Operatie bij een rughernia of een kanaalstenose

U wordt binnenkort geopereerd aan uw onderrug vanwege een beknelde zenuw. De zenuw is bekneld geraakt door een rughernia of een kanaalstenose, een vernauwing van het wervelkanaal. U ondergaat een laminectomie of een interlaminaire decompressie (ILD). U wordt hiervoor 1 tot 2 dagen opgenomen in het ziekenhuis. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de operatie en de opname.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Wat is een rughernia?

Uw wervelkolom bestaat uit wervels en tussenwervelschijven. De tussenwervelschijven hebben een elastische kern (nucleus pulposus). Daaromheen zit een stevige vezelwand (annulus fibrosus). Een rughernia ontstaat door druk op uw tussenwervelschijf. Als de stevige vezelwand zwakker wordt, kan de elastische kern uitpuilen naar buiten. Als deze uitstulping op een zenuw drukt, kunnen pijnklachten ontstaan (zie plaatje). In het wervelkanaal van de onderrug bevinden zich de zenuwen die naar de benen toegaan. Door de hernia kunnen één of meer zenuwen bekneld raken. Dit veroorzaakt pijn en soms ook gevelloosheid en krachtsverlies in één of beide benen.

Wat is kanaalstenose?

Bij een lumbale kanaalstenose is het wervelkanaal onder in de rug (lendenwervelkanaal) vernauwd. Hierdoor raken één of meer zenuwen, die door het wervelkanaal lopen, bekneld (zie plaatje). Dit veroorzaakt pijn en soms ook zwaar of stuurloos gevoel in de benen. De pijn ontstaat vooral bij het lopen en staan en verdwijnt vaak bij het zitten of bukken. De vernauwing ontstaat door slijtage (artrose) van de wervelkolom, een normaal verouderingsverschijnsel. Deze slijtage is ook bekend van de heup- en kniegewrichten. Door de slijtage wordt het bot en de banden rondom de gewrichten in de wervelkolom dikker. Dit veroorzaakt de vernauwing van het wervelkanaal.

De operatie

Doel van de operatie bij een rughernia of kanaalstenose is de beklemde zenuw(en) in de rug vrij te leggen.

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Tijdens de operatie ligt u op uw buik. De chirurg maakt een snee in het midden van de onderrug. Daarna schuift hij/zij de rugspieren opzij. De lengte van de snee is afhankelijk van het soort operatie én de dikte van de onderhuidse vetlaag.

  1. Bij een kanaalstenose verwijdert de chirurg het dakje (wervelboog) van het wervelkanaal om de zenuwen weer ruimte te geven. Het verwijderen van de gehele wervelboog heet laminectomie. Het verwijderen van een gedeelte van de boog heet een interlaminaire decompressie.
  2. Bij een rughernia verwijdert de arts de uitstulping van de tussenwervelschijf en legt de beknelde zenuw vrij.

De arts hecht de rugspieren weer tegen elkaar en sluit de huid met oplosbare onderhuidse hechtingen of met nietjes (agraves).

Voorbereidingen

Preoperatieve screening

Nadat u bent aangemeld voor de operatie vragen we u een digitale vragenlijst in te vullen over uw gezondheid (triage vragenlijst). Naar aanleiding van deze vragenlijst kijken we o of u nog een aanvullende afspraak krijgt op polikliniek van de Preoperatieve screening (POS). In veel gevallen is dit niet nodig. 

Datum en locatie van de operatie

De polikliniek Orthopedie geeft drie tot zes weken voor de operatie de opnamedatum schriftelijk of telefonisch aan u door. De (werk)dag voor de opnamedag krijgt u tussen 13.30 en 17.30 uur per mail of telefonisch te horen hoe laat en waar precies u wordt verwacht. Hierbij vertellen we ook vanaf wanneer u niet meer mag eten en drinken.

