Verwijdering van een nier (nefrectomie)

U wordt binnenkort opgenomen in het Diakonessenhuis voor het verwijderen van een nier. Het verwijderen van een nier wordt ook wel 'nefrectomie' genoemd. Uw uroloog heeft al een aantal zaken met u besproken. In deze folder kunt u het een en ander nog eens rustig nalezen en wordt op diverse zaken wat dieper ingegaan.

Algemene informatie over een ziekenhuisopname vindt u in de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'. U kunt deze folder inzien en downloaden op onze website

Algemeen

Ligging van de nieren

Een mens heeft in principe twee nieren. Nieren zijn organen van ongeveer 12 centimeter lang en hebben de vorm van een boon. Ze liggen achter de onderste ribben, aan weerszijden van de wervelkolom. 

Afbeelding ligging van de nieren

Functie van de nieren

De nieren vervullen een belangrijke functie bij het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam. In de nieren wordt bloed gezuiverd en omgezet tot urine. De urine gaat vervolgens via de urineleiders naar de blaas. Is deze geheel of gedeeltelijk gevuld, dan voelt u aandrang om te plassen en kan de urine via de plasbuis het lichaam verlaten. Daarnaast zijn de nieren verantwoordelijk voor het regelen van de vochtbalans in het lichaam en maken ze een aantal belangrijke hormonen aan.

Ziekte van de nieren

Als uw nieren niet goed (meer) functioneren, kan dat diverse oorzaken hebben. Nieren kunnen beschadigd raken door een ongeval of door een ziekte zoals hoge bloeddruk of suikerziekte. De beschadiging kan ook zijn veroorzaakt door een aandoening van de nier zelf, zoals een ontsteking of een aangeboren afwijking. Net als in andere organen kunnen zich in de nieren tumoren vormen. Symptomen van een niertumor zijn: pijnloos bloedverlies bij de urine, een vage pijn in de zij, een zwelling in de buik of nierstreek en onverklaarbare koorts. Nierkanker wordt vaak per toeval ontdekt als er een echo wordt gemaakt als gevolg van andere klachten. 

De verwijdering van de nier

Er zijn drie methoden om de nier te verwijderen. De uroloog bespreekt met u welke methode in uw geval het beste is. 

Lumbale nefrectomie
Bij een lumbale nefrectomie verwijdert de uroloog de nier via een snee aan de zijkant van de buik.

afbeelding verwijderen van de nier via de zijkant van de buik

verwijderen van de nier via de zijkant van de buik

Abdominale nefrectomie
Bij een abdominale nefrectomie wordt de nier via een snee in de buik verwijderd.

afbeelding Verwijderen van de nier via de buik

Verwijderen van de nier via de buik

Laparoscopische nefrectomie
Bij een laparoscopische nefrectomie maakt de uroloog de nier via een kijkoperatie los en wordt de nier via een kleine snede in huid verwijderd.

Afbeelding Verwijderen van de nier via een kijkoperatie

Verwijderen van de nier via een kijkoperatie

Voorbereidingen

Medicatie

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden bij de uroloog. In overleg met hem/haar zult u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie moeten stoppen. Na de operatie overlegt u met uw uroloog wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van deze medicijnen.

Preoperatieve screening

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

Opname en operatie

Tijdstip van opname

Een dag voor de opname wordt u tussen 13.30 en 17.00 uur gebeld door de secretaresse van de verpleegafdeling en hoort u hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht.

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

Gang van zaken rond de operatie

Na het maken van de snee verwijdert de uroloog de nier met het omliggende vetweefsel uit het lichaam en hecht de wond. 

U krijgt een blaaskatheter. Als uw nier verwijderd is via de zijkant of via de buik, krijgt u ook een wonddrain (slangetje). De blaaskatheter voert de urine van de overgebleven nier af zodat deze gecontroleerd kan worden. De wonddrain zorgt ervoor dat overtollig bloed en wondvocht uit de operatiewond wordt afgevoerd.

De verwijderde nier wordt altijd voor onderzoek naar het laboratorium gestuurd. Dit onderzoek duurt ruim een week. U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw uroloog. Afhankelijk van deze uitslag wordt een plan opgesteld voor verdere behandeling.

Duur van de operatie

De operatie duurt 90 tot 150 minuten. Dit is afhankelijk van de aard van de aandoening. 

afbeelding De verwijdering van de nier: links de verwijderde nier, rechts de gezonde nier

De verwijdering van de nier: links de verwijderde nier, rechts de gezonde nier

Na de operatie

De uitslaapkamer

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer controleren uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en urineproduktie. Als u goed wakker bent en de controles goed zijn, gaat u naar de verpleegafdeling. Soms is na de operatie extra zorg nodig en gaat u eerst naar de afdeling Intensive Care. 
 

