Nieuwe knie

U krijgt vanwege artrose een nieuwe knie, ook wel knieprothese genoemd. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de opname en operatie. U kunt lezen welke voorbereidingen nodig zijn en welke adviezen gelden in de periode na uw ontslag uit het ziekenhuis. Voor deze operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. De opnameduur is afhankelijk van uw herstel, maar doorgaans verblijft u één a twee nachten in het ziekenhuis. Algemene informatie over een opname in het ziekenhuis vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Wat is artrose van de knie?

Het kniegewricht bestaat uit twee botdelen: het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden van deze botten zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat het been soepel kan bewegen. Kraakbeen is een glad verend weefsel. 

Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Deze slijtage van het gewricht wordt in medische termen ‘artrose’ genoemd. Artrose kan ook ontstaan als het kraakbeen van de knie aangetast wordt door overbelasting, een ongeluk of door gewrichtsontstekingen, zoals reumatoïde artritis. 

Klachten

De meest voorkomende klacht bij slijtage van het kniegewricht is pijn. Vaak voelt iemand de pijn in de gehele knie, maar soms wordt de pijn aan één kant van het kniegewricht gevoeld. Meestal is dit dan aan de binnenkant van de knie. De pijn trekt soms door naar het onderbeen. De knie kan rood zijn en gezwollen aanvoelen. 

Verder wordt het kniegewricht steeds stijver. Mensen met artrose in het kniegewricht kunnen 's ochtends moeilijker op gang komen. Daarnaast gaat (trap)lopen steeds lastiger. 

Een knieprothese

Als het kraakbeen helemaal is weggesleten, kunnen de gewrichtsvlakken niet meer soepel over elkaar heen glijden. Hierdoor wordt het buigen en strekken van de knie steeds moeilijker en nemen de pijnklachten toe. Op een bepaald moment helpen medicijnen en fysiotherapie niet meer. Deze pijnklachten worden verminderd door het kniegewricht te vervangen door een knieprothese.
    
Let op: Het buigen en strekken wordt niet verbeterd door de operatie. Deze beperkingen ontstaan door verstijving van het kapsel. Hier wordt tijdens de operatie weinig aan gedaan. De operatie maakt het wel mogelijk dat de knie weer getraind wordt.    

Vervanging van het kniegewricht door een knieprothese is een veelvoorkomende operatie. Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 18.000 mensen een knieprothese.  

FastTrack-methode

In het Diakonessenhuis wordt u op de afdeling Orthopedie verzorgd met de zogenaamde FastTrack-methode. Door het toedienen van goede pijnstilling kunt u een paar uur na de operatie al uit bed en start u met lopen en oefenen. Door direct na de operatie te gaan lopen en oefenen, herstelt u sneller en heeft u minder kans op complicaties. U hoeft minder lang in het ziekenhuis te verblijven en u bent snel weer op de been. 

Voorbereidingen

Goede voorbereiding belangrijk

In dit hoofdstuk vindt u informatie over alle voorbereidingen die voorafgaand aan de opname van belang zijn. Een goede voorbereiding draagt bij aan een vlot herstel. Hierdoor kunt u snel weer naar huis of gaan logeren of revalideren in een instelling. 

Na het polikliniekbezoek

Nadat u samen met de orthopedisch chirurg besloten heeft tot een knieoperatie, zet de polikliniekassistente de volgende zaken in gang: 

  • U krijgt deze folder ‘Een knieprothese’ en de folders ‘Opname in het Diakonessenhuis’ en ‘Zorg na ontslag uit het Diakonessenhuis’ mee. 
  • De polikliniekassistente controleert uw gegevens. 
  • U wordt verwezen naar de pre-operatieve screening (POS). Hier worden afspraken gepland voor de screening en een voorlichtingsbijeenkomst. 
  • Om de kans op een wondinfectie na de operatie te verkleinen, krijgt u vooraf een behandeling met antibioticumhoudende neuszalf en desinfecterende wasdoekjes/ desinfecterend middel. Het desinfecterend materiaal en het recept voor de neuszalf krijgt u mee op de polikliniek. Meer informatie vindt u in de folder 'Behandeling ter voorkoming van wondinfectie met de bacterie Staphylococcus aureus'.

Preoperatieve screening

In de weken voorafgaand aan uw opname komt u twee keer naar het ziekenhuis voor een screening. Tijdens uw eerste bezoek spreekt u met een apotheekmedewerker en een anesthesioloog. Tijdens uw tweede bezoek spreekt u met een fysiotherapeut en een intakeverpleegkundige. 
Wij raden u aan iemand mee te nemen naar de gesprekken. Met z'n tweeën hoort u meer dan alleen. 