Nazorg regelen

In principe gaat u een of twee dagen na de operatie naar huis. Houd er rekening mee dat u na de operatie een aantal activiteiten niet mag uitvoeren (zie patiëntfolder 'Fysiotherapie bij wervelkolomchirurgie')

Het is daarom belangrijk om voor de operatie te bepalen welke hulp nodig is. Vraag hierover informatie op bij uw huisarts. Tijdens uw opname zijn er geen mogelijkheden meer om dit te regelen. Houd er rekening mee dat u voorafgaande aan uw opname een aantal zaken moet regelen:

  • In principe kunt u na ontslag gewoon naar huis. Denkt u na ontslag tijdelijk niet alleen thuis te kunnen zijn, regel dan een logeerplek in een zorghotel of bij familie. 
  • U mag tot zes weken na de operatie, geen zware boodschappen doen en geen zware huishoudelijke taken uitvoeren, zoals dweilen, stofzuigen, ramen lappen en het bed opmaken. 
  • Zorg op tijd dat iemand anders zware huishoudelijke taken voor u doet. Denk hierbij aan de volgende mogelijkheden:
    • Schakel hulp in van familie en vrienden. 
    • Bent u alleenstaand of heeft u een partner die ouder is dan 75 jaar en/of zelf hulp nodig heeft, dan kunt u bij het WMO-loket van uw gemeente huishoudelijke hulp aanvragen.
  • Laat zorg voor eventuele jonge kinderen overnemen.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen?

  • Gebruikt u Ascal? Dan moet u hier 5 dagen voor de operatie mee stoppen.
  • Gebruikt u Rivaroxaban, Apixaban, Dabigatran, Acenocoumarol of andere medicijnen tegen trombose? Overleg dan met uw behandelend arts wanneer u hiermee moet stoppen.

Roken en Alcohol

Roken en alcohol is slecht voor bot- en wondgenezing. Probeer dit 4 weken voor en na de operatie te stoppen.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (en uiterlijk 1 week voor de opname) melden bij de opnameplanner Orthopedie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Opname en operatie

Voorbereidingen thuis

  • Op de dag van de operatie komt u nuchter naar het ziekenhuis. Dat wil zeggen dat u niet meer eet en drinkt vanaf het tijdstip dat met u is afgesproken.
  • Neem gemakkelijk zittende kleding mee met instapschoenen. Laat waardevolle spullen zo veel mogelijk thuis.
  • Gebruikt u medicijnen? Neem deze dan, samen met een actueel overzicht van uw medicijnen mee naar het ziekenhuis.

Melden 

Op de dag van de operatie meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

  • De verpleegkundige bespreekt met u wat u de komende periode kunt verwachten. 
  • Ook vraagt de verpleegkundige wie uw contactpersoon is, welke medicijnen u gebruikt en of u ergens overgevoelig voor bent. 
  • De verpleegkundige weet hoe laat u ongeveer aan de beurt bent. U krijgt operatiekleding aan. Uw bloeddruk, hartslag en temperatuur worden gemeten.

De operatie

Vlak voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U krijgt een infuus. Dit is een naald in een bloedvat van uw arm met hieraan een systeem waardoor u medicijnen, vocht en het narcosemiddel krijgt. De anesthesioloog geeft u de verdoving die met u besproken is. Ook krijgt u bewakingsapparatuur aangesloten om uw bloeddruk, hartfunctie en ademhaling tijdens de operatie te controleren. Tijdens de operatie ligt u op uw buik.

Na de operatie

Kort na de operatie

  • Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Zodra u voldoende wakker bent en het goed met u gaat, komt de verpleegkundige u ophalen. U gaat weer terug naar de verpleegafdeling.
  • De verpleegkundige controleert regelmatig de werking van uw benen, pols en bloeddruk.
  • Als de verdoving uitgewerkt raakt, krijgt u pijn in het wondgebied. Wanneer u pijn voelt, is het belangrijk medicijnen tegen de pijn te vragen.
  • De wond op uw rug kan nabloeden. Daarom ligt u de eerste uren na de operatie op uw rug. De zwaartekracht van uw lichaam zorgt voor natuurlijke druk. Hierna mag u met hulp van de verpleegkundige op uw zij draaien.
  • Belangrijk is dat u binnen 6 uur na de operatie weer probeert te plassen. Gebeurt dit niet spontaan, dan wordt uw blaas met behulp van een slangetje (katheter) geleegd.
  • U mag de dag van de operatie al uit bed komen. De fysiotherapeut of verpleegkundige helpt u hierbij en zal u leren hoe u het best in en uit bed kunt stappen.

