Laparoscopische lymfeklierverwijdering bij prostaatkanker

Uw behandelend uroloog heeft met u gesproken over het verwijderen van de lymfeklieren rond de prostaat middels een kijkoperatie. De voorgestelde operatie heet ook wel laparoscopische pelviene lymfeklierverwijdering/lymfeklierdissectie. Voor deze operatie wordt u een dag en nacht opgenomen in het ziekenhuis. In deze folder vindt u informatie over de operatie en over de gang van zaken tijdens en na de opname. Algemene informatie over de opname vindt u in de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'.

Waarom deze operatie?

Bij u is prostaatkanker ontdekt. De arts moet bepalen welke behandeling voor u de beste is. Daarvoor is het belangrijk om te weten of er uitzaaiïngen zijn in de lymfeklieren rond de prostaat. Bij een lymfeklierdissectie worden de lymfeklieren rond de prostaat verwijderd. Het weefsel wordt op het laboratorium onderzocht op uitzaaiïngen. Een week later krijgt u tijdens het polikliniekbezoek de uitslag.

Een kijkoperatie

Wat is een kijkoperatie?

Bij een kijkoperatie wordt er geopereerd via kleine sneetjes in het lichaam. Nadat de sneetjes zijn gemaakt, wordt de buik opgeblazen met lucht om zo meer ruimte in het lichaam te maken. Dit is nodig om veilig te kunnen opereren. Daarna worden er drie tot vijf buisjes met een dikte van 0,5 tot twee centimeter in de buik gebracht. Door één van de buisjes wordt een camera ingebracht zodat de uroloog op een televisiescherm het operatiegebied kan zien. Door de camera wordt het beeld ongeveer tien keer vergroot. Via de andere buisjes worden de operatie-instrumenten ingebracht.

Waarom een kijkoperatie?

Bij een kijkoperatie kan de arts alle details van het operatiegebied zien. Hierdoor kan de operatie nauwkeurig worden uitgevoerd. Het bloedverlies is veelal beperkt en belangrijke weefsels, zoals zenuwen en bloedvaten worden gespaard. Omdat de operatie via kleine gaatjes gaat in plaats van door een grote snee heeft u doorgaans minder narcose en pijnstillers nodig. In het algemeen is na een kijkoperatie het herstel snel en is het ziekenhuisverblijf kort. Ook thuis zal het herstel sneller zijn. Verder zijn de wondjes en dus de littekens veel kleiner dan bij een klassieke operatie.

Lukt het altijd via een kijkoperatie?

Een kijkoperatie is niet altijd mogelijk. Soms zijn er zoveel verklevingen in de onderbuik (bijvoorbeeld door een eerdere liesbreukoperatie) dat het niet mogelijk is om bij de lymfklieren te komen. In dat geval vindt er geen operatie plaats en zal de uroloog andere mogelijkheden met u bespreken.

Voorbereidingen

Medicatie

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden bij uw uroloog. In overleg met hem/haar zult u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie moeten stoppen. Na de operatie overlegt u met uw uroloog wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van deze medicijnen.

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verdoving

De ingreep vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Meer informatie over de verdoving vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Meld dit dan zo spoedig mogelijk aan de polikliniek Urologie. U kunt dan meteen een nieuwe afspraak maken.

Opname en operatie

Tijdstip van opname

Een dag voor de opname wordt u tussen 13.30 uur en 17.00 uur gebeld door de verpleegafdeling en hoort u hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht.

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

Op de operatiekamer

Op de operatiekamer wordt u onder narcose gebracht. U wordt vervolgens op uw zij gedraaid (operatiekant naar boven gericht). Uw buik wordt opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Via een aantal kleine sneetjes in de onderbuik worden buisjes ingebracht. Door deze buisjes worden chirurgische instrumenten ingebracht waarmee de operatie wordt uitgevoerd.

Duur van de operatie

De operatie duurt 1 uur en 15 minuten.

Na de operatie

Uitslaapkamer

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent gaat u naar de verpleegafdeling. Daar controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, hartritme, temperatuur en urineproductie.

Pijnbestrijding

Het operatiegebied kan nog gevoelig zijn, u kunt pijn voelen in uw zij en in uw rug. Ook kunnen de wondjes trekken als u overeind wilt komen als u op uw rug ligt. U krijgt op vaste tijden medicijnen tegen de pijn. De verpleegkundige vraagt regelmatig naar uw pijn. Het is belangrijk dat u vertelt hoe u de pijn beleeft. Zo nodig kunt u op tijd extra medicijnen tegen de pijn krijgen. Een goede pijnbestrijding zorgt voor een beter herstel. Ook als u misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen.

Infuus

U heeft een infuus in uw hand of arm. Het infuus wordt verwijderd als u weer goed kunt eten en drinken.

Katheter

Na de ingreep heeft u een katheter. Dit is een slangetje dat via de plasbuis in de blaas ligt en ervoor zorgt dat de urine kan aflopen. U hoeft dan niet zelf te plassen. De katheter blijft door een ballonnetje aan het uiteinde op zijn plaats. De katheter kan de blaas soms irriteren. Dit geeft het gevoel dat u moet plassen of geeft pijn aan de top van de penis. Bespreek deze klachten met uw verpleegkundige. Zij kan u hiervoor medicijnen geven. De katheter wordt meestal de eerste dag na de operatie verwijderd. Hierna moet u veel drinken om vervolgens te kunnen plassen. Wanneer u geplast heeft, kijkt de verpleegkundige met een echoapparaat of er niet te veel urine achterblijft in de blaas.

