Trommelvliesbuisjes bij kinderen
Uw kind wordt binnenkort opgenomen voor het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Voor deze operatie wordt uw kind opgenomen op de kinderdagbehandeling. Uw behandelend arts heeft enkele zaken al met u besproken. In deze folder kunt u de informatie nog eens rustig nalezen en wordt op diverse zaken dieper ingegaan. Meer informatie over de opname in het ziekenhuis vindt u in de folder ‘Opname op de kinderdagbehandeling’. Het is belangrijk om u te realiseren dat de medische situatie van iedere patiënt verschillend is. Het kan zijn dat hierdoor afgeweken wordt van de beschrijving in deze folder.
Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. De polikliniekafspraken van uw kind kunnen op een locatie naar keuze.
Algemeen
De bouw van het oor
Het oor is globaal onder te verdelen in:
- de uitwendige gehoorgang
- het trommelvlies met daarachter het middenoor met de drie gehoorbeentjes
- het eigenlijke gehoororgaan, ook wel het slakkenhuis genoemd
De werking van het oor
Geluid bestaat uit luchttrillingen. Deze trillingen komen via de gehoorgang op het trommelvlies. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken de trillingen en geleiden de trillingen naar het slakkenhuis, ook wel binnenoor genoemd. In het slakkenhuis bevinden zich de zintuig(zenuw)cellen, die de trillingen omzetten in zenuwprikkels. Deze zenuwprikkels worden via de gehoorzenuw naar de hersenen gevoerd, waar zij in ‘horen’ vertaald worden. Het middenoor is onder normale omstandigheden gevuld met lucht, die dezelfde druk en samenstelling heeft als de omringende buitenlucht. De druk wordt gehandhaafd via de buis van Eustachius.
Reden voor het plaatsen van trommelvliesbuisjes
Wanneer de buis van Eustachius niet goed werkt, ontstaat onderdruk in het middenoor. Hierdoor kan het trommelvlies naar binnen getrokken worden. Door de onderdruk kan het slijmvlies in het middenoor geïrriteerd raken en vocht afscheiden. Hierdoor raakt het middenoor gevuld met vocht in plaats van met lucht. Dit wordt ‘OME’ (‘Otitis Media met Effusie’) genoemd, maar ook wel ‘lijmoor’ of ‘glue ear’, vanwege de stroperige samenstelling van het vocht.
OME kan een drukkend gevoel in het oor veroorzaken en soms ook pijn geven. Ontstekingen van het middenoor veroorzaken hevige pijn. Ook treedt gehoorverlies op, omdat de geluidstrillingen door de aanwezige vloeistof gedempt worden. Ook kan het gedrag van uw kind veranderen: het kan gaan schreeuwen en in zichzelf gekeerd raken.
Bij kinderen tussen de één en zes jaar komt OME veel voor. OME komt meestal aan beide oren tegelijk voor. Vaak treedt binnen enkele weken tot maanden spontaan genezing op zonder dat blijvende schade ontstaat. Wanneer OME langer dan drie maanden blijft bestaan of vaak oorontstekingen, hinderlijk gehoorverlies en/of langdurige klachten van afwijkend gedrag geeft, kan een tijdelijke beluchting van het middenoor via een trommelvliesbuisje zinvol zijn.
Een trommelvliesbuisje heeft als doel een open verbinding te realiseren tussen het middenoor en de uitwendige gehoorgang. Via het buisje komt lucht in het middenoor. Het plaatsen van trommelvliesbuisjes is de enige manier om de functie van de buis van Eustachius te verbeteren.
De gevolgen van langdurig niet-behandelde OME kunnen zijn: leer-, spraak-, school- en gedragsproblemen als gevolg van een tijdelijke slechthorendheid. Ook kunnen blijvende trommelvlies- en middenoorbeschadigingen optreden. Er bestaat een nauw verband tussen bovenste luchtweginfecties, zoals neusverkoudheid, en een niet goed functionerende buis van Eustachius. Voordat een trommelvliesbuisje geplaatst wordt, worden vaak andere oorzaken voor terugkerende bovenste luchtweginfecties, zoals een vergrote neusamandel en/of een ontsteking van de neusholte en neusbijholten, uitgesloten of behandeld. OME kan, hoewel duidelijk minder vaak, ook op volwassen leeftijd voorkomen.
Wat is een trommelvliesbuisje?
Een trommelvliesbuisje is een buisje, meestal gemaakt van kunststof, met de grootte van een 'halve luciferkop'. De doorsnede is ongeveer 1,15 mm en de lengte varieert van 1,8 tot 4 mm. Er zijn verschillende typen trommelvliesbuisjes, die in vorm, afmeting en kleur kunnen variëren.
