Nieuwe heup

U krijgt vanwege artrose een nieuwe heup, ook wel heupprothese genoemd. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de opname en operatie. U kunt lezen welke voorbereidingen nodig zijn en welke adviezen gelden in de periode na uw ontslag uit het ziekenhuis. Voor deze operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. De opnameduur is afhankelijk van uw herstel, maar doorgaans verblijft u één a twee nachten in het ziekenhuis. Algemene informatie over een opname in het ziekenhuis vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Het heupgewricht

Het heupgewricht is een kogelgewricht. Als u beweegt, dan beweegt de kop van het dijbeen soepel in de kom van het bekken. De kop en de kom zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat het gewricht soepel kan bewegen. Kraakbeen is een glad verend weefsel.

Afbeelding van een heupgewricht

Figuur 1 - Het heupgewricht

Wat is artrose van de heup?

Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Deze slijtage van het gewricht wordt in medische termen ‘artrose’ genoemd. Artrose kan ook ontstaan als het kraakbeen van de heup aangetast wordt door overbelasting, een ongeluk of door gewrichtsontstekingen, zoals reumatoïde artritis.

Klachten

De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. Vaak voelt iemand de pijn in de lies en/of bilstreek. Soms trekt de pijn door naar het bovenbeen en de knie. Verder wordt het heupgewricht steeds stijver. Mensen met artrose in het heupgewricht kunnen in de ochtend moeilijker op gang komen. Daarnaast gaat (trap)lopen steeds lastiger.

Een heupprothese

Als het kraakbeen is weggesleten, kan de kop van het dijbeen niet meer soepel in de kom van het bekken bewegen. Hierdoor nemen de pijnklachten toe. Op een bepaald moment helpen medicijnen en fysiotherapie niet meer. De pijnklachten kunnen verminderen door het heupgewricht te vervangen door een heupprothese.

Vervanging van het heupgewricht door een heupprothese is een veelvoorkomende operatie. Jaarlijks krijgen in Nederland meer dan 24.000 mensen een heupprothese.

Afbeelding van een heupprothese

Figuur 2 - Een heupprothese

FastTrack-methode

In het Diakonessenhuis wordt u op de afdeling Orthopedie verzorgd met de zogenaamde FastTrackmethode. Door het toedienen van goede pijnstilling kunt u een paar uur na de operatie al uit bed en start u met lopen en oefenen. Door direct na de operatie te gaan lopen en oefenen, herstelt u sneller en heeft u minder kans op complicaties. U hoeft minder lang in het ziekenhuis te verblijven en u bent snel weer op de been. 

Voorbereidingen

Goede voorbereiding belangrijk

In dit hoofdstuk vindt u informatie over alle voorbereidingen die voorafgaand aan de opname van belang zijn. Een goede voorbereiding draagt bij aan een vlot herstel. Hierdoor kunt u snel weer naar huis of gaan logeren of revalideren in een instelling.

Na het polikliniekbezoek

Nadat u samen met de orthopedisch chirurg besloten heeft tot een heupoperatie, zet de polikliniekassistente de volgende zaken in gang:

  • U krijgt deze folder ‘Een heupprothese’ en de folders ‘Opname in het Diakonessenhuis’ en ‘Zorg na ontslag uit het Diakonessenhuis’ mee.
  • De polikliniekassistente controleert uw gegevens.
  • U wordt verwezen naar de pre-operatieve screening (POS). Hier worden afspraken gepland voor de screening en een voorlichtingsbijeenkomst.
  • Om de kans op een wondinfectie na de operatie te verkleinen, krijgt u vooraf een behandeling met antibioticumhoudende neuszalf en desinfecterende wasdoekjes/ desinfecterend middel. Het desinfecterend materiaal en het recept voor de neuszalf  krijgt u mee op de polikliniek Orthopedie. Meer informatie vindt u in de folder 'Behandeling ter voorkoming van wondinfectie met de bacterie Staphylococcus aureus'.

Preoperatieve screening

In de weken voorafgaand aan uw opname komt u naar het ziekenhuis voor een screening. Tijdens dit bezoek spreekt u met een apotheekmedewerker, een anesthesioloog, een fysiotherapeut en een intakeverpleegkundige. Ook krijgt u een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst. Wij raden u aan iemand mee te nemen naar de gesprekken. Met z'n tweeën hoort u meer dan alleen. 