Als het niet lukt om te plassen na het verwijderen van de katheter of als na het plassen te veel urine in de blaas achterblijft, wordt opnieuw een katheter geplaatst. U komt dan een week later op de polikliniek voor verdere afspraken. Het kan zijn dat de katheter op de polikliniek wordt verwijderd of dat u opnieuw wordt opgenomen. Tijdens een dagopname wordt de katheter verwijderd en wordt gekeken of u goed kunt plassen. U bepaalt samen met de uroloog welke mogelijkheid voor u de beste is.

Als u na het verwijderen van de katheter twee keer voldoende heeft geplast en er blijft weinig urine in uw blaas achter, mag u naar huis.

Complicaties en bijwerkingen

Bij elke operatie kunnen complicaties en bijwerkingen optreden.

Bij deze operatie zijn dit:

  • Kort na de ingreep kan er schouderpijn ontstaan. Dit wordt veroorzaakt door koolzuurgas dat na de ingreep in de buik achterblijft. Het koolzuurgas wordt vrij snel via de bloedbaan naar de longen getransporteerd en verlaat zo het lichaam.
  • Een nabloeding. Meestal stopt het bloeden bij een nabloeding vanzelf. Heel soms is een operatie nodig om het bloeden te stoppen.
  • Een wondinfectie of koorts, waarvoor vaak antibiotica wordt gegeven.
  • Ook kan het voorkomen dat er beschadiging aan andere organen, zoals de dikke darm, optreden maar dit is zeer uitzonderlijk.

Ontslag

Naar huis

Na 1 nacht opname kunt u naar huis als u zich goed voelt en er geen complicaties zijn opgetreden.

Weer thuis

In de eerste periode thuis kunt u last hebben van de volgende klachten en verschijnselen.

Pijn
In geval van pijn kunt u pijnstillers gebruiken (paracetamol 500 mg maximaal 6 tot 8 tabletten per dag).

Vermoeidheid
Als gevolg van uw operatie kan uw conditie verminderd zijn. Dat merkt u aan vermoeidheid en een vertraagd reactievermogen. Zorg voor een goede verdeling van activiteiten en rust. Uw conditie zal langzaamaan beter worden.

Leefregels en adviezen voor thuis

Houd u voor een goed herstel aan de volgende leefregels en adviezen:

  • Verricht de eerste zes tot acht weken geen zware lichamelijke arbeid. Ook zwaar tillen, zware huishoudelijke werkzaamheden en bijvoorbeeld sporten kunt u deze periode beter niet doen.
  • Fiets de eerste weken niet.
  • U mag de eerste 24 uur na de operatie niet autorijden. Of u daarna mag autorijden is afhankelijk van de polis van uw autoverzekering. Kijk dit na of informeer hier naar bij uw autoverzekeraar.
  • Als u voor de operatie bloedverdunnende middelen gebruikte, mag u het gebruik hiervan alleen hervatten op voorschrift van de arts. Voordat u naar huis gaat, vertelt de arts u wanneer u de bloedverdunners weer kunt hervatten.
  • Eet vezelrijke voeding (bijvoorbeeld: bruin/volkoren brood, veel fruit). Dit bevordert een regelmatige stoelgang. U mag op het toilet niet overmatig persen. Dan kunt u een nabloeding krijgen.

Wondverzorging

Door de kijkoperatie heeft u enkele kleine wondjes. De wondjes zijn gehecht met oplosbare hechtingen. Vanaf twee weken na de operatie lossen deze geleidelijk op. U hoeft thuis geen pleister op de wondjes te doen, tenzij er vocht uit de wondjes komt. De eerste dagen komt er een beetje licht roodgekleurd wondvocht uit de wondjes. Dit is normaal. U mag thuis gewoon douchen tenzij u van de arts en/of verpleegkundige een ander advies heeft gekregen. U kunt beter nog niet in bad gaan. Dit mag weer na twee weken.

Controleafspraak

U krijgt een afspraak mee voor controle en uitslag van het weefselonderzoek bij de uroloog, een week na de operatie.

Contact opnemen

Neem in de volgende gevallen contact op:

  • als uw lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 is
  • als u hevige branderige pijn tijdens het plassen heeft
  • als u aanhoudende (buik)pijn heeft wat niet verdwijnt met de voorgeschreven pijnstillers of paracetamol
  • als u plotseling helder rood bloed of pus verliest via de wond(jes)
  • als er sprake is van roodheid of zwelling van de wond(jes) die er eerder niet was
  • als u niet meer kunt plassen

Bij vragen of twijfels binnen 24 uur na ontslag kunt u bellen met de verpleegafdeling.

Bij problemen kunt u contact opnemen met:

  • de polikliniek Urologie (binnen kantoortijden)
  • uw huisarts/huisartsenpost (buiten kantoortijden)

De telefoonnummers vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'.

Vragen

In geval van vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie.

Telefoonnumers

Polikliniek Urologie
088 250 6327

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 4 mei 2020

Code: URO46