Hoe lang moet een trommelvliesbuisje blijven zitten?
Een trommelvliesbuisje blijft gemiddeld een klein jaar zitten. Het buisje wordt na die periode spontaan door het trommelvlies naar de gehoorgang toe uitgestoten. Het gaatje in het trommelvlies sluit zich daarna vanzelf, op een enkele uitzondering na. In sommige gevallen wordt het buisje eerder uitgestoten of blijft het zitten en wordt het zo nodig verwijderd. Bij veel kinderen is het plaatsen van een trommelvliesbuisje slechts eenmaal nodig. In een aantal gevallen moet de procedure meermalen worden herhaald, omdat de functie van de buis van Eustachius nog niet hersteld is. Over het algemeen blijkt dat de functie van de buis van Eustachius na het 7e levensjaar verbetert en het opnieuw plaatsen van buisjes dan niet meer nodig is.
Voorbereidingen
Preoperatieve screening
Zodra de arts uw kind heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving geschikt is en of uw kind nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder Het plannen van de operatie van uw kind | Diakonessenhuis
Voorlichtingsbijeenkomst
Het is belangrijk dat u uw kind goed voorbereidt op de operatie. Op de afdeling organiseren we voorlichtingsbijeenkomsten. Wij raden u aan om samen met u kind naar de voorlichtingsbijeenkomst te gaan. Meer informatie hierover vindt u in de folder ’Opname op de kinderdagbehandeling’.
Medicatie voor de opname (premedicatie)
Het is belangrijk dat uw kind voor vertrek naar het ziekenhuis thuis pijnstillende medicatie krijgt. De medicatie is dan goed ingewerkt voor de ingreep. Tijdens de preoperatieve screening (POS) krijgt u hierover informatie.
Uw kind krijgt als premedicatie paracetamol. Paracetamol wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar. U kunt het zelf kopen, zonder recept.
De dosering van de medicatie is afhankelijk van het gewicht van uw kind. In onderstaande tabel leest u hoeveel paracetamol u uw kind ‘s ochtends toedient.
Gewicht van uw kind | Hoeveelheid paracetamol voor de operatie thuis toedienen |
---|---|
8 t/m 10 kg | 240 mg paracetamol zetpil |
11 t/m 25 kg | 500 mg paracetamol (smelt)tablet of zetpil (twee zetpillen van 240 mg is ook voldoende) |
meer dan 25 kg | 1000 mg paracetamol (smelt)tabletten of zetpil |
Let op: De dosering in bovenstaande tabel kan anders zijn dan de dosering die op de paracetamolverpakking staat. Deze tabel gaat uit van het gewicht van uw kind voor een operatieve ingreep in plaats van zijn/haar leeftijd. Hierdoor kan de dosering hoger zijn dan op de paracetamolverpakking staat.
Als het niet lukt de medicatie thuis te geven, neem de medicatie dan mee naar het ziekenhuis en meldt dit op de kinderdagbehandeling.
Verhinderd
Is uw kind verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner? Er kan dan iemand anders in plaats van uw kind komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.
De opname
Melden
In de opnamebevestigingsbrief leest u op welke locatie de operatie plaatsvindt.
Let op: dit kan een andere locatie zijn dan waar u van tevoren bij de KNO-arts bent geweest.
In de opnamebevestigingsbrief leest u ook hoe laat uw kind wordt verwacht. In de meeste gevallen is dit 7.15 uur. Soms is de opnametijd nog niet bekend of afwijkend. In dat geval wordt u de dag voor de opname tussen 14.00 en 16.00 uur door het secretariaat van de kinderafdeling gebeld. U hoort dan hoe laat u verwacht wordt.
Als u een dag voor de opname nog vragen heeft over de opnametijd of locatie, dan kunt u tot 16.00 uur bellen met het secretariaat van de kinderafdeling, T 088 250 6135.
Locatie Utrecht
- Melden om 7.15 uur
U gaat naar de 5e verdieping. Als u de lift uitkomt, kunt u plaatsnemen tegenover de lift voor de klapdeuren. De verpleegkundige van de kinderdagbehandeling haalt u daar om 7.15 uur op. - Melden na 7.15 uur
U meldt zich op de tijd die in de opnamebevestigingsbrief staat vermeld. U gaat naar de 5e verdieping. Daar belt u aan. U vindt de bel naast de klapdeuren.
Locatie Zeist
- U meldt zich bij de receptie in de centrale hal. Daar wordt u doorverwezen naar de kinderdagbehandeling.
Voorbereidingen in het ziekenhuis
In de folder ‘Opname op de kinderdagbehandeling’ kunt u lezen hoe uw kind voor de operatie wordt voorbereid. Tijdens de operatie draagt uw kind een operatiejasje.