Let op: het is belangrijk dat u voor uw komst naar de screening thuis een aantal zaken voorbereidt. Deze staan op de 'Checklist voorbereiden screening' (zie hoofdstuk ‘Checklist voorbereiden screening’). Wilt u de checklist goed doornemen meenemen naar de screening? De intakeverpleegkundige spreekt tijdens de screening de lijst met u door. 

Voorlichtingsbijeenkomst 

U ontvangt een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst van de afdeling Fysiotherapie en Orthopedie. Tijdens deze bijeenkomst informeren een fysiotherapeut en een verpleegkundige van de afdeling Orthopedie u uitgebreid over artrose, de operatie, de ziekenhuisopname en de revalidatie. Wij raden u aan de voorlichtingsbijeenkomst te bezoeken. U kunt iemand meenemen. De bijeenkomst duurt ongeveer een uur.  

Revalidatie thuis of in een instelling

Afhankelijk van uw herstel kunt u in principe na één a twee nachten in het ziekenhuis weer naar huis en herstelt en revalideert u onder begeleiding van uw eigen fysiotherapeut. Belangrijk voor de revalidatie thuis is dat u voldoende hulp heeft van een huisgenoot, een familielid en/of de thuiszorg. 

Als het niet mogelijk is naar huis te gaan, kunt u gebruikmaken van een tijdelijke opname in een zorginstelling of zorghotel. U dient dit zelf voorafgaand aan uw opname met de desbetreffende instantie te regelen.

Meer informatie over nazorg vindt u in de folder ‘Zorg na ontslag uit het ziekenhuis’.

Voorbereidingen bij revalidatie thuis
Gaat u na de opname naar huis, dan is het belangrijk dat u een aantal aanpassingen in huis aanbrengt en bepaalde zaken vast regelt. Gebruik hiervoor de ‘Checklist revalidatie thuis’ (zie hoofdstuk ‘Checklist revalidatie thuis’). Over verschillende onderwerpen die op de checklist staan, krijgt u uitgebreide informatie tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van de afdeling Fysiotherapie.   

Datum en locatie van de operatie

De polikliniek Orthopedie geeft drie tot zes weken voor de operatie de opnamedatum schriftelijk of telefonisch aan u door. 

De (werk)dag voor de opnamedag krijgt u tussen 13.30 en 16.00 uur telefonisch te horen hoe laat en waar precies u de volgende dag wordt verwacht.

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. De dag voor de operatie hoort u telefonisch vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken. 

Medicijnen

Gebruikt u medicijnen zoals Ascal, Acenocoumarol, Marcoumar of pijnstillers die het bloed dunner maken? Dan overlegt de anesthesioloog met u hoeveel dagen u voor de operatie met deze medicatie moet stoppen.

Ontharen

U wordt verzocht het operatiegebied minimaal een week voor de operatie niet te ontharen.  

Tandartsbezoek

In verband met infectiegevaar is het voor uw tandarts belangrijk te weten dat u een prothese heeft of krijgt. Ondergaat u in de zes weken voorafgaande aan de operatie een tandheelkundige ingreep, meld dan aan de tandarts dat u een knieprothese krijgt. Bij bepaalde behandelingen is dan bescherming met een antibioticum nodig.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de opname dag de volgende zaken mee naar het ziekenhuis: 

  • Uw medicijnen en de medicijnlijst. 
  • Makkelijk zittende kleding. 
  • Stevige pantoffels/makkelijke schoenen (zonder veters en zonder gladde zolen). Let erop dat de schoenen of pantoffels niet te strak zitten. De voet van het geopereerde been kan na de operatie tijdelijk wat dikker zijn. 
  • Badstofsokken voor in bed ter bescherming van uw hielen. 
  • Doe uw spullen in een kleine koffer/tas (afmeting ongeveer 60 x 50 x 40 cm) en leg de kleding die u na de operatie wilt dragen bovenop. 
  • Vraag uw bezoek uw elleboogkrukken mee te nemen op de dag van operatie.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden bij de Polikliniek Orthopedie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.  Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Opname en operatie

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt. 

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

De operatie

Anesthesie
Voor de operatie dient de anesthesioloog de algehele of regionale verdoving toe. 

Gang van zaken tijdens de operatie
Tijdens de operatie vervangt de orthopeed het aangetaste gewricht door een prothese. 
Uw operatiegegevens zullen worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit kenbaar maken aan de orthopeed. 