Let op: het is belangrijk dat u voor uw komst naar de screening thuis een aantal zaken voorbereidt. Deze staan op de 'Checklist voorbereiden screening' (zie hoofdstuk ‘Checklist voorbereiden screening’). Wilt u de checklist goed doornemen meenemen naar de screening? De intakeverpleegkundige spreekt tijdens de screening de lijst met u door.

Voorlichtingsbijeenkomst

U ontvangt een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst van de afdelingen Fysiotherapie en Orthopedie. Tijdens deze bijeenkomst informeren een fysiotherapeut en een verpleegkundige van de afdeling Orthopedie u uitgebreid over artrose, de operatie, de ziekenhuisopname en de revalidatie. Wij raden u aan de voorlichtingsbijeenkomst te bezoeken. U kunt iemand meenemen. De bijeenkomst duurt ongeveer een uur.

Revalidatie thuis of in een instelling

Afhankelijk van uw herstel kunt u in principe na één a twee nachten in het ziekenhuis weer naar huis en herstelt en revalideert onder begeleiding van uw eigen fysiotherapeut. Belangrijk voor de revalidatie thuis is dat u voldoende hulp heeft van een huisgenoot, een familielid en/of de thuiszorg.

Als het niet mogelijk is naar huis te gaan, kunt u gebruikmaken van een tijdelijke opname in een zorginstelling of zorghotel. U dient dit zelf voorafgaand aan uw opname met de desbetreffende instantie te regelen.

Meer informatie over nazorg vindt u in de folder 'Zorg na ontslag uit het ziekenhuis'.

Voorbereidingen bij revalidatie thuis
Gaat u na de opname naar huis, dan is het belangrijk dat u een aantal aanpassingen in huis aanbrengt en bepaalde zaken vast regelt. Gebruik hiervoor de ‘Checklist revalidatie thuis’ (zie hoofdstuk ‘Checklist revalidatie thuis’). Over verschillende onderwerpen die op de checklist staan, krijgt u uitgebreide informatie tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van de afdeling Fysiotherapie. 

Datum en locatie van de operatie

De polikliniek Orthopedie geeft drie tot zes weken voor de operatie de opnamedatum schriftelijk of telefonisch aan u door.

De (werk)dag voor de opnamedag krijgt u tussen 13.30 en 16.00 uur telefonisch te horen hoe laat en waar precies u wordt verwacht.

Een heupoperatie kan plaatsvinden op locatie Utrecht of locatie Zeist.

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. De dag voor de operatie hoort u telefonisch vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken.

Medicijnen

Gebruikt u medicijnen zoals Ascal, Acenocoumarol, Marcoumar of pijnstillers die het bloed dunner maken? Dan overlegt de anesthesioloog met u hoeveel dagen u voor de operatie met deze medicatie moet stoppen.

Ontharen

U wordt verzocht het operatiegebied minimaal een week voor de operatie niet te ontharen. 

Tandartsbezoek

In verband met infectiegevaar is het voor uw tandarts belangrijk te weten dat u een prothese heeft of krijgt. Ondergaat u in de zes weken voorafgaande aan de operatie een tandheelkundige ingreep, meld dan aan de tandarts dat u een heupprothese krijgt. Bij bepaalde behandelingen is dan bescherming met een antibioticum nodig.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de opname dag de volgende zaken mee naar het ziekenhuis:

  • Uw medicijnen en de medicijnlijst.
  • Makkelijk zittende kleding.
  • Stevige pantoffels/makkelijke schoenen (zonder veters en zonder gladde zolen). Let erop dat de schoenen of pantoffels niet te strak zitten. De voet van het geopereerde been kan na de operatie tijdelijk wat dikker zijn.
  • Badstofsokken voor in bed ter bescherming van uw hielen.
  • Doe uw spullen in een kleine koffer/tas (afmeting ongeveer 60 x 50 x 40 cm) en leg de kleding die u na de operatie wilt dragen bovenop.
  • Vraag uw bezoek uw elleboogkrukken mee te nemen op de dag van de operatie.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden bij de Polikliniek Orthopedie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.  Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Opname en operatie

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte. 

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

De operatie

Anesthesie
Voor de operatie dient de anesthesioloog de verdoving (narcose of een ruggenprik) toe.

Gang van zaken tijdens de operatie
Tijdens de operatie vervangt de orthopeed het aangetaste gewricht door een prothese.

