Voedselallergie bij kinderen

Een voedselallergie is een reactie van het lichaam op voeding. Het lichaam maakt antistoffen aan tegen een eiwit in de voeding. Deze reactie ontstaat meestal tijdens of maximaal twee uur na het eten. Een voedselallergie is iets anders dan een voedselintolerantie, zoals glutenintolerantie of lactose-intolerantie.

Bij wie komt voedselallergie voor?

Voedselallergie komt over de hele wereld voor. In Nederland komt voedselallergie ongeveer bij 2% tot 3% van de volwassenen voor en bij ongeveer 8% van alle kinderen. Het komt bij zuigelingen en jonge kinderen dus vaker voor dan bij volwassenen. Dit komt doordat de darmen van kinderen nog niet helemaal ontwikkeld zijn. Hierdoor breken de darmen eiwitten in de voeding niet helemaal af. Deze grotere eiwitdeeltjes kunnen een allergische reactie veroorzaken.

Klachten bij een voedselallergie

Wat is het verschil tussen intolerantie en allergie?

De klachten bij voedselintolerantie lijken op die bij voedselallergie. Dit maakt het moeilijk om een duidelijk onderscheid te maken. Meestal zijn klachten bij voedselintolerantie minder erg dan bij een voedselallergie. Voedselintolerantie heet ook wel ‘niet-allergische voedselovergevoeligheid’. Het afweersysteem is hierbij niet direct betrokken. De reacties ontstaan dus niet op een allergeen, maar door een tekort aan enzymen. Dat is bijvoorbeeld de oorzaak van een lactose intolerantie. De stoffen die allergische reacties uitlokken heten ‘triggers’.

Op het spreekuur

Tijdens het spreekuur onderzoeken we of uw kind een voedselallergie heeft. Eerst luisteren we naar uw verhaal. We stellen u vragen zoals:

  • Waarop had uw kind een reactie?
  • Hoe zag deze reactie eruit?
  • Hoe snel kwam de reactie?
  • Is er iedere keer een reactie bij deze voeding?
  • Wat is het eetpatroon van uw kind?
  • Komt er eczeem of astma in uw familie voor?

Tijdens het polibezoek besluiten we of er extra onderzoek nodig is. Bijvoorbeeld bloedonderzoek en/of een huidtest. Vaak kijkt er ook een diëtiste mee. Soms doen we een provocatie. Dit betekent dat uw kind voeding krijgt waar hij of zij eerder op reageerde. Op die manier kunnen we de reactie goed beoordelen.

Behandeling van een voedselallergie

Als uw kind een voedselallergie heeft stellen we een behandelplan op. U leert wat u of uw kind zelf kan doen en welke situaties uw kind beter kan vermijden. U krijgt uitleg voor het lezen van etiketten op voedingsmiddelen. Ook krijgt u vaak apart advies van een diëtiste. Misschien heeft uw kind medicijnen nodig. Soms geven we ook noodmedicijnen mee. Die geeft u op het moment dat uw kind een allergische reactie krijgt.

Na een tijd komt u soms weer naar het ziekenhuis. Dat doen we wanneer uw kind bepaalde voedingsmiddelen moet vermijden. Kinderen kunnen namelijk over hun allergie heen groeien. Het is belangrijk om dat in de gaten te houden, zodat uw kind niet voedingsmiddelen blijft vermijden terwijl dit niet nodig is.

Voedingsmiddelen (her)introduceren

In sommige gevallen beslissen u en uw kind samen met de specialist om voedingsmiddelen te (her)introduceren in het dieet van uw kind. Bijvoorbeeld als uw kind geen allergische antistoffen tegen dit voedingsmiddel heeft. Of als verder allergieonderzoek voor deze voedingsmiddelen niet nodig is. Het (her)introduceren kan thuis, met behulp van een speciaal schema. De specialist vertelt u welk schema u kunt gebruiken.

Allergiecentrum

In ons ziekenhuis werkt een specialistisch team intensief samen voor de zorg aan kinderen met een allergie, astma en eczeem.

Allergoloog onderzoekt allergie bij meisje Allergiecentrum Diakonessenhuis