      Wondpijn

      De neurostimulator werkt alleen voor langdurige (chronische) neuropathische pijn in het behandelde gebied. De ingreep kan, zoals bij elke andere ingreep wondpijn veroorzaken die niet met neurostimulatie te bestrijden is. Van deze wondpijn kunt u enkele weken tot enkele maanden last hebben. Hiervoor kunt u een pijnstiller gebruiken. Omdat de meeste chronische pijnpatiënten een

      Leefregels

      Direct na plaatsing van de lead gedurende 6 weken:

      • Na de ingreep moet u 4 uur plat op de rug blijven liggen.
      • Vermijd activiteiten waarbij moet rekken, strekken, draaien, buigen of tillen.
      • Reik niet boven uw hoofd. U mag wel uw haren wassen, maar niet verder omhoog reiken.
      • Voorkom eenzijdige bewegingen zoals met een kruk lopen, strijken, stofzuigen of de hond uitlaten.
      • Til niet zwaarder dan 2 kg.
      • Wij adviseren u geen voertuig (auto, fiets, scootmobiel etc.) te besturen.
      • De wond, pleister en externe neurostimulator mogen tijdens de proefperiode van 2 weken niet nat worden. Dit betekent dat u twee weken niet mag douchen of baden. Mocht de pleister loslaten plak dan een andere pleister over de bestaande pleister.
      • Infectie: als u roodheid, zwelling, lekkage (veel wondvocht, helder bloed), koude rillingen en/of koorts ervaart, neem dan onmiddellijk contact op met de afdeling Pijnbehandeling. Buiten kantoortijden belt u het algemene nummer van het Diakonessenhuis: 088 250 5000 en vraagt u om de dienstdoende anesthesioloog. Dit nummer is alleen voor een noodsituatie!
      • Vragen over neurostimulatie? Bel op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur de afdeling Pijnbehandeling: 088 250 9122.

      Algemene leefregels bij een neurostimulatiesysteem:

      • Vermijd activiteiten die gepaard gaan met plotselinge, extreme of vaak herhaalde bewegingen (extreme buiging van de romp, draaien, springen, klimmen en uitrekken).
      • Geef altijd bij u behandelend arts (ook tandarts) aan dat u een neurostimulatiesysteem heeft.
      • In geval van een operatie of medische ingreep: Zet het systeem uit of op chirurgische modus (als deze mogelijkheid er is).
      • Bij een medische ingreep mag er uitsluitend gebruik worden gemaakt van bipolaire diathermie. Uw zorgverlener ligt verder toe wat dit betekent.
      • Een MRI-scan mag niet altijd, of met bepaalde maatregelen. Neem vooraf contact op met de afdeling Pijnbehandeling.
      • CT-scan is toegestaan hiervoor moet u de stimulatie uitzetten.
      • Beveiligingsapparatuur (zoals op een luchthaven): Zet uw stimulatie uit. Toon uw patiëntenidentificatiekaart/ verklaring aan de beveiligingsbeambte en verzoek om een handmatige controle.
      • Fysiotherapie/ chiropractie: behandeling in het gebied van de lead mag niet vanwege het risico op verschuiving of beschadiging.
      • In geval van overlijden moet de IPG verwijderd worden.
      • Vragen over neurostimulatie? Bel op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur de afdeling Pijnbehandeling: 088 250 9122.

      Vragen

      Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de afdeling Pijnbehandeling: 088 250 9494.

      Telefoonnummers

      Afdeling Pijnbehandeling
      088 250 9122 (afspraken)
      088 250 9494 (vragen, bereikbaar van 9.30 tot 11.30 uur)

      Opmerkingen over de tekst

      Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

      Bijgewerkt op: 3 juli 2023

      Code: P42