Tepelhoedje

Een tepelhoedje is een siliconen opzetstukje dat over de tepel en tepelhof wordt geplaatst. Het heeft gaatjes waar de melk doorheen kan. 

Een tepelhoedje kan worden gebruikt

• bij baby’s die de tepel te oppervlakkig in de mond (vast)houden
  De zuigreflex wordt daardoor minder goed gestimuleerd. Dit komt vaker voor bij baby’s die te vroeg geboren zijn of baby’s die een verminderde zuigkracht hebben.
• om baby’s die flesvoeding gewend zijn, aan de borst te leren drinken
• bij vlakke of ingetrokken tepels
  In de kraamweek kunnen de tepels door stuwing vlak en ingetrokken raken. Dan helpt massage vlak voor het aanleggen vaak al voldoende: Druk met de vingers van beide handen tegelijkertijd de tepelhof net rondom de tepel in. Houd de druk even vast totdat de tepelhof zacht wordt. Zie ook dit YouTube-filmpje. Ook kunt u met de hand druppels melk direct in/bij de mond van de baby kolven.
• bij pijnlijke of beschadigde tepels
  Pijn aan de tepels en tepelkloven komen meestal doordat de baby niet goed aan de borst ligt. Vaak heeft de baby de tepel te oppervlakkig in de mond. Vraag bij pijn dan ook altijd een verpleegkundige of lactatiekundige om mee te kijken bij het aanleggen. Een tepelhoedje kan ervoor zorgen dat de pijn minder is omdat het over de tepel wordt geplaatst. Maar het kan juist ook meer pijn geven.

Tepelhoedjes zijn verkrijgbaar in de maten S, M en L. De maat is goed als de basis van de tepelhoed bijna tegen de tepel aan zit. Aan de voorkant van de tepel is wat ruimte.

Het aanleggen en drinken gaat beter als het tepelhoedje stevig op de tepel en tepelhof zit.

1. Was uw handen.
2. Maak het tepelhoedje vochtig met lauw water. Zo plakt hij aan de huid en blijft hij makkelijker zitten.
3. Houd het tepelhoedje met beide handen vast: de duimen aan de buitenkant, de wijsvingers aan de binnenkant.
4. Vouw het hoedje voor de helft binnenste buiten en rek hem een beetje uit.
5. Plaats hem dan over de tepel (de tepel zit in het midden). De tepel wordt licht naar binnen getrokken. Strijk de randen glad tegen de borst/huid aan. Als u een tepelhoedje heeft met 1 of 2 uitsparingen, zet u deze ter hoogte van de neus en/of de kin.

Bij het aanleggen is het belangrijk dat de baby een grote hap neemt en zelf aanhapt. Bij het aanleggen wijst de tepelhoed naar de bovenlip/verhemelte van de baby. Als hij bij een zoekreflex zijn mond wijd opendoet, brengt u hem dichterbij zodat hij kan aanhappen. Probeer de tepelhoed niet zelf in zijn mond te brengen. Dan komt hij niet ver genoeg in de mond van de baby.

De baby is goed aangelegd als

• het hoofd iets achterover gekanteld is, de kin van de baby de borst raakt en de neus vrij ligt (zie afbeelding).
• de mond wijd open is; de tepelhoed en de overgang van de tepelhoed naar het vlakke gedeelte zijn niet zichtbaar.
• uw baby actief drinkt; hij maakt grote kaakbewegingen en u hoort hem slikken.

Leg uw baby opnieuw aan

• als de baby alleen de punt van de tepelhoed in de mond heeft (zie de afbeelding hieronder).
• als u pijn heeft. Dat kan komen doordat de baby zijn kaken op de tepelhoed drukt. De tepelhoed wordt dan plat gedrukt.

De moedermelk kan langzamer of minder goed op gang komen.
Als de baby aan de borst drinkt worden de zenuwuiteinden bij de tepelhof geprikkeld. Hierdoor worden de borstvoedingshormonen aangemaakt en komt de melkproductie op gang. Met een tepelhoedje is er minder contact met de tepel(hof). Het kan zijn dat de melkproductie daardoor minder makkelijk op gang komt.
U kunt de melkaanmaak stimuleren door te kolven. U kolft de eerste twee weken na de bevalling 2 keer per dag 10 minuten na het aanleggen. Daarna kunt u de melkaanmaak ook in de gaten houden door naar uw baby te kijken. Hij krijgt voldoende melk als hij tevreden is, hij minimaal 7 keer per dag drinkt, hij minimaal 6 plasluiers per dag heeft en goed groeit. Weeg hem minimaal 1 keer per week bij het consultatiebureau. U kolft alleen als dat nodig is.

Meer kans op harde plekken in de borst en (beginnende) borstontsteking.
Als een baby met een tepelhoedje drinkt, wordt de borst soms minder goed geleegd. Borstcompressie tijdens het voeden kan helpen om de borst beter te legen. Let goed op uw borsten. Als u last heeft van harde plekken kunt u de borst na het aanleggen koelen met een ice-pack. Zie ook onze folder Harde plekken in de borst bij borstvoeding | Diakonessenhuis

De baby went aan het drinken met een tepelhoedje.
Leg uw baby na het voeden regelmatig tegen uw blote tepel/borst aan. Probeer af en toe of het al mogelijk is om zonder tepelhoedje te voeden. Het kan ook zijn dat voeden met een tepelhoedje uiteindelijk beter past bij u en uw baby.

• Zorg voor veel huid op huid contact met uw baby. Leg de baby met alleen een luier op uw blote borst. Zijn voedingsreflexen worden hierdoor sterker. Hij gaat actief op zoek naar de borst.
• Begin een voeding met een tepelhoedje. Stop even als uw baby al wat gedronken heeft. Haal het tepelhoedje weg en leg hem opnieuw aan.
• Begin met het voeden zonder tepelhoedje als uw baby nog wat slaperig is/net wakker aan het worden is.
• Masseer de borst en kolf wat melk met de hand vlak voor het aanleggen (Instructiefilm Kolven met de hand | Diakonessenhuis)

• Kook het tepelhoedje uit voor het eerste gebruik.
• Na elk gebruik eerst afspoelen met koud, daarna met warm water en druppel afwasmiddel. Goed afspoelen.
• Eenmaal per dag uitkoken (3 minuten).
• Bewaar het tepelhoedje in een open bakje op een (spuug)doekje. Vervang het doekje dagelijks of als het vochtig is.

Secretariaat afdeling Verloskunde
088 250 6182

Afdeling Neonatologie (5B)
088 250 6136

Lactatiekundigen
088 250 6380
[email protected]

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].