De dagen na de operatie

Over uw wonden zit een pleister. Als er geen wondlekkage meer bij komt in het verband, is de wond droog en mag u onder de douche. De eerste 2 weken mag de wond niet weken. Dat betekent dat u niet in bad mag en niet mag zwemmen.

De eerste twee weken na de operatie heeft u nog een stijf en pijnlijk gevoel in uw rug en een doof gevoel in uw been of voet. De zenuwpijn in uw been en uw bil is vaak direct weg. Als dit niet het geval is, moet de pijn uit de zenuw 'slijten'. Dit kan enkele maanden duren.

Complicaties

In de meeste gevallen verloopt deze operatie zonder problemen. Toch is het van belang dat u weet welke complicaties kunnen optreden:

  • Liquorlekkage: Tijdens de operatie van een sterk beknelde zenuw kan er een gaatje ontstaan in een van de lagen van de hersenvliezen en wervelkanaalvliezen. Hierdoor kan hersenvocht (liquor) weglekken. U krijgt dan hevige hoofdpijn. Als dit gebeurt moet u 48 uur plat in bed blijven liggen.
  • Uitvalsverschijnselen (verlamming, gevoelsverlies): Dit kan ontstaan tijdens de operatie door het bewegen van de zenuwwortels. U merkt dit in uw voet of onderbeen. Deze klachten zijn vervelend maar gaan in de maanden na de operatie meestal weer weg. Meld deze klachten wel bij uw eerstvolgende bezoek aan de polikliniek. 
  • Wondinfectie in het operatiegebied: De wond kan geïnfecteerd raken. Dit merkt u doordat de wond rood en dik wordt. Er kan pus uitkomen. Ook kunt u koorts krijgen. De wond moet dan regelmatig worden schoongemaakt. Als het nodig is, krijgt u antibiotica.
  • Trombose: Omdat u tijdens en vlak na de operatie veel stilligt en weinig beweegt, kan er in uw been een bloedvat verstopt raken. U heeft dan een verhoogde kans op trombose. U kunt dan een dikke, pijnlijke kuit krijgen. De kuit kan rood worden en een strak gespannen gevoel geven. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dat kan zeer ernstige gevolgen hebben. Om de kans op trombose te verkleinen krijgt u tijdens de opname dagelijks een injectie met bloedverdunners (fraxiparine).

Naar huis

  • De 1e of 2e dag na de operatie mag u naar huis.
  • De hechtingen in uw rug kunnen na 2 weken bij de huisarts worden verwijderd
  • U krijgt een polikliniekafspraak mee voor over 6 weken bij de chirurg.
  • De eerste zes weken is het belangrijk om regelmatig kleine stukjes te bewegen zonder zwaar te oefenen.
  • Fysiotherapie bij uw eigen fysiotherapeut uit de praktijk is alleen nodig op indicatie van de orthopeed of fysiotherapeut uit het ziekenhuis.

Adviezen voor thuis

Zitten, bukken en tillen

Er zijn geen beperkingen aan wat u mag met de rug. Houd er wel rekening mee dat u net bent geopereerd en daardoor minder mobiel zult zijn. U mag dingen tillen tot 1 kg.

Werken

Wanneer u weer kunt gaan werken hangt af van wat voor werk u doet. Licht werk (werken aan een bureau en licht huishoudelijke klussen) kunt u na 3 à 4 weken weer starten. Let wel goed op met bukken en tillen. Zwaar werk (werk waarbij veel getild moet worden) mag u na ongeveer 6 weken weer oppakken.

Problemen thuis

Neem contact op met de polikliniek Orthopedie als:

  • de wond gaat lekken
  • de wond rood of dik wordt en/of meer pijn gaat doen
  • u verhoging/koorts (hoger dan 38,5 Celsius) krijgt
  • u uw plas of ontlasting laat lopen zonder dat u het merkt (incontinentie)
  • u zich ziek voelt

Achter in deze folder vindt u het telefoonnummer van de polikliniek Orthopedie. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp. In overleg met uw arts wordt dan bekeken wat er eventueel moet gebeuren.

Meer informatie

Meer informatie over een rughernia en kanaalstenose vindt u op onderstaande website's:

Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie
Zorgvoorbeweging.nl
 

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Orthopedie.

Telefoonnummers

Polikliniek Orthopedie
088 250 6270

Spoedeisende hulp Utrecht
88 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 3 juni 2024

Code: ORTH21