Operatieve behandeling van de ziekte van Dupuytren

In deze folder vindt u informatie over de ziekte van Dupuytren en de operatieve behandeling. Uw plastisch chirurg heeft al enkele zaken met u besproken. In deze folder kunt u de informatie nog eens rustig nalezen en wordt op diverse zaken dieper ingegaan. De operatie vindt meestal poliklinisch en soms in dagbehandeling plaats. Het kan zijn dat uw persoonlijke situatie anders is dan wordt beschreven. Heeft u na het lezen van de folder nog vragen, dan zal de plastisch chirurg ze graag met u doornemen. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten.

Wat is de ziekte van Dupuytren?

De ziekte van Dupuytren is een veel voorkomende bindweefselafwijking aan de hand. Bij deze ziekte ontstaan door vermeerdering van bindweefsel onder de huid strengen en knobbels. Deze strengen kunnen in de gehele handpalm en in alle vingers voorkomen. De strengen kunnen samentrekken waardoor vingers krom gaan staan en niet meer goed zijn te strekken. Deze strengen worden ten onrechte vaak aangezien voor pezen. De oorzaak van de ziekte is nog niet duidelijk, maar is mogelijk erfelijk en komt vaak in meerdere generaties voor. De afwijking begint meestal op middelbare leeftijd maar kan ook veel jonger voorkomen. De ziekte kan een wisselend verloop hebben. De afwijking is genoemd naar de Franse chirurg Dupuytren, die het ziektebeeld voor het eerst beschreef.

afbeelding dupuytren

Behandelingen

De ziekte van Dupuytren is niet te genezen of te beïnvloeden. Wel is de aandoening goed te behandelen, zodat u uw hand zo goed mogelijk kunt gebruiken. Er bestaan twee soorten ingrepen:

  • Naaldtechniek (naaldfasciotomie)
    Onder lokale verdoving prikken we de onderhuidse streng door, waardoor de vinger weer (meer) recht wordt. Het voordeel van deze ingreep is dat u geen grote wond heeft die moet herstellen. Een nadeel is dat de kromstand binnen 5 jaar weer terugkomt, omdat we het dupuytrenweefsel niet weghalen. 
  • Operatietechniek (partiële fasciectomie)
    Dit is een operatie waarbij we een zigzagsnede over de handpalmzijde van de hand maken en het dupuytrenweefsel weghalen. De vinger komt hierdoor weer (meer) recht te staan. Het lukt niet altijd de vinger helemaal recht te krijgen, omdat na langdurige kromstand ook de gewrichten zijn aangedaan. Na de operatie heeft u 2 weken hechtingen in de hand. Een handtherapeut begeleidt u tijdens het herstelproces. Na de operatie kan de aandoening binnen 5 jaar weer terugkomen. Dat gebeurt bij 15% van de mensen.

Uw plastisch chirurg vertelt u welke ingreep voor u het meest geschikt is.

De aandoening kan na een operatie terugkomen, in de geopereerde vinger maar ook in gezonde delen van de hand. Het kan dus zijn dat u meerdere keren geopereerd moet worden.

Voorbereiding op de operatie

Voorbereiding thuis

Bloedverdunnende medicijnen
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (zoals Sintrom of Marcoumar), dan kan het nodig zijn dat u hier, in overleg met uw arts, tijdelijk mee stopt.

Roken
Om de kans op complicaties te verminderen adviseren we u om rond de ingreep niet te roken. Roken vernauwt de bloedvaten en kan ervoor zorgen dat de wond minder goed geneest.

Nuchter
Als u onder algehele of regionale verdoving wordt geopereerd, moet u nuchter zijn. Op de dag van de operatie mag u vanaf 6 uur voor de operatie niet meer eten. U mag tot 3 uur voor de operatie helder vloeibare dranken gebruiken zoals water, thee met of zonder suiker, zwarte koffie met of zonder suiker (geen melk erbij!), bouillon, appelsap, druivensap (geen pulp) en limonade van siroop.

