Stuitligging en bevallen van een kind in stuitligging

In deze folder vindt u informatie over stuitligging en de mogelijkheden om te bevallen van uw kind in stuitligging: een vaginale bevalling of een keizersnede. Lees de folder goed door. In een gesprek met de gynaecoloog bespreekt u uw wensen en de mogelijkheden.

Keuzehulp

Deze folder helpt u bij het maken van een keuze tussen een vaginale bevalling en een keizersnede. Ook de ‘keuzekaart vaginale stuitbevalling of geplande keizersnede’ kan u hierbij helpen.

Wat is een stuitligging?

Als een kind in de uitgerekende periode met de billen (stuit) naar beneden in de buik ligt, spreken we van stuitligging. Dit komt in 3-4% van de zwangerschappen voor. Er zijn vier soorten stuitligging:

  • Onvolkomen stuitligging: het kind ligt met de benen gestrekt langs het lichaam omhoog.
  • Volkomen stuitligging: het kind ligt met de benen gebogen, voeten bij de stuit
  • Half onvolkomen stuitligging: het kind heeft een been gestrekt omhoog langs het lichaam en een been gebogen met voet naast de stuit.
  • Voetligging: het kind heeft 1 of 2 voeten onder de stuit.
afbeelding stuitligging 1
afbeelding Stuitligging 2

Oorzaken

In de meeste gevallen is het niet bekend waarom een kind in stuitligging ligt.

Stuitligging komt wel vaker voor bij:

  • een meerlingzwangerschap
  • een afwijkende vorm van de baarmoeder of bekken
  • een voorliggende placenta (moederkoek) of een vleesboom bij de ingang van het bekken
  • een aangeboren afwijking van het kind

Draaien van een kind in stuitligging

Een bevalling van een kind in stuitligging brengt meer risico met zich mee dan een bevalling van een kind in hoofdligging. We raden daarom aan om versiepoging te doen. Hierbij proberen we uw kind naar hoofdligging te draaien. Uw verloskundige of gynaecoloog kan hiervoor een afspraak inplannen. Meer informatie vindt u in de folder Draaien van uw kind bij een stuitligging | Diakonessenhuis

Een vaginale bevalling bij een kind in stuitligging

Gang van zaken

Een stuitbevalling lijkt in veel opzichten op een bevalling van een kind in hoofdligging. Er zijn ook drie fasen: de ontsluiting, het persen en de periode na de geboorte.

Tijdens een stuitbevalling wordt u begeleid door een verloskundige van het ziekenhuis of een arts assistent en een verpleegkundige. Op de achtergrond is altijd een gynaecoloog aanwezig. 

  • Ontsluitingsfase

De meest gunstige vorm van stuitligging voor een vaginale bevalling is een onvolkomen stuitligging. Hierbij drukt de stuit gelijkmatig op de baarmoedermond tijdens de weeën. Bij een volkomen stuitligging (waarbij de voeten naast de billen liggen) is er een kans dat een of twee voetjes door de baarmoedermond zakken voordat er 10 cm ontsluiting is. Dit kan een gevoel van persdrang geven terwijl u dan nog niet actief mag persen. Als dit gebeurt, is het belangrijk de weeën zo goed mogelijk weg te zuchten. Wij begeleiden u hier bij. Het kan zijn dat de ontsluiting niet verder vordert. In dat geval zal de gynaecoloog een keizersnede adviseren.

Tijdens de ontsluiting kunt u de weeën opvangen in een voor u comfortabele houding. U kunt ook in bad of onder de douche (zolang dit registratie van de hartslag van uw kind niet in de weg staat). Pijnstilling met een ruggenprik of remifentanil is tijdens de ontsluitingsfase bij een stuitbevalling mogelijk.

  • Persen

Als  er volledige ontsluiting is, uw kind goed is ingedaald en de hartslag van uw kind goed is, mag u gaan persen. Tijdens het persen bevindt u zich op bed. U krijgt een infuus met oxytocine om de weeënkracht optimaal te maken. U kunt persen in de zogenaamde 'all fours' houding (waarbij u op handen en knieën zit) of in rugligging. De all fours-houding is vaak helpend. Er kan zich echter een situatie voordoen waarbij we u vragen (terug) te draaien naar rugligging.

Mogelijke complicaties bij de moeder

De kans op complicaties voor de moeder is bij een stuitbevalling niet groter dan bij een bevalling van een kind in hoofdligging. De kans dat uw bevalling alsnog een keizersnede wordt, is ongeveer 50%. Als u een eerdere goede vaginale bevalling heeft meegemaakt, is deze kans lager. Als er een keizersnede nodig is, is er meestal geen sprake van een spoedsituatie.

Mogelijke complicaties bij het kind

Direct na de bevalling
Kinderen in stuitligging die vaginaal worden geboren, worden vaker kort na de geboorte op de couveuseafdeling opgenomen dan kinderen die geboren worden na een keizersnede. Deze kans is 2,3% (dit is ongeveer 8 x zo groot als na een geplande keizersnede). Er bestaan verschillende redenen voor zo'n opname. Soms heeft het kind na de geboorte extra zuurstof of ademhalingsondersteuning nodig. Soms ontstaat er een beschadiging bij de geboorte, zoals een botbreuk, een zenuwbeschadiging bij de arm  of een hersenbloeding. Dit komt slechts zelden voor (bij ongeveer 1% van alle kinderen in stuitligging).

Op de langere termijn
Op tweejarige leeftijd is er geen verschil  in ontwikkeling tussen kinderen in stuitligging die vaginaal zijn geboren en kinderen die met een geplande keizersnede zijn geboren.