Na de operatie

De uitslaapkamer
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery), waar u ongeveer een uur blijft. Als u voldoende hersteld bent, gaat u naar de verpleegafdeling waar u tijdens uw opname verder zult verblijven.

Op de verpleegafdeling
Zodra u op de verpleegafdeling bent, belt de verpleegkundige uw contactpersoon. Uiteraard mag u ook zelf bellen.

Na de operatie heeft u: 

  • een infuus in de arm. Hierdoor kunnen vocht en medicijnen toegediend worden.   
  • een wondpleister. Deze blijft minimaal vijf dagen op de wond zitten. 

Pijn en/of misselijkheid

Het is normaal dat de omgeving van de wond na de operatie pijnlijk is. Om dit te beoordelen vraagt de verpleegkundige u uw pijn te beoordelen met een cijfer tussen de één en de tien. Ook kunt u misselijk zijn door de operatie en narcose. U kunt tegen de pijn en misselijkheid medicijnen krijgen. Vraag er zo nodig naar bij de verpleegkundige. Het is verstandig om te starten met licht verteerbaar voedsel. Begin met bouillon, beschuit of yoghurt, om de misselijkheid zoveel mogelijk tegen te gaan. 

Anti-stollingsmiddel

Na de operatie krijgt u één keer per dag een injectie - in de buik of het bovenbeen - met fraxiparine, een antistollingsmiddel. Dit is een medicijn om trombose (een bloedstolsel in een bloedvat) te voorkomen. U blijft het antistollingsmiddel vier weken gebruiken. In het ziekenhuis leert u hoe u zelf de injecties kunt toedienen. 

Het antistollingsmiddel kan geleverd worden door uw eigen apotheek of bij de apotheek van het Diakonessenhuis in Utrecht en Zeist. 

Bezoek orthopedisch chirurg

Elke werkdag komt een zaalarts en eventueel de orthopedisch chirurg bij u langs op de verpleegafdeling. Dit is niet altijd uw eigen orthopeed. 

Fysiotherapie/revalidatie

Tijdens uw opname gaat u bewegen volgens een bepaald schema (mobilisatieschema). De mobilisatie verloopt onder begeleiding van de fysiotherapeut en later ook door de verpleegkundige of zorgassistent. Ongeveer vier uur na de operatie gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut uit bed en loopt u met een looprek. Hierbij mag u het geopereerde been volledig belasten, tenzij de fysiotherapeut anders aangeeft. De dag erna leert u te lopen met de elleboogkrukken. Naast het lopen, neemt de fysiotherapeut ook oefeningen met u door. 

Als u thuis gaat revalideren en daar ook moet traplopen, leert u in het ziekenhuis hoe u dat het beste kunt doen. 

Risico's en mogelijke complicaties

In de meeste gevallen verloopt deze operatie zonder problemen. Toch is het van belang dat u weet welke complicaties kunnen optreden: 

  • Infectie: Het gebied rond de prothese kan geïnfecteerd raken. Een infectie kan de prothese aantasten en tot gevolg hebben dat u opnieuw geopereerd moet worden. Neem bij vermoeden van een infectie daarom contact op met de polikliniek Orthopedie (tijdens kantooruren) of met de huisartsenpost (buiten kantooruren) en vermeld dat u recent een knieprothese heeft gekregen. Als op een andere plaats in uw lichaam een infectie zit, kan deze overgaan op de prothese. Neem bij iedere infectie (bijvoorbeeld een blaasontsteking, een ontstoken kies, een wondje dat niet geneest of is geïnfecteerd) contact op met uw huisarts.  
  • Trombose: Als gevolg van de operatie en minder beweging kan trombose optreden. Trombose is een stolsel in een bloedvat. U krijgt bloedverdunnend medicijn om trombose te voorkomen. Regelmatig bewegen van het been en de voeten verminderd de kans op trombose en daarmee ook het risico van een longembolie (het stolsel kan via de bloedbaan in de longen terecht komen). 
  • Beschadiging van een bloedvat of zenuw: soms wordt een beenzenuw beschadigd, waardoor een klapvoet kan ontstaan. 
  • Het niet goed 'sporen' van de knieschijf. De knieschijf beweegt niet goed en dit veroorzaakt pijn bij het buigen. 
  • Door een teveel aan littekenvorming kan een slechte beweeglijkheid van de knie ontstaan.  
  • Loslating van de prothese na langere tijd. De knieprothese kan op den duur loslaten. Dit gebeurt slechts in een heel beperkt aantal gevallen en meestal pas vele jaren na de operatie. Vaak kan de losgelaten prothese worden vervangen door een nieuwe. 
     