Anesthesie
Het plaatsen van trommelvliesbuisjes vindt plaats onder algehele verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie. Eén van de ouders/verzorgers mag bij de verdoving aanwezig zijn. Deze ouder/verzorger gaat daarna naar de uitslaapkamer, waar uw kind na de operatie heen wordt gebracht.
Informatie over de verdoving vindt u in de folders ‘Opname op de kinderdagbehandeling’ en ‘Anesthesie bij kinderen’.
De operatie
Het plaatsen van trommelvliesbuisjes
De KNO-arts maakt een kleine snede (1 tot 1,5 mm) in het trommelvlies. Dit gebeurt met behulp van microchirurgische technieken. Nadat het vocht uit het middenoor is gezogen, wordt het buisje als een boordenknoopje in het sneetje van het trommelvlies geplaatst. Het ene uiteinde steekt in het middenoor terwijl het andere uiteinde zich in de gehoorgang bevindt.
Duur van de operatie
De operatie duurt ongeveer vijf tot tien minuten.
Na de operatie
Pijn
Als uw kind pijn ervaart na de ingreep, kan hij/zij zo nodig extra pijnstilling krijgen. Een waterijsje, water of limonade kan ook helpen tegen de pijn. De pijn is meestal binnen een dag weer verdwenen.
Complicaties
In een aantal gevallen ontstaat na het plaatsen van een trommelvliesbuisje een loopoor. Een loopoor is het uitstromen van groen of geel vocht uit één of beide oren. Heel vaak ruikt het vocht ook vies, soms is het wat bloederig. In het algemeen is dit een teken dat er zich een ontsteking voordoet in het middenoor en dat het ontstekingsvocht door het buisje naar buiten komt. Een loopoor kan ontstaan doordat water via het buisje in het oor terechtkomt. Ook kan het een uiting zijn van een nieuwe ontsteking of een chronisch ontstoken middenoor. Door de buisjes zal uw kind niet zo ziek worden als voorheen, omdat het ontstekingsvocht er direct uit kan (zie verder onder Adviezen voor thuis > Klachten).
Het kan gebeuren dat het trommelvlies niet dichtgroeit nadat het buisje is uitgestoten. Dit komt heel zelden voor.
De complicaties van het plaatsen van trommelvliesbuisjes moeten worden afgewogen tegen de gevolgen van het niet behandelen. Als u hier vragen over heeft, kunt deze met de KNO-arts bespreken.
Ontslag
Naar huis
Als alles zonder problemen is verlopen, kunt u uw kind snel weer mee naar huis nemen.
Controleafspraak
Tien weken na de operatie komt uw kind voor controle bij de KNO-arts op de polikliniek. U kunt hiervoor na de ingreep een afspraak maken bij het secretariaat van de kinderdagbehandeling of telefonisch via de polikliniek KNO. Het telefoonnummer vindt u onderaan deze folder.
Adviezen voor thuis
Eten en drinken
Thuis mag uw kind weer gewoon eten en drinken.
Pijn
De meeste kinderen hebben weinig pijn na het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Als uw kind wel pijnklachten heeft na de ingreep adviseren wij u om uw kind ’s middags en ’s avonds nog een paracetamol zetpil of tablet te geven volgens de kinderdosering die op de verpakking of bijsluiter staat vermeld.
Klachten
De eerste dagen na de operatie kan er wat vocht uit de gehoorgang komen, soms is dit vermengd met bloed. Het aanbrengen van een watje of gaasje in het oor van uw kind wordt afgeraden. Dit belemmert een goede beluchting van de gehoorgang en het middenoor en kan daardoor de genezing vertragen. Meestal geneest een dergelijk loopoor spontaan binnen enkele dagen. Heeft uw kind na drie dagen nog steeds een loopoor, neem dan contact op met de KNO-arts. Hij zal zo nodig oordruppels en/of antibiotica voorschrijven.
Oordruppels en/of antibiotica
Op het recept van de oordruppels ziet u hoeveel druppels u uw kind mag geven en hoe vaak. Het meest effectief is het wanneer uw kind na toediening van de oordruppels enige tijd blijft liggen op het oor dat niet gedruppeld is om een zo lang mogelijke contacttijd te verkrijgen met de druppels. De druppels moeten over het algemeen zeven tot tien dagen gegeven worden, ook al is het oor na een paar dagen rustig. Als de ontsteking na tien dagen nog niet over is, dient uw kind opnieuw bij de KNO-polikliniek gezien te worden.
Het kan gebeuren dat uw kind pijn voelt na het druppelen. Bij hevige pijn kunnen we de druppels soms vervangen door druppels die geen pijn geven.