Op de verpleefafdeling

De verpleegkundige van de afdeling brengt uw eerste contactpersoon telefonisch op de hoogte van uw aankomst. U kunt bezoek ontvangen op de afdeling (maximaal twee personen). 

Pijnmedicatie
De meeste patiënten die deze operatie ondergaan, ervaren weinig pijn. Meestal krijgt u pijnmedicatie via een pomp en het infuus. De pomp kunt u zelf bedienen. De pomp is zo afgesteld dat u zichzelf nooit teveel medicatie kunt geven. 

Trombose
’s Avonds krijgt u op de verpleegafdeling een injectie met Fraxiparine® in uw bovenbeen of buik. Dit vermindert de kans op een trombosebeen. Deze injectie krijgt u elke avond, totdat u naar huis gaat. 

Eten en drinken
De uroloog bepaalt wanneer u mag eten en drinken. Door de narcose liggen uw darmen stil tijdens de operatie. Uw darmen hebben tijd nodig om na de operatie weer op gang te komen.

Bewegen
Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk weer uit bed komt. Dit verkleint onder andere de kans op trombose. In de loop van de volgende dagen voelt u zich steeds beter en mag u, in overleg met de verpleegkundige, zelf activiteiten oppakken zoals uit bed en wassen.

Verwijderen infuus en hechtingen 
In overleg met uw uroloog worden tijdens uw opname de blaaskatheter, wonddrain en het infuus verwijderd. De hechtingen worden 10 dagen na de operatie verwijderd.

Fysiotherapie
Als uw nier via de zijkant of via de buik is verwijderd, komt de fysiotherapeut na de operatie bij u langs om u ademhalingsinstructies te geven. De reden hiervan is dat de narcose, pijn aan de wond en bedrust een nadelige invloed kunnen hebben op uw longen. 
U ontvangt van de fysiotherapeut een folder met uitleg en instructies. 

Bij- en nawerkingen

Na de operatie kunt u last hebben van blaaskrampen en kunt u een schrijnend gevoel hebben in uw plasbuis. Het plassen gaat vaak samen met meer aandrang en u zult waarschijnlijk vaker naar het toilet moeten. Dit gaat binnen enkele weken vanzelf over. De urine kan soms nog iets bloederig zijn. Dat is normaal en niets om u ongerust over te maken. 

Risico's en mogelijke complicaties op langere termijn

  • Doordat er tijdens de operatie spieren en zenuwen zijn doorgesneden, kan de buikwand slapper worden. Dit ervaart u als een uitstulping van de buikwand. Soms kan fysiotherapie helpen de buikwand steviger te maken. 
  • De huid van het operatiegebied kan gevoeliger of juist minder gevoelig worden. Dit is blijvend. 
  • Normaal gesproken kunt u goed leven met één nier. Soms gaat de nierfunctie van de overgebleven nier achteruit. U blijft hiervoor dan onder controle van de uroloog. 

Ontslag

Naar huis

Als alles goed gaat, kunt u na drie tot zeven dagen weer naar huis. De verpleegkundige en de uroloog vertellen u wat u de komende tijd kunt verwachten en wat u wel en niet mag doen (zie kopje 'Leefregels en adviezen'). 
Gebruikt u bloedverdunners, dan hoort u van de uroloog wanneer u deze weer mag innemen. Als u nog vragen heeft, kunt u die bij ontslag stellen aan de uroloog. Wij raden u aan uw vragen van tevoren op te schrijven. 

Vervoer

U mag niet zelf naar huis rijden. Zorg daarom dat u wordt opgehaald. U kunt vanuit het ziekenhuis ook een taxi bellen. 

Problemen thuis

Bij stekende pijn, koorts (boven de 38,5 graden) of als de wond rood en warm aanvoelt, moet u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie. Buiten kantooruren kunt u binnen 24 uur na ontslag uit het ziekenhuis contact opnemen met de Spoedeisende hulp. Na deze periode neemt u buiten kantooruren contact op met uw huisartsenpost. 

Controleafspraak

Ongeveer een week na ontslag uit het ziekenhuis komt u voor een controleafspraak bij uw uroloog. Als uw nier is verwijderd ten gevolge van een tumor, vertelt de uroloog u wat de uitslag is van het weefselonderzoek van de tumor. Ook bespreekt de uroloog eventuele verdere onderzoeken en behandelingen. 