Ontslag

Naar huis/instelling

Doorgaans blijft u één à twee nachten in het ziekenhuis. De arts beoordeelt samen met de verpleegkundige en de fysiotherapeut of u met ontslag kunt. Dit is afhankelijk van bijvoorbeeld de wondgenezing en de mobiliteit.

Vervoer

Het vervoer vanuit het ziekenhuis naar huis of een andere instelling moet u zelf regelen. U mag en kan de eerste periode na de operatie niet zelf autorijden. Meerijden met iemand kan wel (zie hiervoor de adviezen in de paragraaf ‘Algemene adviezen’). In principe mag u in een gewone personenauto naar huis/ instelling gebracht worden. In enkele gevallen is het beter met een rolstoeltaxi te gaan. Is dit het geval, dan bespreekt de fysiotherapeut of de zaalarts dat met u. 

Houd er rekening mee dat er kosten zijn verbonden aan het gebruik van een rolstoeltaxi. Als een orthopedisch chirurg hiervoor een verwijzing schrijft, zal de verzekering de kosten mogelijk voor een deel vergoeden. Vraag bij uw verzekering na wat de afspraken hierover zijn. 

Algemene adviezen

  • De knie is direct volledig belastbaar. Gebruik toch de eerste zes weken een hulpmiddel bij het lopen om overbelasting van de prothese te voorkomen. Bespreek met uw fysiotherapeut welk hulpmiddel in uw geval het meest geschikt is. Meestal zijn dit twee krukken. 
  • Bouw uw activiteiten rustig op. 
  • Loop en oefen liever wat vaker en kort dan lang achter elkaar. 
  • Uit veiligheidsoogpunt adviseren we u de eerste weken na de operatie niet te fietsen, te zwemmen of zelf auto te rijden. U mag wel met iemand meerijden in de auto. 
  • Wilt u weer gaan sporten, overleg dan met uw fysiotherapeut of orthopeed. 
  • Het is aan te raden de eerste weken na de operatie zittend te douchen. Dit is veiliger: u voorkomt dat u uitglijdt op een gladde vloer. Heeft u geen douchestoel, dan kunt u een plastic tuinstoel gebruiken. 
  • Sta niet te lang achter elkaar. Als u staat, zorg dan dat uw knie zoveel mogelijk gestrekt is.

Operatiewond

De operatiewond wordt verbonden met een speciaal comfortabel en flexibel verband wat bij voorkeur vijf tot zeven dagen blijft zitten. Dat betekent dat dit verband bij uw ontslag nog op de wond zit. U krijgt een informatiefolder van ons mee hoe u dit verband thuis kunt verwijderen en waar u op moet letten. 

Om de operatiewond te sluiten, worden oplosbare hechtingen of agraves (nietjes) gebruikt. De agraves en de knoopjes, aan beide uiteinden van de oplosbare hechtingen, moet door de huisarts verwijderd worden. Dit gebeurt ongeveer 14 dagen na de operatie. U kunt hiervoor doorgaans een afspraak maken bij uw huisarts. Als dit niet bij de huisarts kan, dan kunt u een afspraak maken bij de polikliniek Orthopedie.

Controlebezoek op de polikliniek

Ongeveer drie maanden na de operatie komt u terug bij de orthopedisch chirurg. Hij bespreekt de operatie en het herstel met u en onderzoekt de knie. Heeft u vragen, dan kunt u deze uiteraard stellen. We raden u aan thuis uw vragen op te schrijven. 
Als bij ontslag nog vocht uit de wond lekt, dan krijgt u een controleafspraak mee voor na een week op de polikliniek.  

Problemen thuis

Bij problemen thuis kunt u tot 24 uur na ontslag contact opnemen met de verpleegafdeling. Na deze 24 uur kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Orthopedie. Buiten kantooruren neemt u contact op met de Spoed Eisende Hulp (SEH), waar u doorverbonden wordt met de dienstdoende arts assistent Orthopedie. 

De telefoonnummers vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'.

Neem contact op als u:

  • koorts krijgt van 38,5 graden of hoger. 
  • abnormale roodheid, warmte of een vochtafscheiding van de wond  krijgt. 
  • toegenomen pijn krijgt in de knie, die niet minder wordt door pijnstillers. 
  • niet meer op het been kunt staan terwijl dit van tevoren goed mogelijk was. 
  • het onderbeen dik, glanzend, rood en warm aanvoelt.