Als u onder WALANT-verdoving wordt geopereerd, hoeft u niet nuchter te zijn.

Vervoer
Na de ingreep kunt u niet zelf autorijden of fietsen. Regel daarom vervoer naar huis voor na de ingreep.

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ leest u welke spullen u moet meenemen naar het ziekenhuis. 

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Meld dit dan zo spoedig mogelijk bij het Hand- en polscentrum. Het telefoonnummer vindt u verderop in deze folder.

Opname en operatie

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip:

  • in Utrecht bij de balie Patiënteninschrijving, route 274
  • in Zeist bij de poliklinische behandelkamer, route 37
  • in Zeist, route 36, als u een WALANT-verdoving krijgt

Anesthesie

Er zijn 3 verdovingstechnieken. Uw behandelaar overlegt met u welke techniek voor u het beste is. 

  1. Algehele narcose. De anesthesioloog brengt u hierbij voor de operatie in slaap.
  2. Regionale verdoving, de zogenaamde axillaire of plexusverdoving. Hierbij wordt uw hele arm verdoofd. De anesthesioloog geeft u daarvoor een injectie in de oksel. Uw arm voelt daarna zwaar aan.
  3. Lokale verdoving, de zogenaamde WALANT-techniek. U krijgt hierbij vlak voor de operatie een verdoving in de handpalm.

Meer informatie over verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
Meer informatie over de WALANT-verdoving vindt u in de folder 'Hand- of polsoperatie onder WALANT-verdoving'.

De operatie

De chirurg maakt zigzagsneden in de handpalm en verwijdert het aangetaste weefsel. Soms blijkt tijdens de operatie, dat de aanwezige huid niet genoeg rek heeft om de wond van de gestrekte vinger te kunnen sluiten. In dat geval bedekken we de wond met een huidtransplantaat. Dit huidtransplantaat halen we meestal uit de liesplooi. U houdt daar dan een klein litteken.

Na de operatie

Vervolgafspraken

Voordat u naar huis gaat, krijgt u van de doktersassistente een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen en meestal ook een afspraak bij de handtherapeut.

Handtherapie

Na de operatie kunnen uw hand en pols stijf zijn. Meestal verdwijnt deze stijfheid vanzelf als u uw hand weer gaat gebruiken. U krijgt meestal binnen een week na de operatie een afspraak bij de handtherapeut van de Ergo-Experts. De handtherapeut helpt u bij het herstel van uw hand.

Risico's en mogelijke complicaties

Bij elke operatie kunnen complicaties optreden, zoals een nabloeding, wondinfectie, wondgenezingsproblemen, open gaan van de wond, narcoseproblemen, trombose of een longontsteking. Deze complicaties komen zelden voor. Zij zijn bijna altijd goed te behandelen, maar u moet dan soms wel enkele dagen langer in het ziekenhuis blijven.

Bij een handoperatie kunnen de gevoelszenuwen van de vingers beschadigd worden en een gedeeltelijke gevoelsstoornis geven.

Dystrofie is een zeldzame complicatie die pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers geeft. Om functiestoornissen te voorkomen moet deze afwijking zo snel mogelijk behandeld worden.

Ontslag

Adviezen voor thuis

  • Het is verstandig de hand de eerste dagen hoog te houden in een mitella of op een kussen. Hiermee wordt zwelling van de hand zo veel mogelijk voorkomen. 
  • Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van het werk dat u doet en de wondgenezing. De arts bespreekt dit met u.

Problemen

Als zich ’s avonds of in het weekend problemen voordoen, kunt u contact opnemen met uw huisarts. De huisarts overlegt zo nodig met het ziekenhuis.

Vragen

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis vertellen de verpleegkundigen en de arts u steeds wat er gaat gebeuren. Heeft u toch vragen, stel deze dan gerust.

Telefoonnummers

Hand- en polscentrum
088 250 9888

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 9 maart 2023

Code: PC21