Als er bacteriën in het oor zitten die resistent zijn tegen de gebruikte druppels, moeten we de oordruppels vervangen. We kunnen er dan ook antibioticatabletten bij geven. Bijna altijd lukt het dan om de ontsteking tot rust te brengen. Het is belangrijk dat de antibiotische druppels zo snel mogelijk gegeven worden. Als de ontsteking te heftig wordt, kan het trommelvliesbuisje meegenomen worden in de stroom van ontstekingsvocht. Dan kan het noodzakelijk zijn om opnieuw een buisje te plaatsen.
Soms worden oogdruppels voorgeschreven. Dit is geen fout. Deze druppels kunt u gebruiken voor het druppelen van de oren van uw kind.
Bijsluiter van de oordruppels
Om iedere vorm van aansprakelijkheid uit te sluiten meldt elke fabrikant van oordruppels dat oordruppels niet kunnen worden toegepast wanneer er een perforatie in het trommelvlies is of een trommelvliesbuisje. Het toedienen van dergelijke oordruppels geeft in de praktijk nooit problemen. Daarbij moet men bedenken dat het laten bestaan van een oorontsteking ook ernstige gevolgen kan hebben voor het gehoor van de patiënt.
Activiteiten
- Naar buiten en/of school. De dag van de ingreep mag uw kind weer naar buiten en in elk geval de volgende dag weer naar school.
- Douchen en in bad. Na de ingreep moet u ervoor zorgen dat de oren van uw kind zo droog mogelijk blijven. Een dag na de ingreep mag uw kind weer douchen, baden en haren wassen. U hoeft geen watjes of oordopjes te gebruiken. Een trommelvliesbuisje heeft zo’n kleine doorsnede dat alleen water onder hoge druk of water waarvan de oppervlaktespanning verlaagd is (zeepwater), naar binnen kan dringen. Laat uw kind dan ook niet langdurig met de oren onder water in badwater met zeep liggen.
- Zwemmen. Geadviseerd wordt om de eerste week na het plaatsen van de buisjes niet te zwemmen. Dit om het trommelvlies waarin het buisje is geplaatst optimaal te laten genezen. In principe hoeft uw kind geen oordoppen te gebruiken bij het zwemmen. Alleen als uw kind last heeft van oorpijn, een loopoor of veel onder water zwemt, kan het gebruik van oordoppen zinvol zijn. Deze kunnen op maat gemaakt worden door een audicien. Bij sommige kinderen kunt u volstaan met plugjes van de drogist of apotheek. Andere kinderen hebben naast oordoppen baat bij het dragen van een zogenaamde haarband (ear band-it) of een wedstrijdbadmuts (latex 1 maat). (Met een badmuts zijn de ervaringen beter). Raadpleeg bij twijfel altijd uw eigen KNO-arts.
- Vliegen. Een kind met trommelvliesbuisjes mag gewoon vliegen. Er zullen aanmerkelijk minder klachten bij dalen en stijgen optreden dan gewoonlijk, omdat de buisjes drukveranderingen in het middenoor volgen.
Problemen
Neem in de volgende gevallen direct contact op:
- als uw kind koorts heeft boven 39,0 graden Celsius en een zieke indruk maakt
Het kan voorkomen dat uw kind op de dag van de operatie een koortspiek krijgt. Als uw kind normaal actief is en geen zieke indruk maakt, dan kunt u het aankijken en bijvoorbeeld 2 uur later nog eens de temperatuur meten. - als uw kind erg pijn blijft houden ondanks de pijnstilling
- als uw kind een dik, rood of afstaand oor heeft
- als u zich zorgen maakt over de gezondheid van uw kind
- als uw kind drie dagen na de ingreep nog steeds een loopoor heeft
U neemt dan contact op:
- tijdens kantooruren met de polikliniek KNO via 088 250 5026
- de eerste 24 uur na de operatie na 17.00 uur en in het weekend met de Spoedeisende hulp in Utrecht via 088 250 6211
- na de eerste 24 uur na 17.00 uur en in het weekend met uw (waarnemend) huisarts of de huisartsenpost
Telefoonnummers
Polikliniek KNO Utrecht/ Zeist
088 250 5026
Opnameplanner kinderafdeling/ kinderdagbehandeling
088 250 6966
Kinderdagbehandeling Utrecht (5A)
088 250 6129
Kinderdagbehandeling Zeist (ZKD3)
088 250 9556 (dinsdag en donderdag)
Preoperatieve screening (POS)
088 250 5058
Secretariaat Kinderafdeling
088 250 6135
Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]
Bijgewerkt op: 23 februari 2024
Code: KNO2