Uw operatiegegevens zullen worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit kenbaar maken aan de orthopeed.

Na de operatie

De uitslaapkamer
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery), waar u ongeveer een uur blijft. Als u voldoende hersteld bent, gaat u naar de verpleegafdeling waar u tijdens uw opname verder zult verblijven.

Op de verpleegafdeling
Zodra u op de verpleegafdeling bent, belt de verpleegkundige uw contactpersoon. Uiteraard mag u ook zelf bellen.

Na de operatie heeft u:

  • een infuus in de arm. Hierdoor kunnen vocht en medicijnen toegediend worden.  
  • een wondpleister. Deze blijft minimaal vijf dagen op de wond zitten.

Pijn en/of misselijkheid

Het is normaal dat de omgeving van de wond na de operatie pijnlijk is. Om dit te beoordelen vraagt de verpleegkundige u uw pijn te beoordelen met een cijfer tussen de één en de tien. Ook kunt u misselijk zijn door de operatie en narcose. U kunt tegen de pijn en misselijkheid medicijnen krijgen. Vraag er zo nodig naar bij de verpleegkundige. Het is verstandig om te starten met licht verteerbaar voedsel. Begin met bouillon, beschuit of yoghurt, om de misselijkheid zoveel mogelijk tegen te gaan.

Anti-stollingsmiddel

Na de operatie krijgt u één keer per dag een injectie - in de buik of het bovenbeen - met fraxiparine, een antistollingsmiddel. Dit is een medicijn om trombose (een bloedstolsel in een bloedvat) te voorkomen. U blijft het antistollingsmiddel ongeveer veertig dagen gebruiken. In het ziekenhuis leert u hoe u zelf de injecties kunt toedienen.  Het antistollingsmiddel kan geleverd worden door uw huisapotheek of bij de apotheek van het Diakonessenhuis in Utrecht en Zeist.

Bezoek orthopedisch chirurg

Elke werkdag komt een zaalarts en eventueel de orthopedisch chirurg bij u langs op de verpleegafdeling. Dit is niet altijd uw eigen orthopeed.

Fysiotherapie/revalidatie

Tijdens uw opname gaat u bewegen volgens een bepaald schema (mobilisatieschema). De mobilisatie verloopt onder begeleiding van de fysiotherapeut en later ook door de verpleegkundige of zorgassistent. Ongeveer vier uur na de operatie gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut uit bed en loopt u met een looprek. Hierbij mag u het geopereerde been volledig belasten, tenzij de fysiotherapeut anders aangeeft. De dag erna leert u te lopen met de elleboogkrukken. Naast het lopen, neemt de fysiotherapeut ook oefeningen met u door.

Als u thuis gaat revalideren en daar ook moet traplopen, leert u in het ziekenhuis hoe u dat het beste kunt doen.

Risico's en mogelijke complicaties

In de meeste gevallen verloopt deze operatie zonder problemen. Toch is het van belang dat u weet welke complicaties kunnen optreden:

  • Infectie: Het gebied rond de prothese kan geïnfecteerd raken. Dit kan kort na de operatie gebeuren, maar ook maanden of jaren later. Een infectie kan de prothese aantasten en tot gevolg hebben dat u opnieuw geopereerd moet worden. Overleg daarom altijd met uw huisarts als u een infectie vermoedt. Als op een andere plaats in uw lichaam een infectie zit, kan deze overgaan op de prothese. Neem bij iedere infectie (bijvoorbeeld een blaasontsteking, een ontstoken kies, een wondje dat niet geneest of is geïnfecteerd) contact op met uw huisarts. 
  • Luxatie: Bij een luxatie schiet de kop van het dijbeen uit de kom van het bekken. De eerste zes weken na de operatie is de kans hierop het grootst. Om luxatie te voorkomen, is het belangrijk dat u zich houdt aan de adviezen van de fysiotherapeut. Deze adviezen krijgt u tijdens uw opname.
  • Trombose: Als gevolg van de operatie en minder beweging kan trombose optreden. Trombose is een stolsel in een bloedvat. U krijgt bloedverdunnend medicijn om trombose te voorkomen. Regelmatig bewegen van het been en de voeten verminderd de kans op trombose en daarmee ook het risico van een longembolie (het stolsel kan via de bloedbaan in de longen terecht komen).
  • Beschadiging van een bloedvat of zenuw: soms wordt een beenzenuw beschadigd, waardoor een klapvoet kan ontstaan.
  • Loslating van de prothese na langere tijd. De heupprothese kan op den duur loslaten. Dit gebeurt slechts in een heel beperkt aantal gevallen en meestal pas vele jaren na de operatie. Vaak kan de losgelaten prothese worden vervangen door een nieuwe. 