Een keizersnede bij een stuitligging

Een keizersnede bij een stuitligging verloopt hetzelfde als een keizersnede bij hoofdligging. Informatie over de keizersnede in het Diakonessenhuis vindt u in de folder Keizersnede | Diakonessenhuis

Op de dag van de keizersnede kijken we met een echo of uw kind nog steeds in stuitligging ligt. Als uw kind dan alsnog in hoofdligging ligt, annuleren we de keizersnede. We maken nieuwe afspraken over de bevalling. 

Mogelijke complicaties bij de moeder

De kans op ernstige complicaties door een keizersnede is voor gezonde zwangeren heel erg klein, maar toch altijd groter dan na een vaginale bevalling. Sommige complicaties komen ook na een vaginale bevalling voor, zoals bloedarmoede of trombose. Andere zijn een gevolg van de keizersnede, zoals een nabloeding in de buik, een bloeduitstorting of wondinfectie, een beschadiging van de blaas of darmen die niet goed op gang komen. Een blaasontsteking komt na een keizersnede vaker voor dan na een vaginale bevalling.

Mogelijke complicaties bij het kind

Een enkele keer is het moeilijk om een kind in stuitligging via een keizersnede uit de baarmoeder te halen en kan een (zenuw-)beschadiging optreden. Een keizersnede wordt bij een stuitligging pas gepland vanaf 39 weken. Als de keizersnede eerder plaatsvindt, bijvoorbeeld omdat uw bevalling eerder start en u de wens heeft voor een keizersnede, dan is er een iets verhoogde kans dat uw kind longproblemen krijgt. Opname op de couveuseafdeling kan dan nodig zijn.

Nadelen van de keizersnede

Een keizersnede veroorzaakt een litteken in de baarmoeder. Dit is een nadeel bij een eventuele volgende bevalling en zwangerschap. U krijgt na een keizersnede altijd het advies om volgende bevallingen onder CTG bewaking in het ziekenhuis te laten plaatsvinden. Dit advies is er omdat het litteken van de keizersnede een verhoogde kans geeft op complicaties tijdens volgende bevalling(en). Het litteken kan bijvoorbeeld openscheuren, de moederkoek kan voor de opening liggen, of de moederkoek kan heel vast met de baarmoeder vergroeid zijn wat meer bloedverlies na de bevalling geeft. Een zeldzaam gevolg is dat de baarmoeder na de keizersnede verwijderd moet worden. Deze complicaties komen zelden voor, maar wel vaker na een keizersnede dan na een vaginale bevalling.

Het maken van een keuze

U kiest in principe zelf of u vaginaal wilt bevallen of via een keizersnede.

Wel gelden voor een veilige vaginale bevallingen de volgende voorwaarden:

  • Er waren geen ernstige problemen bij een eventuele vorige bevalling, zoals een lastig uit te voeren vacuüm- of tangverlossing (een gemakkelijk uit te voeren vacuüm of tangverlossing de vorige keer is geen bezwaar).
  • Er is bij de start van de persfase enige indaling van de stuit in het bekken.
  • De ontsluiting en uitdrijving vorderen goed tijdens de bevalling en uw kind blijft in goede conditie.

Als aan deze voorwaarden niet is voldaan, kan de gynaecoloog (alsnog) een keizersnede adviseren.

In de volgende situaties kan het toch anders gaan dan uw keuze:

  • Bij uw keuze voor een keizersnede
    Soms is het te laat om een keizersnede te doen: als uw bevalling spontaan is begonnen en te ver gevorderd is op het moment dat u aankomt in het ziekenhuis dan is een keizersnede soms niet meer mogelijk.
  • Bij uw keuze voor een vaginale bevalling
    De gynaecoloog kan een vaginale bevalling onverantwoord vinden. Bijvoorbeeld als het kind te groot is, niet gunstig ligt, de harttonen van het kind verslechteren, uw kind niet goed indaalt of als de ontsluiting of uitdrijving niet goed vorderen.

Voor en nadelen op een rij

Om te kiezen tussen een vaginale bevalling of een keizersnede, is het belangrijk dat u alle argumenten zo goed mogelijk op een rij zet. Veel ouders denken dat de keizersnede de veiligste manier is, maar een keizersnede heeft ook nadelen. We zetten de voor- en nadelen van beide vormen op een rij.

Vaginale bevalling

Voordelen   

  • natuurlijk, spontaan;
  • geen nadelen van operatie;
  • korter verblijf in ziekenhuis;
  • sneller herstel;
  • een een volgende bevalling kan eventueel thuis.

Nadelen

  • Gedurende de bevalling is er altijd een kans dat de bevalling alsnog eindigt in een keizersnede.
  • Er is een iets hogere kans op opname van uw kind op de couveuseafdeling. Op de langere termijn is er echter geen effect op de ontwikkeling van uw kind.

Keizersnede

Voordelen

  • Er is iets minder kans op problemen bij het kind kort na de geboorte.

Nadelen

  • langere ziekenhuisopname;
  • langzamer herstel;
  • er is een hogere kans op complicaties voor de moeder;
  • er is bij volgende zwangerschappen geen thuisbevalling meer mogelijk;
  • er is een iets hogere kans op complicaties tijdens een volgende bevalling.

Vragen

Wij adviseren u uw vragen op te schrijven en mee te nemen naar het gesprek met de gynaecoloog. Heeft u vooraf vragen over uw afspraak dan kunt contact opnemen via de polikliniek Gynaecologie.

Telefoonnummers

Polikliniek Gynaecologie
 088 250 6178

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 8 augustus 2017

Code: VK21