Leefregels en adviezen voor thuis

In het ziekenhuis hebt u misschien het gevoel dat u tot heel wat in staat bent, maar eenmaal thuis valt dat vaak tegen. U heeft immers een grote operatie ondergaan. U bent sneller moe en kunt minder dan u denkt. Deze vermoeidheid kan verschillende oorzaken hebben: de narcose, bloedverlies of pijn aan de wond. Het beste kunt u toegeven aan deze moeheid.  Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt en het is belangrijk dat u daar naar luistert. 

Adviezen voor de eerste weken na de operatie

  • Drink minimaal twee liter per dag. 
  • Begin met regelmatig een stukje lopen en voer de afstand indien mogelijk iedere dag een beetje op. Probeer op deze manier stapje voor stapje weer wat energie op te bouwen. Doe dus nog geen inspannende sportactiviteiten. 
  • Zorg voor een regelmatige ontlasting door voldoende vezelrijke voeding te eten. Als u last heeft van harde ontlasting, vraag dan uw behandelend arts of de huisarts om een middel dat de stoelgang bevordert. 
  • Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, overleg dan met uw uroloog wanneer u deze weer mag innemen. 
  • Wees bedacht op urineweginfecties. Denkt u een urineweginfectie te hebben, waarschuw dan snel uw huisarts. (Zie ook het volgende hoofdstuk 'Leven met één nier').   
  • De eerste drie weken mag u niet in bad. Douchen is wel toegestaan. 
  • Vermijd de eerste vier weken zware lichamelijke inspanning. Til bijvoorbeeld geen zware voorwerpen (boven de 5 kg) op, doe geen zwaar huishoudelijk werk, verricht geen activiteiten in de tuin. 
  • De eerste vier weken na de operatie mag u niet fietsen 
  • In verband met vermoeidheid raden wij u aan de eerste vier weken na de operatie geen auto te rijden. 
  • Beoefen liever geen contactsporten zoals judo, karate en boksen. Het risico op beschadiging van uw overgebleven nier is te groot.

Leven met één nier

Na de operatie heeft u nog één nier over. In principe is deze nier in staat om de taak van de verwijderde nier over te nemen. U zult met plassen na de operatie dus geen verschil merken. Het is erg belangrijk om voorzichtig te zijn met de overgebleven nier. Het voornaamste waar u op moet letten is dat de nier niet ontstoken raakt als gevolg van een verwaarloosde blaasontsteking of andere urineweginfectie. 
Een urineweginfectie herkent u aan de volgende symptomen:

  • vaker plassen dan gewoon; 
  • kleinere hoeveelheden plassen; 
  • pijn bij het plassen; 
  • vies ruikende urine; 
  • donkere (geconcentreerde) urine.

Als u bovenstaande klachten herkent, neem dan direct contact op met uw huisarts. Neem een urinemonster mee naar uw huisarts, dan kan deze de urine meteen laten onderzoeken.

Daarnaast is het belangrijk om voldoende te drinken (minimaal twee liter per dag). Dit draagt er toe bij dat de urinewegen goed doorspoelen, hetgeen de kans op een urineweginfectie verkleint.

Vragen

Uw oncologieverpleegkundige is uw vaste aanspreekpunt in het ziekenhuis bij een vermoeden op nierkanker. Zij weet veel van uw ziekte, de behandeling en de gevolgen ervan op uw dagelijkse leven. Zij informeert en begeleidt u en heeft aandacht voor uw persoonlijke ervaringen en problemen die te maken hebben met uw ziekte. U kunt contact met haar opnemen via de polikliniek Urologie. Ook met andere vragen kunt u terecht bij de polikliniek Urologie. Het telefoonnummer vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'. 

(Patiënten)organisaties

Voor aanvullende informatie over nierziekten kunt u contact opnemen met:

Nierstichting Nederland
Groot Hertoginnelaan 34
Postbus 2020
1400 DA BUSSUM
Telefoon (035) 697 80 00
Gratis informatielijn nierziekten: (0800) 388 00 00

Als er bij u kanker in de nier is geconstateerd, dan kunt u voor aanvullende informatie ook contact opnemen met het voorlichtingscentrum van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF.

Nederlandse Kankerbestrijding/KWF
Sophialaan 8
1075 BR AMSTERDAM
Gratis hulp- en informatielijn: (0800) 022 66 22

Voor informatie, ondersteuning en lotgenotencontact:
Nierpatiëntenvereniging LVD
Postbus 284
1400 AG BUSSUM
Telefoon: (035) 691 21 28
Luistertelefoon voor Nierpatiënten en hun Omgeving: (0800) 022 66 67

Telefoonnummers

Polikliniek Urologie
088 250 6327

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363 

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 23 februari 2024

Code: URO40