Ontslag

Naar huis/instelling

Doorgaans verblijft u één à twee nachten in het ziekenhuis. De arts beoordeelt samen met de verpleegkundige en de fysiotherapeut of u met ontslag kunt. Dit is afhankelijk van bijvoorbeeld de wondgenezing en de mobiliteit.

Vervoer

Het vervoer vanuit het ziekenhuis naar huis of een andere instelling moet u zelf regelen. U mag en kan de eerste periode na de operatie niet zelf autorijden. Meerijden met iemand kan wel (zie hiervoor de adviezen in de paragraaf ‘Algemene adviezen’). In principe mag u in een gewone personenauto naar huis/ instelling gebracht worden. In enkele gevallen is het beter met een rolstoeltaxi te gaan. Is dit het geval, dan bespreekt de fysiotherapeut of de zaalarts dat met u.

Algemene adviezen

  • De heup is in principe direct volledig belastbaar. Gebruik toch de eerste zes weken een hulpmiddel bij het lopen om overbelasting van de prothese te voorkomen. Bespreek met uw fysiotherapeut welk hulpmiddel in uw geval het meest geschikt is. Meestal zijn dit twee krukken.
  • Bouw uw activiteiten rustig op.
  • Loop en oefen liever wat vaker en kort dan lang achter elkaar.
  • Uit veiligheidsoogpunt adviseren we u de eerste weken na de operatie niet te fietsen, te zwemmen of zelf auto te rijden. U mag wel met iemand meerijden in een auto.
  • Wilt u weer gaan sporten, overleg dan met uw fysiotherapeut of orthopeed.
  • Als u rekening houdt met de bewegingen die u in verband met een luxatie moet vermijden, bestaat er geen bezwaar tegen seksuele activiteit.
  • Het is aan te raden de eerste weken na de operatie zittend te douchen. Dit is veiliger, u voorkomt dat u uitglijdt op een gladde vloer. Heeft u geen douchestoel, dan kunt u een plastic tuinstoel gebruiken.
  • Vermijd de eerste zes weken na de operatie bukken. Wilt u bukken, plaats dan voordat u door de knieën gaat, het geopereerde been achter u. Steunt met uw hand op een stoel of tafel, om vervolgens met uw vrije hand iets van de grond te rapen of gebruik een opraaptang.
  • Als u stilstaat en u wilt zich omdraaien, maak dan met het geopereerde been kleine pasjes naar buiten toe.

Operatiewond

De operatiewond wordt verbonden met een speciaal comfortabel en flexibel verband dat bij voorkeur vijf tot zeven dagen blijft zitten. Dat betekent dat dit verband bij uw ontslag nog op de wond zit. U krijgt een informatiefolder van ons mee hoe u dit verband thuis kunt verwijderen en waar u op moet letten.

Om de operatiewond te sluiten, worden meestal oplosbare hechtingen gebruikt. Deze hoeven niet verwijderd te worden, behalve de knoopjes aan beide uiteinden. U kunt een afspraak maken bij uw huisarts om de knoopjes twee weken na de operatie af te laten knippen. Als er agraves (nietjes) zijn gebruikt, kunnen deze ook twee weken na de operatie door de huisarts worden verwijderd.

Controlebezoek op de polikliniek

Ongeveer drie maanden na de operatie komt u terug bij de orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg bespreekt de operatie en het herstel met u en onderzoekt de heup. Het kan zijn dat u een verwijzing krijgt voor een controlefoto van de heup. Heeft u vragen, dan kunt u deze uiteraard stellen. We raden u aan thuis uw vragen op te schrijven. Als bij ontslag nog vocht uit de wond lekt, dan krijgt u een controleafspraak mee voor na een week op de polikliniek.  

