Miskraam

Helaas verloopt niet elke zwangerschap goed. Ongeveer 10 tot 15 procent van alle zwangerschappen eindigt in een miskraam. Je kunt altijd contact opnemen met je verloskundige of met ons als je je zorgen maakt over een mogelijke miskraam.

Wat is een miskraam?

Er zijn twee soorten miskramen: een vroege miskraam en een late miskraam.

Vroege miskraam (tot 12de week)

Bij een op de zeven zwangerschappen is er sprake van een vroege miskraam. Bij een miskraam verlies je een niet-levensvatbare vrucht. Soms zien we bij de echo dat het hartje is gestopt met kloppen. 

Late miskraam (van 12 tot 16 weken)

Deze miskraam wordt meestal ontdekt met de echo of begint met bloedverlies. Dit komt minder vaak voor dan een vroege miskraam.

Symptomen

Een miskraam begint vaak met bloedverlies. Je kunt buikpijn hebben, vergelijkbaar met menstruatiepijn. Soms krijg je krampen die op weeën lijken. Vlak voor een miskraam kunnen zwangerschapsverschijnselen minder worden. Bijvoorbeeld ochtendmisselijkheid of gespannen borsten.

Wat kunnen wij voor je betekenen?

Bij zorgen over een mogelijke miskraam krijg je onderzoeken om te controleren of de zwangerschap nog goed gaat. Ben je langer dan vier weken zwanger? Dan krijg je een controle-echo. Vanaf de vijfde zwangerschapsweek kunnen we daarmee zien of het hartje klopt. Als dat zo is, is de kans op een miskraam erg klein. 

Een miskraam komt regelmatig voor. Dit is een natuurlijke gebeurtenis, die wel erg verdrietig kan zijn. Je verloskundige of arts kan niets tegen een miskraam doen of het tegen houden. Daarom wachten we in de meeste gevallen af hoe je lichaam met de miskraam omgaat.

Waar kun je terecht?

Maak je je zorgen over signalen van een miskraam? Neem dan contact op met je verloskundige of met de triage als je bij ons onder controle bent. In deze situaties is het goed om contact op te nemen.