Dikte van uw been

Uw geopereerde been kan tot drie maanden na de operatie flink dikker zijn dan uw andere been. Daarnaast kunt u een blauwe plek (bloeduitstorting) hebben. Deze blauwe plek zakt van uw knie naar uw enkel.  Het duurt ongeveer zes tot acht weken voordat uw lichaam de blauwe plek heeft 'opgeruimd'. Als uw been alleen dikker is zonder de bovengenoemde klachten ('Problemen thuis') hoeft u zich geen zorgen te maken. Ook spierpijn is heel normaal na een knieoperatie. 

Let op: voorkom infecties

Vanwege de prothese is het belangrijk dat u infecties voorkomt.

  • Een infectie kan de prothese beschadigen. Laat u daarom de eerste drie maanden niet behandelen door een pedicure. Nagels knippen mag wel. 
  • Met een prothese blijft de kans op infectie ook in de toekomst bestaan. Bacteriën kunnen vanuit een andere plaats in het lichaam via het bloed de prothese besmetten. Dreigt er een ontsteking te ontstaan of heeft u al een ontsteking? Bijvoorbeeld een urineweginfectie, wondjes aan been of voet van het geopereerde been, steenpuisten, bronchitis, keelontsteking? Neem dan contact op met uw huisarts. De infectie wordt dan zo nodig met antibiotica behandeld. 
  • Zijn er plannen voor een operatie, inwendig onderzoek (kijkoperatie), tandwortelbehandeling of worden er tanden of kiezen getrokken? Vertel dan altijd aan uw specialist of tandarts dat u een nieuwe knie heeft. U moet tijdens deze behandeling beschermd worden met antibiotica om zo het gevaar van infectie te vermijden. Het is belangrijk dat u 1 uur voor een behandeling zoals hierboven beschreven, een hoge dosering antibiotica gebruikt. Wanneer uw specialist of tandarts niet weet wat hij moet voorschrijven, neemt dan contact op met de polikliniek Orthopedie.

Checklist voorbereiden screening

Voorbereiden voordat u naar de screening komt

Tref de volgende voorbereidingen voordat u naar de screening komt:

  • Lees de folder 'Een nieuwe knie'. 
  • Lees de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’. 
  • Bepaal welke twee personen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis uw contactpersonen zijn (informatie hierover vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’).  
  • Bepaal wanneer u niet opgenomen wilt/kunt worden (bijvoorbeeld in verband met vakantie). 

Meenemen naar de screening

  • Medicatielijst. Vraag een meest recente lijst op bij uw apotheek. 
  • Identiteitsbewijs.
     

Checklist revalidatie thuis

Als u na de operatie thuis revalideert, is het belangrijk dat u een aantal zaken vast regelt. Over de onderstaande voorbereidingen krijgt u uitgebreide informatie tijdens de voorlichtingsmiddag van de afdeling Fysiotherapie.

  • Maak voor uw opname een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt voor verdere behandeling. 
  • U krijgt op de voorlichtingsmiddag van de fysiotherapeut informatie over de juiste bedhoogte, toilethoogte, zitvoorzieningen in de keuken en eventueel andere aanpassingen. Deze hulpmiddelen zijn te verkrijgen in de thuiszorgwinkel. 
  • Zet uw bed zo neer dat u aan de geopereerde zijde kunt uitstappen. 
  • Haal losse kleedjes op de vloer weg. 
  • Breng anti-slipmatjes aan in bad of douche. 
  • Breng beugels aan in douche of toilet (zo nodig). 
  • Leen, huur of koop krukken bij de thuiszorgwinkel. 
  • Zorg voor stevige (instap)schoenen die niet te strak zitten. 
  • Vraag familie, vrienden of kennissen alvast na de operatie wat hulp te bieden bij het boodschappen doen en huishoudelijk werk. 
  • Overleg met uw zorgverzekeraar over vergoeding voor een taxi bij ontslag uit het ziekenhuis.
     

Vragen

Heeft u na het lezen van de folder vragen, dan kunt u deze stellen tijdens de screening of de voorlichtingsmiddag van de afdeling Fysiotherapie. Uiteraard heeft u ook tijdens de opname ruim de gelegenheid vragen te stellen.

Telefoonnummers

Polikliniek Orthopedie
088 250 6270

Opnameplanner Orthopedie
088 250 6270

Afdeling Fysiotherapie
088 250 6412

Opnameplein Utrecht
088 250 5058

Opnameplein Zeist
088 250 9030

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 27 augustus 2019

Code: ORTH17