Problemen thuis

Bij problemen thuis kunt u tot 24 uur na ontslag contact opnemen met de verpleegafdeling. Na deze 24 uur kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Orthopedie. Buiten kantooruren neemt u contact op met uw huisarts of de huisartsenpost. Vermeld dat u recent een heupprothese heeft gekregen. De telefoonnummers vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'. Neem contact op als u:

  • koorts krijgt van 38,5 graden of hoger.
  • abnormale roodheid, warmte of een vochtafscheiding van de wond  krijgt.
  • toegenomen pijn krijgt in de heup die niet minder wordt door pijnstillers.
  • niet meer op het been kunt staan terwijl dit van tevoren goed mogelijk was.
  • pijn in de kuit krijgt tijdens het optrekken van de tenen.

Dikte van uw been

Uw geopereerde been kan tot drie maanden na de operatie flink dikker zijn dan uw andere been. Daarnaast kunt u een blauwe plek (bloeduitstorting) hebben. Deze blauwe plek zakt van uw knie naar uw enkel.  Het duurt ongeveer zes tot acht weken voordat uw lichaam de blauwe plek heeft 'opgeruimd'. Als uw been alleen dikker is zonder de bovengenoemde klachten ('Problemen thuis') hoeft u zich geen zorgen te maken. Ook spierpijn is heel normaal na een heupoperatie.

Let op: voorkom infecties

Vanwege de prothese is het belangrijk dat u infecties voorkomt.

  • Een infectie kan de prothese beschadigen. Laat u daarom de eerste drie maanden niet behandelijken door een pedicure. Nagels knippen mag wel. Zorg ervoor dat er geen wondjes ontstaan.
  • Met een prothese blijft de kans op infectie ook in de toekomst bestaan. Bacteriën kunnen vanuit een andere plaats in het lichaam via het bloed de prothese besmetten. Dreigt er een ontsteking te ontstaan of heeft u al een ontsteking? Bijvoorbeeld een urineweginfectie, wondjes aan been of voet van het geopereerde been, steenpuisten, bronchitis, keelontsteking? Neem dan contact op met uw huisarts en/of behandelend orthopeed. De infectie wordt dan zo nodig met antibiotica behandeld.

Checklist voorbereiden screening

Voorbereiden voordat u naar de screening komt

Tref de volgende voorbereidingen voordat u naar de screening komt:

  • Lees de folder 'Een nieuwe heup'.
  • Lees de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.
  • Bepaal welke twee personen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis uw contactpersonen zijn (informatie hierover vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’).  
  • Bepaal wanneer u niet opgenomen wilt/kunt worden (bijvoorbeeld in verband met vakantie).

Meenemen naar de screening

  • Medicatielijst. Vraag een meest recentelijst op bij uw apotheek. 
  • Identiteitsbewijs.
  • Zorgverzekeringspas of -papieren.

Checklist revalidatie thuis

Als u na de operatie thuis revalideert, is het belangrijk dat u een aantal zaken vast regelt. Over de onderstaande voorbereidingen krijgt u uitgebreide informatie tijdens de voorlichtingsmiddag van de afdeling Fysiotherapie.

  • Maak voor uw opname een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt voor verdere behandeling.
  • U krijgt op de voorlichtingsmiddag van de fysiotherapeut informatie over de juiste bedhoogte, toilethoogte, zitvoorzieningen in de keuken en eventueel andere aanpassingen. Deze hulpmiddelen zijn te verkrijgen in een thuiszorgwinkel.
  • Zet uw bed zo neer dat u aan de geopereerde zijde kunt uitstappen.
  • Haal losse kleedjes op de vloer weg.
  • Breng anti-slipmatjes aan in bad of douche.
  • Breng beugels aan in douche of toilet (zo nodig).
  • Leen, huur of koop krukken bij een thuiszorgwinkel.
  • Zorg voor stevige (instap)schoenen die niet te strak zitten.
  • Vraag familie, vrienden of kennissen alvast na de operatie wat hulp te bieden bij het boodschappen doen en huishoudelijk werk.
  • Overleg met uw zorgverzekeraar over vergoeding voor een taxi bij ontslag uit het ziekenhuis.

Vragen

Heeft u na het lezen van de folder vragen, dan kunt u deze stellen tijdens de screening of de voorlichtingsmiddag van de afdeling Fysiotherapie. Uiteraard heeft u ook tijdens de opname ruim de gelegenheid vragen te stellen.

Telefoonnummers

Polikliniek Orthopedie
088 250 6270

Opnameplanner Orthopedie
088 250 6270

Afdeling Fysiotherapie
088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 19 mei 2020

Code: ORTH16